‘Als de dauw hangt...'

Weblog

Het dansende stel heeft er zichtbaar plezier in. Hij tilt haar op en draait haar in de rondte. Haar rechtervoet komt van de vloer, haar rok bolt en de punten van de doek die ze om haar hoofd gebonden heeft zwaaien naar achteren, terwijl ze hem lachend aankijkt. De ‘vaart’ die in de voorstelling zit komt niet alleen van het duo, maar ook van de gearceerde lijnen om hen heen. 

Potloodschets van dansend paar, man en vrouw, ten voeten uit.
Christine van den Ende (1927-2010), Dansend stel [Marit en Jon uit ‘Als de dauw hangt komt er regen’], litho, 1950, 56 x 38 cm, inv.nr. K2344

Als kind kende ik de prent al; een afdruk ervan hing in mijn ouderlijk huis. De vervaardigster, Christine van den Ende, was een zusje van mijn moeder. Ze werd in 1927 geboren in Roermond en is in 1946 naar de Kunstnijverheidsschool in Maastricht gegaan. Daarna volgde ze de Rijksakademie in Amsterdam, waar ze haar toekomstige echtgenoot, de Zwitserse professor monumentale kunst Walter Clénin, leerde kennen. Ze trouwden in 1966 in Ligerz en vestigden zich in zijn vaderland.

Na haar huwelijk schilderde en tekende Van den Ende niet veel meer; ze maakte fantasievolle kettingen, die gretig aftrek vonden. Als ik meehielp kralen op kleur te leggen in haar atelier vertelde ze vaak over de boeken die ze graag las. Een daarvan was Margrit Söderholms ‘Als de dauw hangt komt er regen’ over een verboden liefde tussen een rijke boerendochter en een arme rondtrekkende violist in 19de-eeuws Zweden. Het boek en de verfilming daarvan in 1946 waren haar inspiratie voor deze zeefdruk geweest.