Goud van de Gouden Koets afkomstig uit Suriname

Het Amsterdam Museum heeft samen met de Vrije Universiteit Amsterdam, Netherlands Institute for Conservation+Art+Science+ (NICAS) en Naturalis Biodiversity Centre onderzoek gedaan naar de herkomst van het goud van de Gouden Koets. Lang was onbekend waar het bladgoud waarmee de koets is verguld vandaan kwam. De samenstelling van het goud is in een uitgebreid onderzoek vergeleken met monsters uit Suriname en Zuid-Afrika. Een mysterie is opgelost: het goud blijkt afkomstig uit Suriname.

Van 18 juni 2021 tot en met 27 februari 2022 was de Gouden Koets na een restauratie van ruim vijf jaar te zien in het Amsterdam Museum. In een tentoonstelling werden uiteenlopende verhalen uitgelicht. Honderden cultuurhistorische objecten gaven een veelzijdig beeld van de geschiedenis en het gebruik van de Gouden Koets en de discussies rond het iconische vervoermiddel. In de tentoonstelling is uitgebreid aandacht besteed aan de bouw van de Gouden Koets. Het rijtuig is gemaakt van Javaans teakhout. Dit hout is deels beschilderd, deels verguld met bladgoud. Aan dit bladgoud heeft de koets zijn naam te danken. Maar waar het goud vandaan kwam, was tot op heden onbekend. In de tentoonstelling werd aangekaart dat, ondanks de prominente rol die het goud speelt op de koets, de herkomst ervan nooit is onderzocht. Er bleken geen documenten vindbaar uit het einde van de 19de eeuw die aantonen waar het goud vandaan kwam en mogelijke archieven zijn verloren geraakt. De herkomst kon alleen worden onderzocht met de technieken van nu.

[Tekst gaat verder onder de afbeelding]

het goud van de Gouden Koets wordt gerestaureerd
Beeld: Arthur van der Vlies
Restauratie van de Gouden Koets in 2020

Herkomst onbekend

Annemarie de Wildt, conservator van het Amsterdam Museum, deed voor de tentoonstelling uitgebreid onderzoek naar de Gouden Koets. Ze vond het jammer dat de herkomst onbekend was en ook tijdens de vijfjarige restauratie niet werd achterhaald. ''De makers en initiatiefnemers van de Gouden Koets gingen er prat op dat het geschenk aan de nieuwe vorst Wilhelmina het hele toenmalige Koninkrijk der Nederlanden moest representeren. Zo is in de koets vlas verwerkt uit Zeeland, leer uit Brabant, hout uit Java en ivoor uit Sumatra. Suriname, destijds onderdeel van het Koninkrijk der Nederlanden, leek echter niet te zijn vertegenwoordigd. Dat riep vragen op bij mij en vele anderen. Zuid-Afrika was rond 1900 een grote exporteur van goud en het land had sterke banden met Nederland, maar in Suriname wordt al generatie op generatie verteld dat het goud daar vandaan komt. Genoeg reden om de herkomst van het goud te onderzoeken.'' De Wildt nam contact op met de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed en de Vrije Universiteit Amsterdam en zette een onderzoek in gang.

[Tekst gaat verder onder de afbeelding]

Gouden Koets tentoongesteld
Beeld: Monique Vermeulen
De Gouden Koets tijdens de tentoonstelling in Amsterdam Museum

Onderzoek

Gareth Davies is hoogleraar Petrologie - een onderzoeksgebied binnen de geologie dat zich richt op het bestuderen van de samenstelling van gesteenten en de omstandigheden waaronder deze zijn ontstaan - aan de VU Amsterdam. Davies en zijn team startte in het voorjaar met het vergelijken van een stukje bladgoud van de Gouden Koets, ter beschikking gesteld door het Koninklijk Staldepartement, met monsters goud uit verschillende regio's in Zuid-Afrika en Suriname, verkregen van Naturalis. Davies: ''Om goud te vergelijken, kijken we naar de loodisotopen die worden gevormd door het radioactieve verval van de elementen uranium en thorium. Deze verschillen per regio. Voor die vergelijking is een schoon monster nodig. Maar in het goud van de Gouden Koets zaten heel veel deeltjes lood die afkomstig waren van luchtverontreiniging waaraan de koets gedurende de jaren is blootgesteld, zoals benzine. Ook was er sprake van loodhoudende verf en lijm. Al die miljarden deeltjes lood moesten worden verwijderd. Het was alsof er één zandkorrel uit een zwembad vol zandkorrels moest worden gehaald. Een enorme klus die ruim vier maanden in beslag nam. Daarnaast werd ons werk extra bemoeilijkt doordat we slechts beschikten over een klein monster. Bladgoud is 1 micron dik. Dat is 100 keer zo dun als een menselijke haar.'' Davies' team slaagde er toch in de loodconcentratie van het goud van de koets met monsters uit de verschillende regio's te vergelijken. Daaruit bleek dat het goud van de Gouden Koets sterkt verschilt van de monsters uit Zuid-Afrika. ''We kunnen na zorgvuldige analyse met zekerheid zeggen dat het goud van de Gouden Koets niet uit Zuid-Afrika kwam. Vanuit historisch oogpunt worden Zuid-Afrika of Suriname als mogelijke opties gezien. De resultaten uit ons onderzoek zijn volledig in overeenstemming met Suriname als land van herkomst van het goud op de Gouden Koets.'', aldus Davies.

goudmonster in buisje
Beeld: Naturalis Biodiversity Center
Goudmonster afkomstig uit Suriname (Brokopondo district)

Goudwinning in Suriname

Nadat in 1876 goud in Suriname werd gevonden, kwam in de volgende decennia grootschalige goudwinning op gang. Om de voorraden ten zuiden van Paramaribo te bereiken werd zelfs een spoorlijn aangelegd. Het goud van de koets is hoogstwaarschijnlijk uit dat gebied afkomstig. Davies: "Voor nu kunnen we aantonen dat het goud van de Gouden Koets qua samenstelling het meest overeenkomt met het monster afkomstig uit een goudmijn aan de Surinamerivier, nabij de Brownsberg, in de regio Brokopondo." De Wildt vindt dit een logische conclusie omdat aan het einde van de negentiende eeuw, toen de Gouden Koets werd gemaakt, in deze omgeving veel goud werd gedolven. "Het is geweldig dat er nu onderzoeksmethoden zijn waardoor de urban myth dat het goud van de koets uit Suriname komt bevestigd kan worden." Het team van VU Amsterdam zou graag willen onderzoeken van welke goudmijn in Suriname het goud exact afkomstig is, maar heeft daarvoor honderden monsters uit de regio nodig. Het zal ook maanden werk kosten om alle monsters te analyseren. Het team wil daarnaast goudafzettingen uit andere delen van de wereld karakteriseren om musea en verzamelaars te helpen de herkomst van andere gouden artefacten te begrijpen. Hiervoor is financiering nodig.

Onderzoek naar Gouden Koets

Het onderzoek naar het goud van de Gouden Koets is niet het enige onderzoek dat het Amsterdam Museum in dit project heeft geïnitieerd. Voorafgaand en tijdens de tentoonstelling deed het museum ook onderzoek naar het sentiment over de Gouden Koets en de toekomst van de koets. Met een speciaal ontwikkelde mobiele onderzoeksinstallatie reisde het museum alle twaalf provincies af om Nederlanders te bevragen over hun kennis, herinneringen en mening over de Gouden Koets. Daarnaast gaf het Amsterdam Museum onderzoeksbureau Motivaction opdracht een kwantitatief onderzoek te doen en vroeg het bezoekers in de tentoonstelling naar hun opvattingen. Uit deze onderzoeken bleek dat het debat over de Gouden Koets op het eerste gezicht weliswaar gepolariseerd lijkt, maar dat de meeste Nederlanders het in feite eens zijn: ze willen dat het staatsierijtuig bewaard blijft en te zien is. Alleen over de ideale manier om dat te verwezenlijken, verschillen de meningen. ''De rol van musea verandert. Je kan als museum niet een controversieel object alleen tentoonstellen. Je moet het maatschappelijke debat faciliteren en verder helpen. Door ruimte aan nieuwe perspectieven te bieden, gesprekken op gang te helpen en door onderzoek te doen.'' zegt Margriet Schavemaker, artistiek directeur van het Amsterdam Museum.

Symposium

Op maandag 12 september 2022 om 15.00 uur presenteert het Amsterdam Museum in een symposium de resultaten van alle onderzoeken die het met partners deed of liet uitvoeren. Zowel naar het goud van de Gouden Koets als naar het sentiment over de koets. Het symposium vindt plaats in de grote zaal van Pakhuis de Zwijger in Amsterdam en is voor iedereen gratis toegankelijk.

Het onderzoek naar het goud van de Gouden Koets heeft plaatsgevonden onder de vlag van het Netherlands Institute for Conservation+Art+Science+ (NICAS), een interdisciplinair samenwerkingsverband van Rijksmuseum, Universiteit van Amsterdam, TU Delft en de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed (RCE).