Registergegevens

Monumentgegevens

Monumentnummer
401775
Inschrijving register
Kadaster deel/nr
82853/177
Kadastrale aanduiding
Zwolle F 4018
Zwolle F 6501
Ter Pelkwijkstraat 15, 8011 SE te Zwolle
Ter Pelkwijkstraat 17, 8011 SE te Zwolle

Omschrijving

Zwolle, Plantagekerk. Markant aan de zuid-oostelijke rand van de oude stad gelegen (christelijk) gereformeerd kerkgebouw met te linkerzijde aangebouwde kosterswoning, dat in de jaren 1874-1875 naar ontwerp van stadsarchitect J.W. Bosboom Sr. is gebouwd in een eclectische vormentaal; daarbij is gebruik gemaakt van neoromaanse, neogotische en neorenaissance motieven. Het complex ligt ter plaatse van de in 1838 gesloopte middeleeuwse Straatmakerstoren, op het punt waar voor de demping in 1861 de Aa de stad binnenstroomde, en grenst aan het omstreeks 1875 aangelegde en bebouwde Ter Pelkwijkplantsoen. De belendende bebouwing is eveneens eind-19e-eeuws. Het gebouw dankt zijn naam aan de eertijds in dit gebied gelegen midden-18e-eeuwse Plantage. Bij een verbouwing in 1894 naar ontwerp van architect S.J.H. Trooster Bzn. is de toren boven de hoofdingang vervangen door de huidige neorenaissance gevelbekroning. De interieur-onderdelen dateren grotendeels uit de bouwtijd. Het terrein wordt aan straatzijde afgezet door een sober, maar verzorgd laat-19e-eeuws gietijzeren hek met eenvoudige hekpalen en, voor de hoofdingang, twee bijpassende gietijzeren lantarenpalen met neogotisch aandoende motieven. Aan de noord-oostzijde is de kerk vastgebouwd aan de restanten van de middeleeuwse omwalling. Kerkgebouw op T-vormige plattegrond, opgetrokken uit bruin-rode baksteen en gedekt door twee loodrecht op elkaar staande met leien belegde zadeldaken met aan voor- en achterzijde twee dakkapellen. De zeven traveeën brede voorgevel wordt geleed door zich verjongende bakstenen (hoek)pilasters (waarvan de middelste twee met kleine pilasters), die rusten op een hoog basement met verkropte natuurstenen waterlijst en, boven de tweede verkropte bakstenen waterlijst, uitlopen in achtkante pinakels met dito zandstenen bekroning; de voorgevel heeft beganegronds en ter hoogte van de orgelgalerij enkele en gekoppelde rondboogvensters van verschillend formaat met een fijne neogotisch aandoende gietijzeren tracering; de geveltop met klimmend boogfries heeft een iets uitkragende trapvormige bekroning met pilasters, siermetselwerk, siersmeedwerk en windvaan. De uitspringende ingangspartij wordt benadrukt door een bewerkte zandstenen omlijsting met pinakels, zware dubbele paneeldeuren met sierbeslag en neogotisch aandoend bovenlicht. Rechts van de ingang bevindt zich een gedenksteen (waarachter ingemetseld document) met het opschrift: De eerste steen gelegd/ door Ds. W.H. Gispen/ den 2 Juli 1874/ den Dienst des HEEREN gewijd/ den 25 Juli 1875. De linkerzijgevel met klimmend boogfries en een iets uitkragende trapvormige bakstenen bekroning heeft drie rondboogvensters en een rond venster met fijne neogotisch aandoende gietijzeren tracering en gietijzeren sierankers; de rechterzijgevel kent daarenboven nog een neogotisch portaal vergelijkbaar met dat in de voorgevel; de achtergevel wordt geleed door bakstenen (hoek)pilasters, heeft een klimmend boogfries, maar is voor het overige blind; ertegenaan loopt de schoorsteen. In de voorbouw, die als hoofdgevel fungeert, bevinden zich twee achter elkaar gelegen portalen die toegang geven tot de zaalvormige kerkruimte; aan weerszijden liggen de dienstruimten; een trap voert omhoog naar galerij en kap. Het interieur wordt overdekt door een in 24 vakken verdeeld plafond; de 12 middelste vakken zijn verdiept en hebben houten liggers met neogotisch aandoende vierpassen en bewerkte houten doorhangende sluitstenen; de constructie rust aan de zijkanten op gesneden houten consoles. Het inwendige wordt verder geleed door hoge lambrizeringen met blokbepleistering, enkele blindnissen en de diepe orgeltribune met geprofileerde rondbogen en pilasters met neo-renaissancemotieven (1894, architect S.J.H. Trooster Bzn.). Het instrument uit 1866 is in zijn huidige vorm hoofdzakelijk een schepping van de Zwolse orgelbouwer Jan van Loo. De eikehouten kas met drietorenfront met harpspelende Koning David en twee bazuinengelen, draperieen en lofwerk, dateert eveneens uit 1866. Voorts zijn van belang het contemporaine kerkmeubilair, bestaande uit de beide bewerkte houten luifelbanken voor de orgeltribune, de eenvoudige houten banken in de kerkruimte en op de orgelgalerij, de houten psalmborden, de dubbele koperen kroon en de vier enkele koperen kronen, de koperen verlichtingsarmaturen boven de lambrizeringen en de paneeldeuren en de koperen koetslampen. De oorspronkelijke kansel en de dooptuin zijn niet meer aanwezig. De te linkerzijde aangebouwde zeer smalle en een eindweegs teruggerooide kosterswoning met houten voorportaal heeft een qua materiaalgebruik en vormgeving in grote lijnen bij het hoofdgebouw aansluitende vormgeving. Kerkgebouw met aangebouwde kosterswoning en gietijzeren terreinafscheiding, ontstaan in de jaren 1874-1875 naar ontwerp van de Zwolse stadsarchitect J.W. Bosboom Sr. van algemeen belang wegens -de verzorgde architectonische vormgeving van exterieur en interieur -de grotendeels contemporaine interieuronderdelen -het orgelinstrument met eikehouten kas uit 1866, dat in zijn huidige vorm hoofdzakelijk een Jan van Loo-instrument is (Zwollenaar en een van de belangrijkste 19e-eeuwse orgelmakers werkzaam in Overijssel en Gelderland) -de betekenis van het gebouw voor het oeuvre van J.W. Bosboom Sr. -de plaats die het gebouw inneemt binnen de stilistische ontwikkeling van het (christelijk) gereformeerde kerkgebouw; deze komt tot uitdrukking in de vrij rijke detaillering -de relatie met de middeleeuwse stadsmuur en Straatmakerstoren -de stedebouwkundig markante ligging bij het Ter Pelkwijkpark, dat deel uitmaakt van de in omstreeks 1875 tot stadswandeling getransformeerde middeleeuwse verdedigingsgordel van de stad

Overige gegevens

Oorspronkelijke functies

Hoofdfunctie Hoofdcategorie Subcategorie Functie Verbijzondering Toelichting
Ja Religieuze gebouwen Kerk en kerkonderdeel Kerk