H.A. van Meegeren, Christus en de overspelige vrouw, 1942

Weblog

Een topstuk uit de collectie van de Rijksdienst, Christus en de overspelige vrouw (1942) van Han van Meegeren, verhuist binnenkort naar kasteel het Nijenhuis in het landelijke Heino/Wijhe. Het Nijenhuis werd van 1958 tot 1984 bewoond door Dirk Hannema (1895-1984). Als directeur van museum Boymans van Beuningen kocht hij in de jaren dertig het eerste schilderij van meestervervalser Han van Meegeren (1889-1947) aan: De Emmaüsgangers. Zijn museum leed een miljoenenstrop. Tot zijn dood geloofde hij dat het werk van Johannes Vermeer (1632-1675) was en niet van Van Meegeren.

Voorstelling van Christus en een (overspelige) vrouw, twee mannen op de achtergrond.
H.A. van Meegeren, Christus en de overspelige vrouw, 1942, olieverf op doek, inv.nr. NK3394

Hermann Göring

De overspelige vrouw heeft minstens zo’n bewogen geschiedenis als De Emmaüsgangers. Van Meegeren verkocht het werk in 1943 aan een vertegenwoordiger van niemand minder dan Hermann Göring, Hitlers tweede man. De rijksmaarschalk moest er 1.650.000 gulden voor betalen. Kort na de oorlog ontdekte een Amerikaanse kapitein het doek in Görings collectie en zo leidde het spoor naar Van Meegeren. Collaboratie! In mei1945 werd hij gevangen genomen. Tijdens de spraakmakende rechtszaak die volgde onthulde Van Meegeren het ene na het andere geheim en was de verzamelaarswereld opeens een aantal schilderijen van Vermeer en andere zeventiende-eeuwse schilders minder rijk. De schilder werd veroordeeld tot een jaar gevangenisstraf maar zat haar niet uit: hij overleed twee maanden na de uitspraak. Christus en de overspelige vrouw was de aanleiding tot zijn arrestatie en zijn ontmaskering als vervalser.

Vervalsing

Van Meegeren had tijdens zijn proces voor- en tegenstanders. De schrijvers Simon Vestdijk en Godfried Bomans waren hem goed genegen en wilden zelfs een standbeeld voor hem oprichten, de kunsthistorici Hans Schneider en J.Q. van Regteren Altena waren vernietigend in hun kritiek. Over De overspelige vrouw schreven ze dat de compositie typisch Venetiaans was en dus onlogisch dat een Vermeer als voorbeeld zou hebben gediend. Ook was de afbeelding niet volgens het Evangelie van Johannes: daar wendt Christus zich tot de Schriftgeleerden en Farizeeën (de twee mannen links en rechts van hem) en niet als schoolmeester met een opgestoken vingertje tot de vrouw. Verder vonden ze haar hoofddoek van papier, haar hoofd geen enkel volume hebben en de hand van Christus zat aan een miniem armpje. Tot slot leek het uitzicht op de natuur buiten meer op een muur uit een tentoonstellingsstand dan op de realiteit. Kortom: geen Vermeer maar een vervalsing, een echte Van Meegeren.

Depotstuk bij de één, een zaalstuk bij de ander

Met deze verhalen was het schilderij altijd een dankbaar stuk voor de rondleidingen die door de Rijswijkse depots werden gehouden. Volgend jaar komt het op zaal in Het Nijenhuis. Daar zal het verhaal zich voortzetten met de andere werken die Dirk Hannema heeft verzameld. Niet mooier kon zo een depotstuk bij de één, een zaalstuk bij de ander worden.