Compleet en relatief ongeschonden Romeins heiligdom ontdekt in Gelderland

In Herwen-Hemeling (gemeente Zevenaar) hebben archeologen een opzienbarende vondst gedaan. Een compleet en relatief ongeschonden Romeins heiligdom vlakbij UNESCO Werelderfgoed Romeinse Limes. Op deze plek hebben meerdere tempels gestaan. Er zijn resten van godenbeelden, reliëfs en beschilderd pleisterwerk gevonden. Bijzonder is de vondst van meerdere complete votiefstenen of wijaltaren, gewijd aan verschillende goden en godinnen. Dit is voor Nederland, maar ook internationaal, zeer uitzonderlijk. Vanaf 24 juni zijn verschillende topstukken uit de vindplaats te zien in Museum Het Valkhof in Nijmegen.

[De tekst gaat verder onder de foto]

Luchtfoto van de opgraving van een waterput met een archeoloog en zijn laptop
Beeld: ©RAAP
De waterput

Goden en hun tempels

In Herwen-Hemeling hebben de Romeinse soldaten vanaf de 1e eeuw tot de 4e eeuw gebeden tot hun goden. De plek was bijzonder: bij de splitsing van de Rijn en de Waal lag al een verhoging in het landschap, die kunstmatig nog iets hoger is gemaakt. Bovenop dit heuveltje stonden twee, en misschien nog meer, tempels. Een daarvan was een Gallo-Romeinse omgangstempel met kleurig beschilderde muren en een pannendak. Een paar meter verderop stond nog een tempeltje, ook met fraai beschilderde muren. Bijzonder zijn de resten van enkele tientallen votiefstenen (kleine altaren) die zijn geplaatst door hooggeplaatste soldaten om een bepaalde gelofte in te lossen. De stenen zijn gewijd aan Hercules Magusanus, Jupiter-Serapis en Mercurius. Een grote stenen put had mogelijk ook een bijzondere functie: een stenen trap leidde naar beneden, het water in. Rondom de tempels brandden af en toe flinke offervuren, waarvan de haardkuilen zijn teruggevonden.

[Klik op de foto voor groter formaat]

Biddende officieren langs de Limes

In Nederland zijn meerdere Romeinse heiligdommen bekend, maar dit is de eerste tempel die pal op de grens van het Romeinse rijk (Limes) in Nederland is gevonden. Nog nooit eerder is in Nederland zo’n compleet complex gevonden met een tempelgebouw, votiefstenen en kuilen met resten van offers. Daarnaast is de hoeveelheid kalkstenen sculptuurfragmenten ongekend. Het heiligdom is vooral in gebruik geweest door soldaten. Dat is te zien aan de vele dakpanstempels: de dakpanindustrie was in die tijd een activiteit van het leger. Daarnaast zijn er veel onderdelen van paardentuig, onderdelen van harnassen, en bijvoorbeeld speer- en lanspunten gevonden. Tientallen votiefstenen zijn opgericht door hoge officieren uit het Romeinse leger. Ze bedankten daarmee een god of een godin voor het vervullen van hun wens. Dat hoeft niet eens het winnen van een veldslag te zijn: een verblijf in deze noordelijke streken overleven, soms ver van huis, was al reden genoeg om dankbaar te zijn.

Kaart van het gebied, met Nijmegen, Elst en Huissen en de Romeinse nederzettingen Castellum Loowaard, Castellum Carvium en daartussen Tempel herwen Hemeling
Beeld: ©RAAP / Olav Ode
Kaart van het gebied met de locatie van de tempel

De provincie is partner in UNESCO Werelderfgoed Romeinse Limes. Erfgoedgedeputeerde Peter Drenth: “Gelderland is onverwachts een bijzondere Romeinse vindplaats rijker. Een waardevolle toevoeging aan ons verhaal over Romeinse Limes. We gaan nu deze prachtige vindplaats zo goed mogelijk onderzoeken en laten zien aan de inwoners van Gelderland.”

Deze zomer zijn er verschillende topstukken uit de vindplaats te zien in Museum Het Valkhof in Nijmegen.

Vondstomstandigheden

In het gebied vindt kleiwinning plaats. Vrijwilligers van de Vereniging van Vrijwilligers in de archeologie (AWN) deden eind 2021 de eerste vondsten. Deze zijn meteen gemeld bij de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed (RCE). Na de vondst is de kleiwinning rondom de vindplaats gestopt en elders op het terrein voortgezet. De RCE heeft een eerste inspectie gedaan, waarna archeologisch bureau RAAP begin 2022 in opdracht van Provincie Gelderland een nader onderzoek heeft uitgevoerd.

De vindplaats bleek echt bijzonder te zijn. Daarom is besloten deze op te graven. Hiervoor hebben Provincie en Rijk middelen vrijgemaakt. De provincie Gelderland heeft in 1985 een ontgrondingsvergunning verleend voor de kleiwinning. Daarin is archeologie niet opgenomen: dat was toen nog niet wettelijk verplicht, zoals het dat nu wel is. Het aantreffen van deze vindplaats is een zogeheten ‘toevalsvondst,’ een vondst die bij niet-archeologisch graafwerk gedaan is. De provincie is in dit onderzoek opdrachtgever en eigenaar van de vondsten.