Geen vergiffenis voor schadelijke diertjes

Sinds januari 2025 is de ‘lage-zuurstof’ behandeling ter bestrijding van insecten in cultureel erfgoed weer toegestaan. Nederland is een van de eerste landen in Europa waar ‘in-situ gegenereerde stikstof’ als biocide voor cultureel erfgoed is toegelaten. Dat is goed nieuws voor musea en andere collectie­beheerders die deze milieu­vriendelijke bestrijdings­methode willen inzetten om hun collecties te beschermen tegen ongewenste diertjes.

Dit succes kwam dankzij nauwe samenwerking van Europese erfgoedorganisaties tot stand. Namens Nederland hebben de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed (RCE), het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat (Inspectie Leefomgeving en Transport) en het College voor de toelating van gewasbeschermingsmiddelen en biociden (Ctgb) de krachten gebundeld om dit voor elkaar te krijgen.

Veilig en toch verboden?

In-situ gegenereerde stikstof is gewone lucht waar de zuurstof uit is gefilterd. Het is dodelijk voor organismen die zuurstof nodig hebben om te overleven terwijl het onschadelijk is voor het milieu en de materialen die worden behandeld. Daarom wordt deze veilige en schone bestrijdingsmethode al sinds eind vorige eeuw ingezet tegen ongedierte in onder andere cultureel erfgoed. In 2012 is deze methode op Europees niveau echter als biocide aangemerkt en kwam onder de Biocidenverordening te vallen. Dan kan het alleen gebruikt worden met een toelating en voor dit onschuldige middel had niemand die aangevraagd. Het werd opeens een verboden middel.

Op de foto is een zogeheten lage-zuurstofkamer te zien, een aparte ruimte in het depot waarin museale objecten behandeld kunnen worden met de stikstof-methode. Dit is een voorbeeld uit Collectiecentrum Nederland.
Beeld: Wim Hoeben
De lagezuurstof-kamer in Collectiecentrum Nederland (CCNL).

Gedoogd

Vanuit de industrie was er zeker interesse om de methode toegelaten te krijgen, maar niemand wilde het werk en de hoge kosten op zich nemen. Het was commercieel niet interessant genoeg, maar voor de erfgoedwereld was er een grote noodzaak om het middel te kunnen blijven gebruiken. In Nederland hebben meerdere musea een ‘lage-zuurstof kamer’ om binnenkomende en aangetaste objecten te behandelen.

Dankzij een wetsartikel in de Biociden­verordening werd een derogatie aangevraagd zodat het middel een aantal jaren werd gedoogd. Mits er een aanvraag voor toelating werd gedaan.

Europese samenwerking

Daartoe hebben Europese erfgoedorganisaties de handen ineen geslagen. Na voorbereidend werk vanuit Oostenrijk in 2019 hebben Duitse collega’s van de Stiftung Preussischer Kulturbesitz in Berlijn het stokje overgenomen en bij het Europees Agentschap voor chemische stoffen (ECHA) het dossier ingediend om de werking van stikstof als bestrijdingsmiddel tegen insecten in erfgoed aan te tonen. Met wetenschappelijke input uit Nederland en Denemarken is het gelukt om ‘in-situ gegenereerde stikstof’ als werkzame stof op de zogenaamde Annex I lijst van laag-risico biociden te krijgen. Dat opende de weg voor de Duitsers om een toelating te krijgen voor toepassing in afgesloten ruimtes zoals behandelkamers en -tenten. Zij kunnen nu andere Europese landen notificeren zodat de methode ook daar toegepast mag worden. Nederland is een van de eerste landen.

Cultureel erfgoed in voorhoede tegen vergif

Dit is echt bijzonder, aldus Agnes Brokerhof, onderzoeker bij het Rijkserfgoedlaboratorium van de RCE. Cultureel erfgoed heeft het voortouw genomen om een schone en veilige bestrijdingsmethode toegelaten te krijgen waar nu ook andere ‘industrieën’ gebruik van kunnen maken. Bovendien is de toelating beschikbaar voor iedereen die er gebruik van wil maken, zonder dat commerciële belangen een beperking vormen. De huidige toelating geldt alleen voor toepassing op cultureel erfgoed. Maar omdat de stof op de Annex I lijst staat, kan ieder bedrijf tegen relatief lage kosten toelating voor een eigen toepassing aanvragen. Bij het College voor de toelating van gewasbeschermingsmiddelen en biociden (Ctgb) hebben ze zoiets niet eerder meegemaakt bij de biociden (wel bij de gewasbeschermingsmiddelen). Cultureel erfgoed heeft de weg gebaand voor mens- en milieuvriendelijke bestrijding van insecten.

Brokerhof: In een tijd van vervuiling, gif en ellende is het fantastisch dat deze schone bestrijdingsmethode weer terug is. Ook het Collectiecentrum Nederland (CCNL) heeft twee behandelkamers die op stikstof draaien, dus het was in ons eigen belang. Maar het was ook een principiële zaak. We hebben 25 jaar geleden de methode als veilig en schoon alternatief voor alle giftige gassen in de museumwereld geïntroduceerd en die is toen omarmd. Het nieuws dat stikstof als biocide werd gekwalificeerd en niet op de biociden­lijst van de EU stond, en dus nog steeds een verboden middel was, sloeg in 2019 dan ook in als een bom. De reden dat het op de verboden middelen­lijst stond heeft met de politiek te maken. Maar we zijn er vol gas tegenaan gegaan om ons middel eerst op de biociden­lijst te krijgen en vervolgens een toelating te krijgen. Nu, 5 jaar later, zijn we zo ver. We zijn trots op dit resultaat dat we samen met het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat (Inspectie Leefomgeving en Transport) en het College voor de toelating van gewas­beschermings­middelen en biociden (Ctgb), en dankzij de genereuze inzet van onze Duitse collega’s hebben bereikt.