27 januari Historische ecologie van de Nederlandse landschappen - Zuid-Limburgse heuvelland
Activiteitendata
- -
- Online
Negende in een reeks lezingen die de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed (RCE) en het Kenniscentrum Landschap van de Rijksuniversiteit Groningen (RUG) organiseren. Tijdens de middagen met steeds drie presentaties maken we voor tal van Nederlandse landschapstypen en ecosystemen de balans op van de stand van het historisch-landschapsecologisch onderzoek. Ook bekijken we welke mogelijkheden deze aanpak biedt voor beleid, inrichting en beheer.
Het webinar is online terug te kijken.
Voor dit laatste thema dalen we af naar het zuidelijkste deel van ons land.
Zuid-Limburg heeft in geologisch en landschappelijk opzicht meer verwantschap met de aangrenzende lösslandschappen van Duitsland en België dan met de Nederlandse delta. Daarom omvat deze streek tal van - voor Nederlandse begrippen - historisch-ecologische bijzonderheden, zoals hellingbossen, kalkgraslanden, snelstromende riviertjes en holle wegen. Dit bijzondere gebied vormt dan ook een waardige afsluiter van de reeks.
Drie gerenommeerde sprekers praten ons in dit interessante webinar bij over de meest recente kennis van de vegetatiegeschiedenis, hellingbossen en schraalgraslanden van Zuid-Limburg. Ook wordt ruime aandacht besteed aan de manier waarop deze bijzondere ecosystemen ook in de toekomst behouden kunnen blijven.
Aanmelden
De bijeenkomst vindt online plaats, maar aanmelden is wel noodzakelijk. Aanmelden kan via de knop hieronder.
Via de e-mail bevestiging ontvangt u een link naar de online bijeenkomst.
Programma
tijd | onderdeel |
---|---|
13.20 | Inloop |
13.30 | Welkom door de moderatoren Otto Brinkkemper en Theo Spek |
13.35 | Inleiding door Otto Brinkkemper |
13.40 | Een vegetatiegeschiedenis van Zuid-Limburg prof. dr. Corrie Bakels, Universiteit Leiden |
14.15 | Verleden, heden en toekomst van schrale hellinggraslanden in Zuid-Limburg prof. dr. Joop Schaminee, Wageningen Universiteit / Radboud Universiteit |
14.50 | Korte pauze |
15.00 | De hellingbossen van Zuid-Limburg: een spectaculaire ondergroei dankzij de variatie in ondergrond en een eeuwenoude vorm van bosbeheer dr. Patrick Hommel, Wageningen Universiteit en Research Centrum |
15.40 | Slotdiscussie o.l.v. Otto Brinkkemper |
16.00 | Afsluiting door de moderatoren |
Organisatie
De lezingenreeks wordt georganiseerd door Otto Brinkkemper (RCE) en Theo Spek (RUG-KCL). Elke vierde donderdag van de maand is er tussen 13.30 en 16.00 een bijeenkomst waarin drie sprekers uit verschillende delen van Nederland en soms ook uit België of Duitsland vertellen over hun onderzoek. De lezingen duren ca 25 minuten, gevolgd door 15 minuten vragen en discussie o.l.v. de organisatoren. Alle lezingen worden opgenomen en via de website van de RCE beschikbaar gesteld, waardoor geïnteresseerden desgewenst ook op een later tijdstip de bijeenkomst kunnen volgen.
Aanleiding
Alle landschappen en ecosystemen in ons land zijn ontstaan door een langdurige wisselwerking tussen aarde, natuur en mens. Wie de opbouw en ontstaanswijze van een landschap wil begrijpen, dient daarvoor vakgebieden als aardwetenschappen, ecologie en cultuurhistorie met elkaar te verbinden. De laatste jaren is er steeds meer belangstelling voor een dergelijke interdisciplinaire aanpak, waarbij ook de contouren opdoemen van een nieuw integraal vakgebied: de historische landschapsecologie. Hoe ziet dit soort onderzoek er eigenlijk uit? Welke methoden zijn hiervoor beschikbaar? Welke resultaten zijn hier tot dusverre mee geboekt? En wat zijn de belangrijkste wetenschappelijke uitdagingen voor de komende jaren?
In de praktijk zien we dat natuur- en landschapsbeheer, waterbeheer en erfgoedzorg steeds intensiever met elkaar worden verbonden. Verouderde sectorale benaderingen worden ingeruild voor een nieuwe vorm van integraal terreinbeheer, waarin natuurwaarden, erfgoedwaarden en aardkundige waarden in samenhang met elkaar worden beschermd en beheerd. Wat betekent dit voor inrichting en beheer van terreinen? Welk vooronderzoek is precies nodig? Hoe kan dit worden omgezet in meer integrale inrichtings- en beheervormen? Welke projecten kunnen hierbij tot voorbeeld dienen? En welke uitdagingen liggen er de komende jaren in de verschillende landschappen en ecosystemen?