Bruiklenen en de Brexit
Eind februari berichtten de ministeries van OCW en Financiën/Douane dat musea rekening moeten houden met de douaneformaliteiten bij een no-deal Brexit. Het zag ernaar uit dat invoerrechten moeten worden betaald voor cultuurgoederen die voor 29 maart als bruikleen naar het Verenigd Koninkrijk zijn gegaan en na 29 maart in Nederland terug zouden keren.
Voor cultuurgoederen die zich op dit moment als bruikleen bevinden in Groot-Brittannië is er nu een praktische oplossing. Als musea met de gebruikelijke transportdocumenten aan kunnen tonen dat sprake is van terugkerende goederen, hoeven geen invoerrechten te worden betaald.
Deze oplossing zal tot drie jaar gelden na de Brexit, en geldt ook voor langdurige bruiklenen die zich nu in het Verenigd Koninkrijk bevinden. De goederen moeten terugkeren in ongewijzigde staat, dat wil zeggen in de staat waarin zijn werden uitgevoerd. In de praktijk betekent dit dat bij terugkeer van de bruiklenen vanuit Groot-Brittannië naar Nederland geen BTW-afdracht zal gelden.
Meer weten
- Meer over het vrij invoeren van terugkerende goederen is te vinden op de website van de Europese Commissie.
- Voor de regeling Terugkerende goederen zie de website van de Belastingdienst.
- Voor verdere vragen verwijzen we u naar de Inspectie Overheidsinformatie en Erfgoed (voorheen de Erfgoedinspectie).