Hulp bij herkomst: gedecoreerde bokalen van glas

Weblog

Deze maand in de blogreeks Hulp bij herkomst: twee 18e-eeuwse gedecoreerde bokalen van glas. Weet u hier meer over? 

In de blogs Hulp bij herkomst bespreken we maandelijks een object uit de Nederlands Kunstbezit (NK)-collectie waar herkomstonderzoek naar wordt gedaan. Deze collectie bestaat onder andere uit objecten die na de Tweede Wereldoorlog terugkeerden naar Nederland. Denk aan schilderijen, werken op papier maar ook meubelen en keramiek. Door een flinke impuls te geven aan het onderzoek hopen we nieuwe herkomstgegevens te vinden. 

Glazen bokalen
Beeld: RCE
Twee bokalen van glas met balustersteel en gedecoreerd met radgravure van driemaster, eerste helft 18e eeuw. Inventarisnummer NK578-A-B, 21 x 9 cm.

Ingegraveerde lijfspreuken

Op de foto zien wij twee glazen met dezelfde opschriften en decoraties. Zulke glazen waren in de 18e eeuw gebruiksvoorwerpen in rijke huishoudens. De bokalen zijn gegraveerd met de tekst "DAT HET ONS WEL GAET IN ONSE OUDE DAAGEN", een referentie naar de momenten waarop er uit de glazen gedronken werd. Tijdens speciale gelegenheden proostten bijvoorbeeld vrienden, geliefden, familieleden, maar ook handelspartners met dit soort bokalen. De inscripties fungeerden als een lijfspreuk of ze verwezen naar een bijzondere gebeurtenis. In het geval van deze glazen dronken compagnons op een mooie toekomst. Naast de decoratieve tekst zijn de bokalen nog voorzien van een zeilschip met drie masten, geflankeerd door een rocaillemotief – een schelpmotief in de rococo stijl.

Techniek van de radgravure

In de 17e eeuw vond een verschuiving plaats in de decoratietechniek van drinkglazen. Aanvankelijk was diamantgraveren in de mode. Deze techniek vond haar oorsprong in Venetië en verspreidde zich al snel door Europa. Een voorstelling werd in glas gegraveerd door met een diamant zachtjes in het glas te krassen. Deze 18e-eeuwse glazen zijn echter met de radgravuretechniek gemaakt, een techniek die vanuit Duitsland populair werd. Deze methode was anders: de tekening of tekst werd met een speciaal daarvoor gemaakte machine in het glas verwerkt. Terwijl de glasmaker de bokaal vasthield, drukten snel draaiende radertjes de voorstelling in het glas. Door gebruik te maken van verschillende wieltjes kon diepte in de voorstelling gecreëerd worden. Zo zijn in het geval van deze glazen de tekst en het schip op verschillende dieptes ingegraveerd, waarbij de masten van het schip net wat meer reliëf creëren.

Glazen bokaal met graveringen
Beeld: RCE
Bokaal van glas met balustersteel en gedecoreerd met radgravure van driemaster, eerste helft 18e eeuw. Inventarisnummer NK578-A, 21 x 9 cm.

Het herkomstonderzoek

In januari 1947 werden deze bokalen, samen met andere huishoudelijke objecten, naar Nederland vervoerd vanuit het Thaulowmuseum in Duitsland. Ladinglijsten geven aan dat het gaat om objecten die tussen 1943 en 1944 door Duitse musea bij Nederlandse kunsthandels zijn aangekocht. Zo ook staan deze drinkglazen op de lijst met als herkomst C.A.M. Drieman – een Amsterdamse antiquair en kunsthandel die op de befaamde Nieuwe Spiegelstraat een zaak had. Helaas leverde grondig onderzoek naar deze Drieman verder niets op waardoor het ook onbekend bleef op welke datum in 1943 de overdracht van eigendom van deze glazen precies plaatsvond.

Objectonderzoek gaf wel nieuwe informatie. Op de onderkant van de balustersteel van de drinkglazen staat een witte inscriptie: 1943.67. Een informatieverzoek naar het museum verschafte nieuwe feiten. Het archief bevatte briefwisselingen tussen Drieman en de toenmalige directeur van het museum, Dr. Ernst Sauermann. Uit die brieven komt naar voren dat de verkoop van de bokalen op 7 juni 1943 plaatsvond. De witte cijfers op de onderkant van de voet van het glas zouden dan deze datum zijn. Naast rekeningen met opsommingen van reeds aan het museum verkochte objecten biedt de antiquair in dezelfde brieven vol trots zijn nieuwe aankopen aan, die de directeur spoedig moet komen bekijken.

Uit brieven met Drieman komt naar voren dat de directeur langskwam in 1943 en 1944. De objecten die de Amsterdamse kunsthandelaar had, waren gewild door het museum. Wie was deze C.A.M. Drieman? En: waar en bij wie kocht deze kunsthandelaar en antiquair zijn handelsvoorraad in?

Hulp gezocht

Een team herkomstonderzoekers bij de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed (RCE) werkt aan hernieuwd en aanvullend herkomstonderzoek van objecten in de Nederlands Kunstbezit (NK)-collectie. Ook maken ze de onderzoeksresultaten digitaal toegankelijk en ontsluiten relevante informatie en data op een duurzame wijze. Deze impuls brengt de objecten nog beter in beeld.

Heeft u meer informatie over de herkomst van deze glazen bokalen (NK578) of weet u meer over de handelswijze van de Amsterdamse kunsthandelaar en antiquair C.A.M. Drieman? Neem dan contact met ons op: restitutie@cultureelerfgoed.nl

Deze blog is geschreven door Liza Lebedeva, junior herkomstonderzoeker bij de RCE.