Scheepsblokkade Amsterdam uit 1572 met nieuwste technieken onderzocht
De Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed laat onderzoek verrichten naar mogelijke restanten van een scheepsblokkade in het IJ van 450 jaar geleden. Aan het begin van de Tachtigjarige Oorlog (1568-1648) was Amsterdam nog Spaansgezind en om deze reden wilden de Watergeuzen de stad afsnijden van haar belangrijkste levensader: het IJ en daarmee de Zuiderzee.
Uit kronieken blijkt dat hiertoe scheepswrakken en andere obstakels zijn afgezonken tussen Schellingwoude en de Diemerdijk: het smalste stuk van het IJ. De eerste blokkade was geen succes, een aantal schepen dreef op en zodoende konden de broodnodige graanschepen Amsterdam alsnog bereiken.
[Tekst gaat verder onder de afbeelding]
Het is niet bij deze ene poging gebleven. In april 1573 wordt opnieuw melding gemaakt van het afzinken van wrakken waarbij brokstukken van de kerk van Schellingwoude en grafzerken zijn gebruikt. Uiteindelijk slaagt de Spaanse Admiraal Bossu er alsnog in om in september van hetzelfde jaar door de blokkade heen te varen met het vlaggenschip de Inquisitie en een vloot van circa 30 schepen. Het was de voorbode van de Slag op de Zuiderzee in oktober van hetzelfde jaar. Bij deze slag zou het schip van Bossu door de geuzen worden veroverd en werd de admiraal gevangen genomen.
Stagnerende economie Amsterdam
De effecten van de afsluiting van de Zuiderzee moeten groot zijn geweest. Amsterdam was volledig maritiem georiënteerd en de economie stagneerde dan ook. Om deze reden is de Slag op de Zuiderzee van groter belang geweest dan over het algemeen wordt aangenomen. In 1578 greep de Opstand de macht in de stad: de zogenaamde Alteratie van Amsterdam. Naderhand zijn volgens schriftelijke bronnen in hetzelfde jaar vele wrakken in het IJ geborgen.
Interessant is dat de locatie van de scheepsblokkade uit historische kaarten en historische bronnen vrij nauwkeurig bepaald kan worden. Uit onderzoek van recente bodemscans blijkt dat een belangrijk deel van de locatie ongeschonden is: er zijn geen eilanden aangelegd of vaargeul uitgebaggerd. Omdat het onwaarschijnlijk is dat alle wrakken indertijd zijn geruimd, is het zeer aannemelijk dat een aantal wrakken van de blokkade verborgen onder het slib van het IJ ligt. Het onderzoeksgebied ligt tussen Schellingwoude en het KNSM Eiland.
Innovatief onderzoek
In zijn opdracht om belangrijk maritiem erfgoed in Nederland te inventariseren, te onderzoeken en te beschermen, heeft de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed (RCE) dit project opgestart. Het gaat om een iconisch moment uit de Tachtigjarige Oorlog waarvan mogelijk tastbare resten in de IJbodem verborgen liggen. Hierin trekt de RCE op met Monumenten en Archeologie van de gemeente Amsterdam.
Rutger Groot Wassink (wethouder Archeologie Amsterdam): Als historische stad, juichen wij dit onderzoek van de RCE alleen maar toe. Dankzij nieuwe technieken die ingezet worden, kunnen objecten die volledig afgedekt op de bodem van het IJ liggen nu opgespoord worden. Het onderzoek naar de resten van de scheepsblokkade kan nieuw licht werpen op een voor Amsterdam cruciaal moment uit de Tachtigjarige Oorlog.
Dit onderzoek heeft een belangrijk innovatief aspect: het detecteren van scheepswrakken in de slibbodem wordt door nieuwe technieken steeds makkelijker. Het Amsterdamse onderzoeksbureau Periplus Archeomare zal het veldwerk samen met het Amsterdamse Surveybedrijf DEEP uitvoeren.
Het veldwerk bestaat uit één dag scannen met apparatuur vanaf een surveyvaartuig. Daarna worden de gegevens uitgewerkt en komen mogelijk kansrijke zones met objecten in de bodem in beeld. Op basis hiervan zullen vervolgstappen worden bepaald. Het zou een prachtig resultaat zijn als na 450 jaar de scheepsblokkade daadwerkelijk wordt opgespoord.