Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed overhandigt unieke verrekijker uit kasteel Haamstede aan provincie Zeeland
Op 19 maart is door Jos Bazelmans, hoofd van de afdeling Archeologie van de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed (RCE), een unieke verrekijker overgedragen aan de Zeeuwse gedeputeerde van Cultuur Anita Pijpelink. De kijker met kompas stamt uit de periode ca 1650-1750 en is in de jaren zestig gevonden tijdens opgravingen van kasteel Haamstede. De kijker wordt opgenomen in het provinciaal archeologisch depot van Zeeland.
Een bijzondere vondst
In 2018 dook bij een oud-medewerker van de RCE een bijzondere vondst op: een verrekijker die in 1964 of 1965 was gevonden bij opgravingen van kasteel Haamstede. Voor de verrekijker zijn geen paralellen te vinden.
Optisch compendium
Het betreft een samengesteld instrument of optisch compendium: het omvat namelijk niet alleen een verrekijker maar ook een kompas. Het kompas is ondergebracht in een aparte houder die op de voorzijde van de kijker kan worden geschroefd. Het compendium is opgebouwd uit verschillende op een draaibank gevormde delen uit olifantivoor. De zonnewijzer en de vier buizen van de kijker zijn van messing. De kompasnaald is van messing en ijzer. Het ijzer is ongetwijfeld magnetisch geweest, maar dat is het tegenwoordig niet meer door de vrijwel volledige omzetting van ijzer in ijzeroxide. De kijker kon tot een lengte van ca 45 cm worden uitgetrokken en bood een vergroting van ca 3,5.
Gadget voor de meer gefortuneerde leek
Oorspronkelijk had de kijker twee lenzen. Eén van de lenzen is verloren gegaan. Een klein merkteken op de zonnewijzer - een open kroon - wijst mogelijk op een productie ervan in Neurenberg.
In uitvoering behoorde de kijker uit Haamstede zeker tot het betere segment; als kijker was ze voor wetenschappelijk onderzoek echter niet geschikt. Het was eerder een gadget voor de meer gefortuneerde leek.
Datering
Het is lastig om de kijker te dateren en een plek te geven in relatie tot de Zeeuwse uitvinding van de telescoop in 1608. Gelet op de relatief eenvoudige vormgeving en de geringe lenskwaliteit mag een datering in de tweede helft van de achttiende eeuw of later uitgesloten worden. De toevoeging van een kompas lijkt samen te hangen met een ruimere beschikbaarheid van kijkers en te wijzen op een productie voor een consumentenmarkt. Aan dergelijke samengestelde instrumenten werd waarschijnlijk pas gewerkt rond en na het midden van de zeventiende eeuw toen het maken van goede lenzen routine was geworden. Er zijn echter geen mogelijkheden om de kijker nauwkeuriger te dateren dan 1650-1750.
(Klik op onderstaande foto's voor een groter formaat.)
Samenwerking
Het onderzoek van het compendium is een samenwerking van Museum Boerhave, Faculteit Toegepaste Natuurwetenschappen van de TU Delft, Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed, Amersfoort, Interfacultair Reactor Instituut TU Delft, Delft, en Huygens Instituut voor Nederlandse Geschiedenis, Amsterdam.