Registergegevens

Monumentgegevens

Monumentnummer
480514
Inschrijving register
Kadaster deel/nr
82767/110
Kadastrale aanduiding
Ternaard F 128
Tsjessenswei 8, 9152 BD te Waaxens

Omschrijving

Inleiding

De PASTORIE van de Hervormde gemeente, thans woonhuis met pension, is in 1894 ongeveer ter plaatse van de oude pastorie gebouwd, ten noordwesten van een vroeggotisch kerkje dat reeds een beschermd monument is. De pastorie is in neorenaissancestijl ontworpen door G.A. van der Meulen, timmerman-molenmaker uit Leeuwarden en gebouwd door de aannemer J. Faber uit Lioessens. Het werd in de krant 'Oostergo', d.d. 17 maart 1894, als volgt omschreven: "'t Is een prachtig gebouw en munt uit door nette betimmering, zoowel van buiten als van binnen. 't Is een sieraad voor ons dorp en vrij zeker een van de fraaiste zoo niet de fraaiste plattelandsch pastorie van Friesland (...)."Vermoedelijk kort na de voltooiing van de pastorie is deze uitgebreid met een aanbouw, thans bijkeuken, kennelijk bedoeld als paardenstalling en als brandstofopslag met een privaat.

De pastorie ligt op een ruim eigen erf, met gedeeltelijk een betonnen omheining van de achtertuin, zonder zichtbare aanleg en een voortuin met ondermeer een solitaire rode beuk, kenmerkend voor de tuinbeplanting van de riante woningen aan de weg Dokkum-Holwerd, en een treurbeuk. Het padenbeloop van de pastorietuin is niet meer aanwezig. De tuin is van de openbare weg gescheiden door een greppel en een gietijzeren hekwerk. De zolderverdieping van de pastorie is in 1978 verbouwd naar ontwerp van het Ingenieursburo "Friesland" en uitgevoerd door aannemer J. Walsma uit Holwerd.

Aan de noordzijde van de pastorie stond voorheen een achtkantig tuinhuisje waarvan de gemetselde voet thans nog zichtbaar is. Deze is voor de bescherming van rijkswege van ondergeschikt belang. De houten garage en de stalling op het terein zijn eveneens van ondergeschikt belang wegens te geringe architectonische waarde.

De bescherming geldt enkel de pastorie.

Omschrijving

De pastorie heeft globaal een vierkante plattegrond, met een afgesnoten noordhoek en een rechthoekige aanbouw.

Het pand bestaat uit een bouwlaag onder een afgeknot schilddak belegd met zwart geglazuurde Lucas IJsbrandpannen. In de dakschilden aan de noordwest- en zuidoostzijde zijn moderne kantelramen. De schoorstenen zijn meest van recente datum. Op het dak staat een pseudo-lichtbeuk onder een zinken zadeldak met een overstek op korbeeltjes. De pseudo-lichtbeuk accentueert de as van het gebouw. Het pand is opgetrokken in bruine bakstenen met snijvoegen op een plint, afgesloten door een rollaag die aan de voorzijde is bekleed met hardsteen en levendig is gedetailleerd met pleisterwerk, borstweringen onder de vensters, figuratieve consoles, siermetselwerk en dergelijke. De gevels zijn vrijwel rondom afgesloten door een gevellijst met een tandlijst onder de gootlijst; de lijst wordt aan de achterzijde onderbroken door de opgemetselde dakkapel. De gevellijst is alleen aan de voorgevel verlevendigd met panelen.

De zuidwestgevel is symmetrisch ingedeeld: een risalerende middenpartij met een portiek en aan weerszijden twee getoogde T-vensters met imitatie glas-in-lood in het bovenlicht onder streklaag met sluit- en aanzetstenen, respectievelijk met diamantkop en diepreliëf. Onder de vensters is een natuurstenen borstwering met diepreliëf. De muurdammen van de middenrisaliet zijn evenals de hoeklisenen voorzien van imitatie rusticablokken: afwisselend vlak en met diamantkop. Voor de toegang ligt een drietreeds hardstenen stoep; een omlijst portiek met een vrouwenkop in de kuif, een granitovloer waarin het jaartal 1894 en dito lambrisering; beraapte wanden; een oorspronkelijke dubbele deur met smeedijzeren raamversiering en een bovenlicht met gekleurd glas-in-lood. Boven de middenrisaliet bevindt zich een doorgemetselde kajuit met een balkon. De kajuit heeft dubbele balkondeuren onder een rondboog streklaag met gele en rode Groninger bakstenen en het trommelveld is verlevendigd met siermetselwerk. De topgevel heeft een gepleisterd diepreliëf, hoeklisenen met spiegelvlak en gestukadoorde decoratie. In de zijgevels van de kajuit zijn kleine rondboogvensters met een gele bakstenen wenkbrauwboog. Het houten balkon rust op consoles welke zijn versierd met knielende putti en heeft een smeedijzeren balustrade.

De noordwestgevel heeft twee getoogde T-vensters onder een streklaag met een sluitsteen en een tuindeur met glaspanelen. Mogelijkerwijs bevond zich hier eertijds een houten veranda die doorliep tot aan de tuindeur, met glaspanelen in de afgesnoten hoek op het noorden en met een beraapte bakstenen drietreeds stoep.

De noordoostgevel heeft een T-venster en een klein privaatvenster met diefijzer en een dubbele achteringang met middenstijl en glaspanelen. Alle lichtopeningen aan de achterzijde, zowel van het hoofdvolume als van de aanbouw, zijn onder een streklaag met een gele bakstenen imitatiesluitsteen. Boven de achterdeur is een doorgemetselde dakkapel; de muurdammen van de kapel rusten op pseudo-kapitelen. In de gevel is een tweelichtsvenster met een gebogen Frans balkon onder een rondboog streklaag in gele en rode Groninger bakstenen; het trommelveld is verlevendigd met siermetselwerk; de topgevel heeft gepleisterd diepreliëf. Aan weerszijden van de gemetselde dakkapel zijn kleine dakkapellen.

De aanbouw, thans bijkeuken, is opgetrokken in bruine bakstenen met een gepleisterde voet; de aanhechting aan het hoofdvolume is gedeeltelijk beraapt. De aanbouw heeft een zadeldak belegd met zwart geglazuurde Hollandse pannen. In de noordwestgevel van de aanbouw zijn twee deuren onder een streklaag met gele bakstenen imitatie sluit- en aanzetstenen.

De noordoostgevel heeft twee halfronde, ijzeren stalramen; de geveltop een ijzeren roosvenster. De zuidoostgevel van de aanbouw heeft een ingebroken getoogd ijzeren vierruitsraampje en een klein venster met diefijzer.

In de zuidoostgevel van het hoofdvolume zijn vier getoogde T-vensters met imitatie glas-in-lood in het bovenlicht en met een diamantkopsluitsteen in de streklaag. De keukenvensters zijn aan de onderzijde enigszins korter, omdat ze zich boven twee kelderramen met diefijzers bevinden.

Het interieur van de pastorie is structureel vrijwel origineel, waarbij opvalt dat het achterste gedeelte van het huis, dat was bedoeld als werk- en dienstruimte, minder uitbundig is uitgevoerd. Het interieur heeft bijzondere onderdelen, meest in oorspronkelijke afwerking, zoals o.a.: een tochtportaal met matglas en glas-in-lood (fa. L. Joh. van der Meulen, Leeuwarden), een betegelde gangvloer, lambrisering met betegeling, een draaitrap, beschilderde en gesjabloneerde plafonds in de kamers, deuromlijstingen met gipsen bekroningen met een dolfijnmotief, schuifdeuren, dubbele vensterbanken, marmeren schouwen en schoorsteenmantels (geleverd door de fa. L. Johs. van der Meulen, Leeuwarden) en de goeddeels oorspronkelijke keukeninrichting. De zolderverdieping, welke voorheen grotendeels open was, is thans opgedeeld in kamers.

Waardering

De voormalige pastorie uit 1894 is van algemeen cultuurhistorisch en architectonisch belang:

- vanwege de architectuurhistorische betekenis door de toepassing van moderne materialen in een structureel neoclassicistisch pand,

- vanwege de bijzondere en rijke architectonische vormgeving,

- vanwege de zeer hoge mate van gaafheid, zowel structureel als van de architectonische decoraties,

- vanwege de zeer hoge mate van gaafheid van het exterieur en van het interieur,

- vanwege het bijzondere materiaalgebruik en de decoraties,

- vanwege de visuele gaafheid als pastorie met het naastgelegen kerkje dat reeds een beschermd monument is.

Overige gegevens

Oorspronkelijke functies

Hoofdfunctie Hoofdcategorie Subcategorie Functie Verbijzondering Toelichting
Ja Religieuze gebouwen Kerkelijke dienstwoning Pastorie(F)

Bouwactiviteiten

Werkzaamheid Van Tot Nauwkeurigheid Toelichting
vervaardiging
1894
1895
exact

Bouwstijlen

Bouwstijl Zuiverheid Toelichting Rijksmonumentnummer
Neo-Renaissance
invloeden