HOOFDGEBOUW. Rechthoekig buitenhuis, bekroond door een pannendak met vier schoorstenen, van oorsprong daterend uit de 18e eeuw. Ter linker- en rechterzijde van de ingangspartij zijn twee zesruitsschuiframen, de vijf ramen op de verdieping hebben een verdeling in vieren. Deze vensterindeling dateert uit de eerste helft der 19e eeuw. In die periode is de gevel bovendien voorzien van een bepleistering met het karakter van natuurstenen blokken. Een hardstenen trap met bordes van zandstenen platen, bevindt zich voor het huis.

De zuidgevel laat twee bouwperioden zien: begin en einde 18e eeuw.

Ook hier een empire vensterindeling, zesruits bij de schuiframen van de bel-etage, vierruits bij de twee ramen van het souterrain en de drie ramen van de bovenverdieping. Twee fenetres a terre hebben ieder acht ruiten. De glasdeuren, de ramen en het terras dateren uit de eerste helft 20e eeuw (architect A.A. Kok).

De achtergevel heeft een middenrisaliet met empire vensterindeling; de ramen ter linker- en rechterzijde van de middenpartij dateren uit het vierde kwart der 20e eeuw. De koepelkamer, in vijfhoekvorm gebouwd, dateert uit het derde kwart 18e eeuw.

Aan de noordzijde werd omstreeks 1908 een nieuwe ingang gebouwd; stoep en ingangspartij zijn afkomstig van een huis uit Haarlem, 18e eeuw (architect Wolbers). De vestibule en hal achter deze ingang, zijn gewijzigd tot keuken (derde kwart 20e eeuw).

De tekst van een gevelsteen luidt: 'Na de brand in de nacht van 25 op 26 mei 1956 hersteld juli 1957. Enschede-van Geen. Bataafsche Aannemingmaatschappij'.