Registergegevens

Monumentgegevens

Monumentnummer
506119
Complexnummer
521147 - Kerk/pastorie
Inschrijving register
Kadaster deel/nr
82796/109
Kadastrale aanduiding
Tilburg N 18811
Hoefstraat 199, 5014 NL te Tilburg

Omschrijving

Inleiding

De R.K. ANTONIUS VAN PADUAKERK is gebouwd in 1911-1913 naar ontwerp van architectenbureau Margry uit Rotterdam. Waarschijnlijk was architect A.A.J. Margry verantwoordelijk voor het ontwerp. Het is een van de Antoniuskerken die Margry in opdracht van de Rotterdamse havenbaron Grewen bouwde en die daarom naar de patroonheilige van deze weldoener werden genoemd. Stilistisch vormt de kerk een overgang tussen het neoromaans en neobyzantijns. Het grote gebouw is aan een ovaal plein gesitueerd, waarop diverse straten uitkomen. De aanblik van de omgeving wordt bepaald door veelal relatief lage, eenvoudig vormgegeven bebouwing, waardoor de kerk een extra nadrukkelijk accent vormt.

Omschrijving

De driebeukige kruiskerk bezit een toren met entree op het noordoosten, geflankeerd door ronde traptorentjes. Het schip telt zes traveeën met een ronde koepel op de viering, waaraan een transept en koor van een travee en een halfrond gesloten absis met eveneens een rond traptorentje aan weerskanten. De gevels zijn opgetrokken uit machinale baksteen met rondboogfriezen en sierbetegeling, onder zadel- en lessenaarsdaken met leien in maasdekking. Hardsteen is gebruikt bij de plint, de afzaten bij de steunberen en de afgeschuinde lateien.

De torenfaçade heeft centraal een dubbel ingangsportaal onder een rondboog met baksteen tracering. De dubbele eikenhouten deuren zijn voorzien van sierbeslag. Boven beide deuren een tegeltableau. Hierboven een breed, vierdelig rondboograam met natuursteen tracering. Alle ramen zijn voorzien van glas-in-lood. Aan weerskanten hiervan een torentje, dat van een achtkant overgaat in een cirkel, met onder het ronde torendak met zinken bolpiron een reeks smalle rondboogramen. In de hoofdtoren bevindt zich ter plaatse een tripletopening. De hoofdtoren rijst op boven twee aanbouwen onder dwarsgeplaatst zadeldak, voorzien van lisenen en kleine rondboogramen. Hierboven heeft de toren driedelige galmopeningen, aan de voorzijde boven elkaar geplaatst. De ronde wijzerplaten van het uurwerk zijn aan elke zijde in een rondboognis geplaatst. Boven elke wijzerplaat is een in- en uitgezwenkt klokgeveltje met kruis gemetseld. Hierboven verheft zich de achtzijdige torenspits met opengewerkt klokkentorentje waarop tenslotte een uispits is gezet.

Het schip met zijbeuken heeft ter hoogte van de torentravee aan weerskanten een zijkapel onder schilddak met piron. Hierboven een rozetraam. De andere vakken hebben in zijbeuk en lichtbeuk rondboogramen met baksteen tracering. Onder de goten bevinden zich rondboogfriezen en sierlijsten met terracotta betegeling. In het dakvlak zijn rondboogramen met tweedelige roedenverdeling geplaatst. Het rechtgesloten transept bezit rondboogramen. In de eindgevels is dit een klimmende reeks met in het middenraam een roosraam met natuursteen tracering. De topgevel is afgewerkt met gele en witte tegeltjes waartussen een klimmende reeks spleetvensters. De viering heeft een lage ronde toren in de vorm van paviljoenvormige opbouw met zinken bolpiron. De toren wordt verlicht door rozetramen met kleine roedenverdeling. Deze zijn van wit geschilderd hout evenals de gesneden pilaartjes en de brede tandlijst. De absis heeft slanke hoge rondboogramen met een blind fries en siermetselwerk onder de goot.

Inwendig heeft de kerk een driedelige opstand. Boven de ronde scheibogen is een rondboogfries dat met de ramen erboven in een nis wordt samengevat. In de torenpartij is een brede rondboog waarboven de orgelgalerij. De bogen rusten op vierkante pijlers. De tongewelven bestaan uit een dunne laag cement met wapening. In de zijbeuken zijn deze dwars geplaatst. Boven de viering is een pendentiefkoepel met bovenlicht. Het interieur heeft afwisselend muurvlakken van schoon metselwerk met sierbanden en bepleisterde geschilderde velden. Het merendeel der schilderingen is vanaf 1925 vervaardigd door H. Sensen uit Kevelaer. In de schelp van de absis afbeeldingen van de Genadestoel, Johannes verheerlijkt het Lam, Johannes op Patmos en Johannes de Doper. Boven de triomfboog zijn onder meer heiligen afgebeeld die het Lam vereren. Verder zijn er uit de eerste periode veel non-figuratieve schilderingen met gestileerde florale patronen. De schilderingen in de koepel dateren uit 1939 met onder meer Antonius van Padua en Elisabeth van Thüringen. De schilderingen van Kees Mandos op de orgelwand zijn aangebracht in 1950.

Tot het gebouw zelf behoren ook de glas-in-loodramen, waaronder de in 1913 door E. Löhrer vervaardigde ramen voor de Mariakapel, koor en bij Maria- en Jozefaltaar. E. Mengelberg leverde in 1920 een raam voor de doopkapel. Tot de kerkinventaris behoren verder het hoogaltaar uit 1913 en de altaren van St. Anna (1919) en St. Jozef (1925). Deze natuurstenen altaren werden geleverd door het atelier van J.P. Maas en Zonen uit Haarlem. De kruiswegstaties stammen uit 1939-1942 en zijn vervaardigd uit opalineglas door Ninaber van Eyben. Op de schippijlers bevinden zich voetstukken en baldakijnen met diverse heiligenbeelden. De preekstoel werd in 1953 geleverd. Mechanisch torenuurwerk, buiten gebruik gesteld.

Waardering

De in 1911-1913 naar ontwerp van architectenbureau Margry uit Rotterdam (waarschijnlijk A.A.J. Margry) gebouwde rooms-katholieke Sint Antonius van Paduakerk is van algemeen belang vanwege:

- cultuurhistorie, vanwege de ontstaansgeschiedenis: bij een nieuwe stadsuitleg werd 'automatisch' een kerk gerealiseerd, hetgeen een wezenlijke invloed had op de sociaal-geografische en stedenbouwkundige situatie; verder de financiering van de bouw door de Rotterdamse reder Grewen, die als voorwaarde stelde dat de kerk naar zijn naamheilige werd genoemd; vanwege deze twee punten is de kerk een exemplarisch en goed herkenbaar voorbeeld van een regionaal bepaalde sociaal-historische ontwikkeling;

- architectuurhistorie, vanwege het bouwtype driebeukige kruiskerk met paviljoenachtige opbouw boven de viering en een fronttoren met twee traptorens; de samenhang tussen in- en exterieur; materiaalgebruik en ornamentiek (tegeltableaus, baksteendetaillering, bepleisteringen enz.) en de bouwstijl met neobyzantijnse en neoromaanse motieven; inventaris (altaren, kruiswegstatie enz.); de ontwerpkwaliteiten van het gebouw als geheel, zowel in- als uitwendig, vanwege de evenwichtige massawerking en de verfijnde detaillering; de plaats in het oeuvre van architectenbureau Margry, waarvan het een representatief, maar vanwege het bovenstaande ook belangrijk onderdeel uitmaakt;

- ensemblewaarden, vanwege de stedenbouwkundige samenhang met de Hoefstraat, ter plaatse verbreed tot een plein en de samenhang met de naastgelegen pastorie; de kerk(toren) is bovendien markant in het silhouet van Tilburg;

- gaafheid van in- en exterieur, inventaris en stedenbouwkundige samenhang;

- de ten tijde van de bouw reeds landelijk zeldzame oplossingen van vieringsopbouw enerzijds en toren met traptorens anderzijds.

Dit monument maakt onderdeel uit van complexnummer 521147. Hier vindt u meer informatie over het complex en de bijbehorende monumenten.

Overige gegevens

Oorspronkelijke functies

Hoofdfunctie Hoofdcategorie Subcategorie Functie Verbijzondering Toelichting
Ja Religieuze gebouwen Kerk en kerkonderdeel

Bouwactiviteiten

Werkzaamheid Van Tot Nauwkeurigheid Toelichting
vervaardiging
1913
1913
exact

Bouwtypen

Hoofdcategorie Subcategorie Bouwtypen Toelichting
Religieuze gebouwen Kerk en kerkonderdeel

Bouwstijlen

Bouwstijl Zuiverheid Toelichting Rijksmonumentnummer
Overgangsarchitectuur
invloeden