Karen de Vries winnaar W.A. van Es-prijs 2022
De W.A. van Es-prijs 2022 is dit jaar gewonnen door Karen de Vries (Rijksuniversiteit Groningen). De prijs is dit jaar voor de 33e keer uitgereikt.
De W.A. van Es-prijs is een stimuleringsprijs voor jong onderzoekstalent op het gebied van de Nederlandse archeologie. Aan de prijs, die jaarlijks tijdens de Reuvensdagen wordt uitgereikt, is een oorkonde verbonden en een geldbedrag van € 2000 beschikbaar gesteld door de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed (RCE). De W.A. van Es-prijs wordt alternerend uitgereikt voor een proefschrift en een masterscriptie. Dit jaar gaat de prijs naar het beste proefschrift van de afgelopen twee jaar.
Nederzettingsarcheologie
Karen schreef het methodisch sterke en goed geschreven proefschrift ‘Settling with the Norm? Norm and variation in social groups and their material manifestations in (Roman) Iron Age (800 BC–AD 300) settlement sites of the northern Netherlands’. In dit zeer fraai geïllustreerde en relevant proefschrift worden nederzettingsgegevens van het Fries-Drents plateau op uitvoerige, vernieuwende en gedetailleerde wijze geanalyseerd om inzicht te krijgen in de wijze waarop, op verschillende sociale en ruimtelijke schalen, mensen zich in de bouw van huizen, de depositie van afval en ritueel gedrag wel of niet schikken naar wat voor de archeoloog de norm lijkt te zijn.
Vernieuwend onderzoek
Het praktisch vernieuwende onderzoek van De Vries laat zien dat huishoudens in de Nederlandse IJzertijd en Romeinse periode bewust c.q. strategisch specifieke supraregionale normen volgen, zonder hierbij afstand te doen van mogelijkheden tot expressie van meer lokale identiteiten. De wijze waarop zij de verschillende onderdelen van de huishoudtraditie uit elkaar weet te trekken om nieuwe inzichten te krijgen is volgens de jury indrukwekkend te noemen.
De zeer inzichtelijke schema’s die daaruit volgen kunnen de komende jaren veelvuldig gebruikt gaan worden. Door deze methodiek en insteek, komt zij tot resultaten en inzichten die relevant zijn voor de nederzettingsarcheologie in bredere zin en biedt zij een relevantie die de schaal van haar Nederlandse brondata overstijgt. De jury ziet in haar proefschrift dan ook inspiratie voor andere perioden en regio’s.