Registergegevens

Monumentgegevens

Monumentnummer
46773
Inschrijving register
Kadaster deel/nr
82659/3
Kadastrale aanduiding
Hilversum N 9233
Dudokpark 1, 1217 JE te Hilversum
Dudokpark 3, 1217 JE te Hilversum

Omschrijving

Raadhuis, opgetrokken in okergele baksteen met verdieping en toren, en samengesteld uit velerlei blokvormige bouwvolumes van verschillend formaat, naar gelang van de bestemming, die plat zijn afgedekt met overstek, en die zijn geschaard rondom twee binnenplaatsen - waarvan de westelijke een vijver met fontein bezit - en wordt omsloten door de representatieve ruimten van het gebouw, en waarvan de oostelijke wordt doorsneden door een toegangsweg voor het ambtelijk personeel; aan de zuidzijde gesitueerd aan een rechthoekige vijver; gebouwd in 1927-'31 naar ontwerp van de toenmalige gemeente-architect W.M.Dudok in kubistisch-expressionistische trant.

De muren zijn met diepliggende voegen gemetseld, ter verlevendiging van de gevelvlakken en worden slechts doorbroken door de afwisselend in horizontale en verticale stroken samengevatte vensterpartijen, die verspreid zijn aangebracht en alle van een stalen onderverdeling zijn voorzien; bij de meeste vensterpartijen op de begane grond is bovendien een lage muur uitgebouwd met bloembakken; de diverse deuren naar buiten zijn voorzien van betonnen luifels. Het gebouw is aan de zuid-, noord- en oostzijde voorzien van een plint van roodbruine baksteen, die op verschillende plaatsen hoger is opgetrokken. Deze kleurstelling zet zich voort in de westelijke vijvermuur voorzien van bloembakken en doorsneden door een trap. De hoofdingang bevindt zich in het midden van de zuidzijde en is voorzien van een door een luifel overdekte voorhof - met gemeentewapen en gedenksteen uit 1929 - waarop rechts een lagere, deels teruggerooide galerij aansluit, gesteund door betegelde pijlers en begrensd door een in oorsprong tot vergaderzaal annex stemlokaal bestemd vertrek dat aan de oostzijde een viertal horizontale lichtarmaturen bezit evenals de tegenovergelegen conciergewoning met transformatorstation.

Links van de entree is het blok met de burgemeestersvertrekken uitgebouwd, waarboven zich - teruggerooid - de door verticale vensters en lichtarmaturen gemarkeerde raadszaal bevindt, die door een nog verder teruggerooide entresol wordt bekroond.

Hierop sluit westelijk het smalle hoge trappenhuis aan, met cirkelvormig venster en een lager, vrijwel blind blok, waarin in oorsprong de leeszaal en tekenkamer boven elkaar waren gesitueerd; nog meer westwaarts is de lage vleugel met wethoudersvertrekken uitgebouwd, voorzien van wigvormige balcons.

De Westzijde van het raadhuis wordt vrijwel geheel in beslag genomen door administratieve ruimten, hetgeen wordt benadrukt door de twee langgerekte vensterstroken op de beide verdiepingen, waarbij nog een derde, lage reeks is aangebracht onder een luifel tussen veelhoekige lichtblauwe muurdammen, ter verlichting van het souterrain; dit sterk horizontaliserende bouwblok wordt te rechterzijde doorbroken door een naar voren uitgebouwd trappenhuis, dat de aan een voorhof met luifel en borstwering grenzende toegang naar de bestuursvertrekken bevat; te linkerzijde wordt het horizontale blok doorbroken door een naar voren uitgebouwde publieksingang, die wordt gemarkeerd door een haaks op het gebouw geplaatste stoep en luifel; links van deze verticale partij is de gevel op de verdieping geheel blind, terwijl de vensters op de begane grond lager zijn aangebracht dan te rechterzijde, en wel op gelijke hoogte met de vensters in de nog op dit hoge blok aansluitende noordvleugel, die wordt afgesloten door een wigvormig vertrek met een doorlopende reeks bovenlichten direct onder het luifeldak en met een ingang met stoep aan de noordzijde.

De Noordzijde van het raadhuis vertoont veel overeenkomst met de westzijde wegens de plaatsing van de drie horizontale vensterstroken in het midden, de toepassing van een haakse vleugel te rechterzijde en een verticaal bouwblok te linkerzijde met aansluitend een lagere vleugel met een lager geplaatste vensterreeks en in de kopse gevel een dienstingang met stoep; deze vleugel bevat evenals de daartegenover gelegen oostvleugel aan de zuidzijde een vensterpartij in het midden van de kopse gevel, en een overdekte gang, grenzend aan een open verhoogde galerij met van luifel en stoep voorziene dienstingang. Op halve breedte van deze vleugel is nog een verdieping opgetrokken die wordt verlicht door een direct onder het dak aangebrachte, rondomgaande glasstrook.

De Oostzijde van het raadhuis wordt, evenals de noord- en westzijde, bepaald door de drieledige horizontale vensterstroken en lichtblauwe muurdammen beneden, zij het met dit verschil dat de bovenste reeks een afwijkende roedenverdeling bezit - ter aanduiding van de aldaar gesitueerde Burgerzaal - en wordt afgesloten met twee verticale vensters aan iedere kant; te rechterzijde bevindt zich, op de grens met de zojuist genoemde haakse vleugel, het hogeropgaande verticale bouwblok met dienstingang met stoep en luifel en verdeeld bovenlicht.

Te linkerzijde wordt het verticale accent in dit blok verleend door de hoogoprijzende toren, die op zichzelf ook weer uit verschillende volumes is samengesteld, nabij de aansluiting van de andere dwarsvleugel.

Deze op rechthoekige grondslag met vrijwel blinde muren opgetrokken toren bevat aan elke zijde, doch op verschillende hoogte, een wijzerplaat en een reeks smalle galmgaten.

De oostelijke binnenhof wordt in correspondentie met de twee dwarsvleugels van het eigenlijke raadhuis verder begrensd door twee vrijstaande bouwblokken - in het noorden oorspronkelijk bestemd als politiepost annex uitbetalingslokaal, in het zuiden als conciergewoning - die door hun recht uitstekende lichtarmaturen een visuele verbinding met deze dwarsvleugels bezitten, en die aan de andere zijde door middel van poorten met de lage dienstrijwielstalling aan de uiterste oostzijde zijn verbonden.

De conciergewoning (nr 3) is evenals het raadhuis samengesteld uit verschillende blokvormige volumes, met slechts door enkele raampartijen doorbroken gevels van gele baksteen; de ingang is aan de Z.W.zijde gesitueerd met voorhof en luifel.

Aan de westzijde is de conciergewoning verbonden met het noordwaarts geplaatste transformatorstation en ten dele daarvan gescheiden door een open binnenplaats, terwijl de woning aan de zuidzijde met de smalle, lage autostalling is verbonden.

Inwendig wordt de overgang tussen de verschillende openbare ruimten door middel van rechthoekige, lage poorten benadrukt, evenals het contrast tussen gesloten en open wanden, zowel verticaal als horizontaal. De representatieve ruimten (vestibule, trappenhuizen, hal, Raad-, Burger- en Trouwzaal) zijn met marmer bekleed, voornamelijk in wit, soms afgewisseld door zwart of grijs (vloeren, lambrizeringen).

De vestibule bevat voorts twee met goudkleurige tegeltjes beklede pijlers op een zwarte plint, met rode tegels in de top die doorlopen tot in de voorhof.

In het hoofdtrappenhuis zijn boven de toegang naar de benedengang twee gebrandschilderde ramen in grijs/violet aangebracht.

In de zeer hoge bordesruimte tussen de verdieping zijn vijf door Joep Nicolas in 1931 ontworpen ramen aangebracht, voorstellende de Rijkdom van respectievelijk de Geest, de Aarde, de Zee en het Hart (in de oostwand) en de Primitieve en Moderne mens (in de zuidwand). Het plafond bevat een afbeelding van eens stralende zon op een vierkant blauw fond. De hierop aansluitende hal bezit een verdeeld bovenlicht en leidt via een verhoogde dwarsgang naar de Raadzaal (voorzien van zwarte deuren) en via twee opengewerkte zuilen in rood en zilver naar de Burgerzaal.

De Raadzaal heeft aan de lange noordzijde een goudkleurig betegelde nis waarin op een marmeren podium tafel en stoelen voor B.& W. staan opgesteld, en aan de beide korte zijden tribunes met eiken borstweringen, waarboven met wit en geel verticaal gestreept glas gevulde vensters zijn aangebracht; de lange wanden zijn verder met groen/goud zijde bekleed, terwijl het vloerkleed is samengesteld uit vierkanten van twee nuances beige; boven de van een zeer hoge rugleuning en gemeentewapen voorziene burgemeestersstoel - evenals het overige meubilair door Dudok speciaal voor het Raadhuis ontworpen - bevindt zich een klok, uitgevoerd in goud, rood en zwart.

De Burgerzaal wordt doorbroken door acht goudkleurig betegelde kolonetten die het verlaagd plafond ondersteunen en aldus tevens een corridor afscheiden voor de trouwstoeten; hierlangs een lage bank over de volle lengte; aan beide korte zijden elk een geelkleurige bank voorzien van vier gemeentewapens, en een tribune, waarboven dezelfde soort bovenlichten als in de Raadzaal; de vloer wordt deels bedekt door een lichtgrijs kleed met telkens twee smalle gele strepen.

De door rode deuren gemarkeerde Trouwzaal heeft aan de korte oostzijde een marmeren nis waar de hoge rode ambtenarenstoelen achter de tafel staan opgesteld, met daaromheen de lage halfronde stoelen voor het bruidspersoneel; de lange zuidzijde bevat eveneens een nis, welke van een lange lage bank is voorzien; het vloerkleed bezit een abstract beige/bruin patroon.

Op de begane grond is voorts de vergaderkamer van B.& W. grotendeels intact:

de lange kastenwand met klok op de linkerhoek, de korte kastenwand, de bedekte T.L.verlichting, tafel en groen/gouden stoelen en beige/bruin vloerkleed. Van de wethouderskamers is de blauwe-kastenwand, op een uitzondering na, verdwenen, evenals het ook daar door Dudok ontworpen meubilair, waarbij de stoelen een hoge rugleuning en een sleevormig onderstel bezitten en de tafelbladen uit vierkanten zijn samengesteld.

Raadhuis met bijbehorende dienstruimten, interieur en gebruiksvoorwerpen, van opmerkelijke architectuur, wegens de daarin volbrachte synthese van het esthetisch expressionisme enerzijds en het functionalisme anderzijds, in een kubistisch expressionistische stijl, met daarvoor kenmerkende toepassing van blokvormige bouwvolumes van verschillend formaat, in een uiterst gecompliceerde schikking, afgestemd op het gebruik van verschillende ruimten - met scheiding van representatieve en administratieve functies - alsook op het evenwicht tussen horizontale en verticale accenten, en met welbewuste toepassing van een asymmetrische plattegrond en een dominante toren, en beperking van de decoratie tot het gebruik van verschillend gekleurde baksteensoorten, zonder verdere ornamentiek, tevens opvallend wegens de benutting van de vrije ligging door de toepassing van langgerekte, gevarieerde vleugels in alle richtingen en de integratie van de vijverpartij in het gehele complex; ook in het buitenland tot voorbeeld genomen.

Overige gegevens

Oorspronkelijke functies

Hoofdfunctie Hoofdcategorie Subcategorie Functie Verbijzondering Toelichting
Ja Bestuursgebouwen, rechtsgebouwen en overheidsgebouwen Overheidsgebouw