Scheepswrak van fluitschip in de Baltische Zee nu ook gedateerd
De internationale duikgroep Badewanne heeft ontdekt uit welk jaar het unieke scheepswrak stamt dat op de bodem van de Baltische Zee ligt. Het wrak van een Nederlands fluitschip werd vorig jaar op een diepte van 85 meter aangetroffen en is buitengewoon goed bewaard gebleven. Tijdens opnames van de documentaire Fluit vond Badewanne het hakkebord van het schip, dat met de voorkant naar beneden op de bodem van de zee lag. Het bevat een gravering met het jaar 1636 en een afbeelding van een zwaan, zo maakt de duikgroep vandaag samen met maritiem archeologen uit Finland, Nederland en Zweden bekend.
De zwaan refereert waarschijnlijk aan de naam van het schip. Tijdens de opnames zijn er ook nieuwe metingen gedaan om de grootte van het schip te bepalen. Samen met maritiem archeologen Minna Koivikko van de Finnish Heritage Agency, Martijn Manders van de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed en fluit-expert en maritiem archeoloog Niklas Eriksson van de Universiteit van Stockholm zal er verder onderzoek gedaan worden om de geschiedenis rond het wrak te achterhalen. In de historische documentaire Fluit, geproduceerd door Handle Productions, worden de specialisten en het onderzoek naar het scheepswrak op de voet gevolgd. De documentaire gaat in op de oorsprong en missie van dit fluitschip, de identiteit van diens bemanning en haar noodlottige reis op de Baltische Zee.
Belangrijke handelsroute voor Nederland in de 17e eeuw
Sinds de middeleeuwen is de Baltische Zee een van ‘s werelds belangrijkste handelsroutes. In de zeventiende eeuw kwam deze grotendeels in handen van de handelsvloot van de Nederlands Republiek. De winstgevende Baltische Zee handel gaf het land de financiële middelen om haar handelsnetwerk verder uit te breiden en bijvoorbeeld de Verenigde Oostindische Compagnie op te richten. Eén type schip werd veelvuldig gebruikt in de Baltische Zee handel: de fluit, een driemaster met een zeer grote laadcapaciteit. Deze schepen waren doorgaans niet bewapend en hadden een kleine bezetting, met een grotere winst als resultaat. Fluitschepen hadden daarnaast woon- en slaapvertrekken die gedeeld werden door de gehele bemanning. Dit was vrij ongebruikelijk in de hiërarchische maritieme wereld van die tijd. Ondanks dat deze houten fluitschepen alom vertegenwoordigd waren in de Baltische Zee handel van de late zestiende tot midden achttiende eeuw, hebben maar weinig schepen de tand des tijds overleefd.
“Het was fantastisch om één van de eerste mensen te zijn die dit schip mocht zien nadat het 400 jaar geleden was gezonken. Wij hebben nu de mogelijkheid om haar verhaal boven water te halen,” vermeldt wetenschappelijk duiker Jouni Polkko.
“De identiteit van schepen worden vaak onthuld door de gegraveerde motieven op het hakkebord. Fragmenten van zulke motieven zijn wel eerder gevonden, maar nu we er een hebben die geheel intact is gebleven, is het mogelijk het schip te identificeren op dezelfde manier als mensen uit de zeventiende eeuw dat zouden hebben gedaan. Het schip heette vermoedelijk de ‘Zwaan” en was gebouwd in 1636. Bij nader onderzoek zullen we hopelijk ook het wapenschild van de thuishaven kunnen achterhalen,” vertelt maritiem archeoloog Niklas Eriksson.
“Door deze vondst geloof ik weer in wonderen. Ik heb dit nog nooit meegemaakt in de 30 jaar dat ik actief ben als maritiem archeoloog,” vertelt maritiem archeoloog Minna Koivikko.
“Deze nieuwe vondsten zijn een geweldig startpunt voor nieuw onderzoek. Nu we het bouwjaar van het schip kennen, 1636, en een indicatie hebben van de naam van het schip kunnen we de historische context makkelijker achterhalen. Misschien kunnen we zelfs opvarenden terugvinden en identificeren. Deze nieuwe vondsten helpen ons ook om de geheimen van de fluit te ontrafelen: een simpel, veelgebruikt schip dat de juiste omstandigheden creëerde voor vroege globalisering. De fluit is een voorbeeld van typisch Nederlandse scheepsbouw en symboliseert de florerende zeevaarthandel van die tijd,” voegt maritiem archeoloog Martijn Manders toe.