Onderzoek naar Burgzand Noord 9 hervat
Weblog
Van 5 juni tot en met 28 juli doet de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed (RCE) onderzoek naar het scheepswrak Burgzand Noord 9 op de Waddenzee. Tijdens dit project wordt samengewerkt met onderwaterarcheologen van Vestigia en Baars-Cipro. Thijs Coenen is de projectleider van het onderzoek. Gedurende het onderzoek worden vier blogs geplaatst en dit is de eerste blog.
(Her)start opgraving
De vrijdag voorafgaand aan de start is het werkschip beladen met de containers van de Rijksdienst met duik- en opgraafmateriaal. Nadat alles was geïnstalleerd, werd eerste dag van het project besteed aan het inspecteren van de afdekking van het Scheurrak SO1 wrak, die na afloop van het recente onderzoek was aangebracht om de vindplaats weer te beschermen. Omdat alles er goed bij lag, kon op dinsdag de opgraving van de Burgzand Noord 9 van start gaan. Of eigenlijk kunnen we meer spreken van een herstart, aangezien in 2021 het voorschip en een groot deel van het vlak al was opgegraven. Na de opgraving is het achterschip en een deel van het boord weer met steigergaas afgedekt. Maar omdat er twee jaar tussen beide opgravingen zat, moest de complete infrastructuur weer worden opgebouwd. De eerste dagen werden daarom besteed aan het aanleggen van gidslijnen zodat duikers ook zonder zicht de weg kunnen vinden. Daarnaast moesten luchtslangen voor de airlifts worden geplaatst, zodat daarmee het sediment kan worden weggezogen. In het sterk stromende water van de Waddenzee, met regelmatig (zeer) slecht zicht is dit een behoorlijke uitdaging. Gelukkig wordt vanaf een groot kraanwerkschip gedoken, waardoor ook met sterke wind elke dag onder water gewerkt kon worden.
Verwijderen van steigergaas
Na de opgraving in 2021 was het vondstenrijke gebied in het achterschip afgedekt met steigergaas. De kwetsbare vondsten die toen nog zichtbaar waren, liggen dankzij die afdekking onder een laag zand van soms meer dan een meter dik. Om hierbij te komen wordt het steigergaas daarom geleidelijk verwijderd, waarna dit deel van het schip dek voor dek kan worden opgegraven. Vondsten worden vervolgens ingemeten en daarna geborgen. Studenten van de Universiteit Leiden en de Saxion Hogeschool Deventer documenteren en registreren deze daarna aan boord van het schip. Van de scheepsconstructie wordt onder water een 3D model gemaakt op basis van videobeelden, waarmee dit zeventiende-eeuwse scheepswrak digitaal behouden blijft en mogelijk zelfs een virtuele reconstructie mogelijk is.
Straatvaart
Omdat bij de bouw van schepen uit deze periode geen tekeningen werden gebruikt, moet alle informatie uit archeologisch onderzoek komen. Dat het hier gaat om een mogelijke Straatvaarder, waar al helemaal weinig over bekend is, maakt dat de opgraving in potentie veel nieuwe informatie kan opleveren. Er is namelijk weinig bekend over welke type schepen werden gebruikt en hoe deze werden uitgerust. Met de kennis uit dit onderzoek kan een begin worden gemaakt om tot een model te komen van een Straatvaarder.
Informatiebijeenkomst
Op woensdag 7 juni is in Museum Kaap Skil een informatiebijeenkomst georganiseerd voor Texelaars en andere geïnteresseerden om meer te vertellen over de achtergronden van de opgraving en wat de plannen voor de komende twee maanden zijn. Daarnaast was het een mooie gelegenheid om vragen te beantwoorden en in gesprek te gaan over de uitdagingen bij het beheer van het culturele erfgoed onder water. De ontvangstruimte in het museum zat afgeladen vol met zelfs enkele gasten van andere Waddeneilanden en het vaste land. Zoals verwacht waren de aanwezigen zeer betrokken bij de scheepswrakken in ‘hun achtertuin’ en ontstond na afloop een levendige discussie die de komende tijd ongetwijfeld vervolgd gaat worden.
De RCE zet zich in voor het onderzoek naar en de instandhouding van het meest relevante Nederlandse maritiem-archeologische erfgoed, waar ook ter wereld. In een tijd waarin onze leefomgeving immer in ontwikkeling is, is het ons doel te zorgen voor een goede inbedding van de zorg voor dit inspirerende, maar kwetsbare bodemarchief. We doen dit in nauwe samenwerking met overheden, musea, onderwijsinstellingen, initiatiefnemers, de archeologische markt en vrijwilligers in de archeologie.