Registergegevens

Monumentgegevens

Monumentnummer
395339
Inschrijving register
Kadaster deel/nr
82856/64
Internationaal kenteken
Nee
Kadastrale aanduiding
Zuidlaren H 3220
Zuidlaren H 3669
Zuidlaren H 2663
Zuidlaren H 3668
Zuidlaren K 1165
Zuidlaren K 1168
Zuidlaren K 1169
Zuidlaren H 3313
Stationsweg 161 a, Zuidlaren
Stationsweg 161, 9471 GP te Zuidlaren
Stationsweg 163, 9471 GP te Zuidlaren

Omschrijving

In 1935 naar ontwerp van de Groningse architect Egbert Reitsma (1892-1976) gereedgekomen zelfstandige, meer 'open' uitbreiding van de in 1895 opgeleverde aan de overzijde van de weg gelegen 'gesloten' psychiatrische inrichting op gereformeerde grondslag 'Dennenoord'. Terzijde ligt de woning van de geneesheer-directeur, eveneens naar ontwerp van E. Reitsma en voltooid in 1935. Beide gebouwen zijn opgetrokken in een cubistisch-expressionistische vormentaal. Het gebrandschilderde glas-in-loodraam in het trappenhuis is een ontwerp uit 1935 van de Groninger kunstenaar Jan Wykmans. Het werd vervaardigd bij de N.E.G. (Noordnederlandsche Electrische Glasslijperij te Groningen).

-De parkachtige tuinaanleg is omstreeks 1935 gerealiseerd naar een ontwerp uit 1934 van de Glimmense tuinarchitect Jan Vroom (1893-1985). Het Noordersanatorium bood plaats aan 'rustige' en 'onrustige' patienten, maar is thans niet meer als zodanig in gebruik.

-Het hoofdgebouw ligt markant en ruimschoots teruggerooid aan de weg Vries-Zuidlaren. Het omvat een zich verjongend torenachtig middengedeelte, waaruit radiaalsgewijs vier niet geheel identieke geknikte plat afgedekte vleugels ontspringen. Tussen deze vleugels bevinden zich twee verdiepte en twee gesloten binnentuinen. Aan de voorzijde liggen twee ommuurde tuinen. Het centrale gedeelte met toren is blokvormig geleed, heeft een plat dak met lichtkappen, ronde en rechtgesloten stalen deuren en ramen en wordt bekroond door een vlaggemast met stijgijzers; het omvat vier verdiepingen op sous-terrain en huisves(te) onder meer vestibule, hall met vide en trappenhuis, kamer van de geneesheer-directeur, portiersloge en administrateursruimte, wacht-, spreek- en onderzoekkamer en personeelsruimten. De vleugels aan voorzijde gaan over in een tuinmuur met windschermen van gewapend glas, tellen twee bouwlagen en zijn elk voorzien van een lighal in de open lucht; de vleugels aan achterzijde tellen elk een bouwlaag en eindigen in een klein overdekt terras. Het gebouw is opgetrokken uit zachtgele steen in lintverband op een trasraam van ten dele gesinterde helderrode baksteen. De gevelwanden zijn regelmatig ingedeeld door blauw geschilderde gegalvaniseerde stalen ramen met onder meer 24-, 16- en 8-ruits verdeling, betonnen lateien en markiezen. De terugliggende ingangspartij met stalen deuren wordt benadrukt door een stoep, bloembakken, een betonnen overstek waarboven balkons en heeft ultramarijnblauw betegelde penanten tussen de ramen. Aan deze laatste heeft het gebouw zijn bijnaam 'het Blauwe Paviljoen' te danken. Direct achter het gebouw ligt het blokvormige ketelhuis, dat is onderkelderd en is uitgevoerd in een bij het hoofdgebouw aansluitende vormgeving. Inwendig zijn onder meer van belang de zwart-wit geaderde marmerbekleding in de hall, de in pasteltinten uitgevoerde gebrandschilderde glas-in-lood ramen met Bijbelse scenes (Lucas 11:24 en Handelingen 5:16) in het trappenhuis naar ontwerp van Jan Wykmans uit 1935 en de lichtstraten in de zijvleugels.

-Voorts zijn van belang de verschillende formeel aandoende, door hagen en wind-schermen omheinde, binnentuinen rondom het gebouw (ca. 1935), met verdiept gazon, ten dele gesinterde helderrode baksteen gemetselde trappen en bloembakken, een wereldbol op bakstenen voet, een vijver en een grillig door geboomte en bosschages omzoomd padenbeloop. Het terrein wordt aan de straatzijde gemarkeerd door een uit eveneens ten dele gesinterde helderrode baksteen opgetrokken kubus met het opschrift Noorder Sanatorium en enig bijbehorend muurwerk. Voor het overige is het terrein, geheel in de geest van een 'open inrichting', afgezet door lage hagen en struiken.

-De bijbehorende woning van de geneesheer-directeur uit 1935 is eveneens opgetrokken uit zachtgele baksteen in lintverband op een trasraam van ten dele gesinterde helderrode baksteen. Het gebouw is samengesteld uit ten opzichte van elkaar verspringende blokvormige volumes, heeft enkele balkons en is plat afgedekt. De muurvlakken zijn regelmatig geleed door strakke raam- en deur-partijen; terzijde is een garage aangebouwd. Sanatoriumgebouw met gebrandschilderde glas-in-loodramen uit 1935 en andere waardevolle interieur-onderdelen, bijbehorende directeurswoning uit 1935 en parkachtige tuinaanleg uit ca. 1935, van algemeen architectuur- en cultuur-historisch belang:

-als evenwichtige en voor het noorden des lands unieke exponent van het cubistisch-expressionisme;

-wegens de plaats die het complex als stilistisch markeringspunt inneemt binnen het oeuvre van Egbert Reitsma;

-wegens de oorspronkelijke functie van meer 'open' psychiatrische inrichting -welke in ontwerp en uitvoering tot uitdrukking komt- en de betekenis daarvan voor de jongere geschiedenis van de psychiatrische ziekenzorg in Nederland;

-wegens gaafheid en compleetheid van complex en tuinaanleg;

-wegens de markante ligging.

Overige gegevens

Oorspronkelijke functies

Hoofdfunctie Hoofdcategorie Subcategorie Functie Verbijzondering Toelichting
Nee Kastelen, landhuizen en parken Tuin, park en plantsoen Tuin
Nee Woningen en woningbouwcomplexen Dienstwoning(K) Direkteurswoning
Ja Cultuur, gezondheid en wetenschap Gezondheidszorg Psychiatrische inrichting