MUUR, PIJLERS EN HEK.

Aan de noordzijde van het voorplein opgetrokken rode bakstenen muur, die de afscheiding van het voorplein aan deze zijde en van de moestuin en boomgaard vormt. De muur gaat aan de oostzijde over in de noordmuur van de noordvleugel van het bouwhuis. De muur wordt aan de westzijde door twee bakstenen pijlers met blokmotief beëindigd, die een dubbel smeedijzeren hek flankeren. Als zodanig dateren de muur en het hek uit de jaren 1881-1886, toen het huis in historiserende Maaslandse Renaissance-stijl werd gerestaureerd. Op foto's van voor deze tijd zijn de blokpijlers reeds te zien, die wellicht uit de 17e eeuw dateren. Ook is op deze foto een bakstenen muur zichtbaar, die wellicht (deels) werd gehandhaafd, toen het huidige muurwerk in de jaren 1881-1886 van historiserende details werd voorzien. De muur, die door een ezelsrug wordt bekroond, wordt door bakstenen blokpijlers in elf traveeën geleed. Elke blokpijler wordt door een mergelstenen door een ring omgeven globe op geprofileerd voetstuk bekroond. De tweede travee aan de linker en rechter zijde van de muur is iets slanker dan de overige negen traveeen, steekt driehoekig boven het muurwerk uit en wordt bekroond door een natuurstenen vaasvormig ornamentstuk. In deze twee traveeen een halfronde doorkijk met smeedijzeren rooster van rechte stijlen en regels, versierd met cirkel- en voluutvormige krullen. De doorkijk is van een natuurstenen onderdorpel en mergelstenen sluitsteen voorzien. In de overige traveeen aan de voorpleinzijde een door vier terugliggende haakse rechthoekige vakken gevormd centraal gelegen historiserend Renaissancistisch kruisvormig veld. Aan de moestuin- en boomgaardzijde zijn de traveeen vlak afgewerkt. Aan de westzijde van de muur het door twee pijlers geflankeerde dubbel smeedijzeren hek uit de jaren 1881-1886, waarvan de ruimte tussen de spijlen en regels door krullen is bezet. Het hek wordt door een smeedijzeren bovenstuk van twee regels met voluutvormige krullen en rozetbekroning afgesloten. De pijlers aan weerszijden worden door een laat 19e-eeuwse mergelstenen vaasvormig ornamentstuk bekroond; deze ornamentstukken werden in ca. 1980 vernieuwd. De meest westelijke pijler is door een bakstenen muur met de borstwering rondom de gracht verbonden.