Registergegevens

Monumentgegevens

Monumentnummer
14492
Inschrijving register
Kadaster deel/nr
82865/53
Internationaal kenteken
Ja
Kadastrale aanduiding
Eelde E 2804
Hoofdweg 80, 9761 EK te Eelde

Omschrijving

Inleiding

Woonhuis, plaatselijk bekend als schultenhuis, Nijsinghhuis of Oud Gemeentehuis en, getuige het jaartalanker 1654 op de zuidelijke schoorsteen, vermoedelijk in of omstreeks dat jaar gebouwd in opdracht van schulte (schout) Johan Alting ter plaatse van het oude schultenhuis. In 1670 kwam het huis in bezit van Jan Nysingh, die het als particulier woonhuis in gebruik nam. Omstreeks 1728 wordt de voorzijde van huis in opdracht van Lucas Nysingh verbouwd, bij welke gelegenheid het huis zijn huidige voorgevel in een vrij ingetogen Lodewijk XIV-stijl kreeg. Ook het inwendige van het voorhuis wordt gewijzigd en krijgt onder meer de in een barokke Daniël Marot-trant uitgevoerde schouw met spiegel, twee gebeeldhouwde figuren (Demeter en Vrouwe Justitia) en een schilderstuk (geschiedenis Vertumnus en Pomona). Het snijwerk is van de Groninger beeldhouwer Jan de Rijk. In de 19de eeuw is het huis lange tijd bewoond geweest door verschillende burgemeesters. In die periode veranderde er weinig aan het pand tot het moment waarop het in 1893 door de gemeente Eelde werd aangekocht en er vanaf 1896 het gemeentehuis in werd gevestigd. Na verlies van die functie in 1939, is het huis voor diverse doeleinden gebruikt waarbij het langzaam maar zeker in verval geraakte. In 1971 komt het in bezit van het echtpaar van Groeningen-Hazenberg, dat het in 1972-1973 ingrijpend laat restaureren. Bij gelegenheid van deze restauratie zijn onder meer de smalle kloostervensters in de achterste beuk in oude staat hersteld en kregen de vensters in de voorste beuk hun vroeg-18de-eeuwse roedenverdeling terug. Vanaf 1982 zijn in diverse ruimtes wand- en plafondschilderingen aangebracht. De voormalige raadzaal, de halwanden en de bibliotheek dragen schilderingen van Matthijs Röhling, die samen met Wout Muller tevens het plafond van de hal beschilderde. Muller was ook verantwoordelijk voor de schilderingen in een hal en een kabinet (de voormalige bijkeuken) in het achterhuis. Een van de kamers aan voorzijde is voorzien van schilderwerk van Olga Wiese. Clary Mastenbroek voorzag het 'Marie-Antoinettekamertje' van paneelschilderingen. De schildering in het koetshuis is van de hand van Pieter Pander. Hoewel deze wand- en plafondschilderingen in hoge mate het karakter van het huidige interieur meebepalen, kunnen zijn wegens te geringe ouderdom thans niet van rijkswege beschermd. Bij het huis behoren een aangebouwd, 18de-eeuws koetshuis (dat mede bescherming geniet) en een (na de restauratie van het huis) aangelegde tuin met een deels organische, deels formele aanleg naar ontwerp uit 1996 van Jorn Copijn. Deze tuin komt eveneens wegens te geringe ouderdom thans niet voor bescherming van rijkswege in aanmerking. Ook uit de jaren negentig van de vorige eeuw dateert het in organische architectuur gebouwde Museum voor figuratieve kunst De Buitenplaats, naar ontwerp van Architectenbureau Alberts en Van Huut. Ook dit wordt wegens te geringe ouderdom thans niet van rijkswege beschermd. Het ijzeren hek aan straatzijde, tenslotte, is niet oorspronkelijk. Reden waarom ook dit niet van rijkswege wordt beschermd.

Omschrijving

HUIS. Tweebeukig dwars pand op rechthoekige plattegrond, opgetrokken uit rode baksteen en gedekt door zadeldaken met blauwgeglazuurde Hollandse pannen tussen topgevels met vlechtingen en klein zandstenen schouderstuk; drie topschoorstenen met bord; vierde schoorsteen op nok achterhuis; ijzeren muurankers (schieters, sierankers en jaartalanker 1654); aan voorzijde classicistische halsgevel met gebeeldhouwde zandstenen vleugelstukken en driehoekig fronton met bekroning; bewerkte houten entreepui met zijlichten en Lodewijk XIV-snijwerk in bovenlicht met lantaarn. Aan weerszijden van de ingangspartij twee meerruitsramen onder hanenkam. In de zijgevels keldervensters, meerruitsramen, kloosterkozijnen met glas en luiken beneden en glas-in-lood boven alsook rechthoekige ramen met luik (beide onder ontlastingsboog en met zandstenen onder-, tussen- en bovendorpels) en, in de geveltoppen, kleine ronde openingen gevat in bewerkte terracotta omlijsting. In de achtergevel deur met bovenlicht en kloosterkozijnen als hierboven beschreven. INTERIEUR. Het interieur kent nog een aantal belangwekkende 17de- en 18de-eeuwse onderdelen. Daaronder een uit drie delen samengestelde via een vrije luie trap bereikbare kelder; twee delen met korfboogvormig gewelf, het derde met balkenplafond. De vloeren met geglazuurde estriken. Hal bevloerd met platen van Oberwezer zandsteen; deuren naar bibliotheek, voormalige raadzaal en achterhuis. In de vertrekken voornamelijk houten vloeren en, op de hal, houten plafonds. In de voormalige raadzaal met lambriseringen een schouw in Daniël Marot-trant met snijwerk van Jan de Rijk en een schilderstuk voorstellende Vertumnus en Pomona. In het achterhuis is onder meer van belang de keuken met vloer van Oberwezer zandsteen, betegeling (witjes en tableaus) en 19de-eeuwse koperen kranen en pompdelen. Voorts de opkamer met bedsteewand, balken met sleutelstukken en schouw met witbetegelde achterwand. De achtergang staat in verbinding met een grotendeels betimmerde en met nieuwe schilderingen verfraaide ruimte, die oorspronkelijk de functie van bijkeuken had. Aangebouwd KOETSHUIS, opgetrokken uit rode baksteen en gedekt door een met rode Hollandse pannen bedekt zadeldak tussen topgevels met kleine tuit; vlechtingen; staafankers. In de gevel aan straatzijde dubbele inrijdeuren, lichtgetoogd en onder hanenkam; erboven gevelsteen 1728; aan weerszijden rondboograam met ijzeren verdeling; in de geveltop gietijzeren roosvenster. In de langsgevel drie roosvensters als in voorgevel. In de achtergevel paneeldeur met geprofileerd kalf en bovenlicht met gietijzeren snijraam en twee meerruitsramen.

Waardering

WOONHUIS van algemeen belang vanwege de cultuurhistorische, de architectuurhistorische en de ensemblewaarde. Het huis:

- heeft cultuurhistorische waarde als een bijzonder voorbeeld van een 17de-eeuws woonhuis met 18deeeuwse wijzigingen en een 20ste-eeuwse op onderdelen reconstruerende restauratie;

- is van belang vanwege de bijzondere bewonings- en gebruiksgeschiedenis;

- is van architectuurhistorisch belang vanwege de voor de verschillende (ver)bouwtijden kenmerkende vormgeving en detaillering alsmede vanwege het materiaalgebruik;

- is van architectuurhistorisch belang vanwege de samenhang (op onderdelen) tussen ex- en interieur;

- heeft ensemblewaarde als beeldbepalend onderdeel van de dorpsbebouwing;

- is tevens van belang vanwege de herkenbaarheid en de (na restauratie) hoge mate van gaafheid van het exterieur en onderdelen van het interieur.

Overige gegevens

Oorspronkelijke functies

Hoofdfunctie Hoofdcategorie Subcategorie Functie Verbijzondering Toelichting
Ja Woningen en woningbouwcomplexen Woonhuis(K) Woonhuis

Bouwtypen

Hoofdcategorie Subcategorie Bouwtypen Toelichting
Woningen en woningbouwcomplexen Woonhuis(K)