Plaatsing ‘pauperkoloniën’ op Unesco-erfgoedlijst stap dichterbij
De vroegere Koloniën van Weldadigheid, die in Nederland en België aan het begin van de 19e eeuw werden opgezet voor de armenzorg, krijgen mogelijk in juli een plaats op de Unesco-werelderfgoedlijst. Dat vloeit voort uit de afspraken die minister Ingrid van Engelshoven (Cultuur) vandaag heeft onderschreven met Vlaams minister Matthias Diependaele (Onroerend Erfgoed). Zij spraken af dat België namens beide landen de aanvraag bij Unesco zal indienen.
De stuurgroep die de gezamenlijke voordracht coördineert, droeg het nominatiedossier vandaag in de Vlaamse Weldadigheidskolonie Wortel over aan beide bewindslieden. Begin juli zal tijdens een zitting van het Werelderfgoedcomité in het Chinese Fuzhou worden beslist over de voordracht.
Armoedebestrijding
De Koloniën van Weldadigheid, ook wel ‘pauperkoloniën’ genoemd, zijn ’s werelds eerste en meest grootschalige voorbeelden van landbouwkoloniën voor armoedebestrijding. Ze werden gesticht in de tijd dat Nederland en België nog één land waren, vandaar de gezamenlijke voordracht. In Nederland lagen de koloniën veelal in Drenthe. Ze werden vanaf 1818 gesticht door de Maatschappij van Weldadigheid met als doel arme mensen om te vormen tot eerzame burgers. Dat gebeurde o.a. door ze nieuwe landbouwgrond te laten ontginnen en bewerken.
De Koloniën werden eerder door Nederland en België ingezonden voor een plaats op de erfgoedlijst. Die aanvraag leverde vanuit Unesco een verzoek tot een aantal wijzigingen op. Deze zijn verwerkt in het aangepaste nominatiedossier. Van de zeven oorspronkelijke koloniën worden er nu vier voorgedragen. Dat zijn Frederiksoord, Wilhelminaoord en Veenhuizen in Nederland en Wortel in Vlaanderen. In deze plaatsen zijn namelijk nog veel landschapselementen en gebouwen uit de 19e eeuw bewaard gebleven.