Registergegevens

Monumentgegevens

Monumentnummer
508026
Inschrijving register
Kadaster deel/nr
82717/108
Kadastrale aanduiding
Andijk L 2536
Middenweg 4, 1619 BL te Andijk
Middenweg 6, 1619 BL te Andijk

Omschrijving

Inleiding

GEREFORMEERDE KERK MET PASTORIE, KOSTERSWONING, ZALENCENTRUM EN BERGPLAATS, gebouwd in 1929-1930 naar ontwerp van de Groningse architect Egbert Reitsma, die de kerk van Andijk als zijn beste werk beschouwde. Uit welhaast onbegrensde middelen heeft Reitsma een kerk kunnen realiseren, die in West-Friesland ook wel de 'gereformeerde kathedraal' wordt genoemd. De kerk is één van de meest exuberante gereformeerde kerkgebouwen van Nederland en is gebouwd in een expressionistische bouwstijl met verwijzingen naar de gotiek. Meer gespecificeerd zou men de kerk kunnen onderbrengen bij de architectuur van de Amsterdamse School.

Concurrentiemotieven speelden zeker een rol bij de bouw van dit spectaculaire gebouw. Men wilde wedijveren met het tien kilometer zuidelijker gelegen Enkhuizen en met de grote neo-gotische kerk van het naburige katholieke dorp Wervershoof. De kerk te Andijk is te beschouwen als een mijlpaal in de emancipatie van de gereformeerden in Nederland. Het verschil tussen de kleine kerken uit de doleantietijd (1886-1892) en de gereformeerde kerk van Andijk (1930) symboliseert de groei van de positie van de "Kleine Luyden". Zij moesten zich profileren enerzijds ten opzichte van de hervormden van wie ze waren afgescheiden, anderzijds ten opzichte van de katholieken, die sinds 1853 eveneens bezig waren hun sinds de reformatie verloren gegane positie te herwinnen. Andijk had in de jaren '20 van de 20ste eeuw een bloei doorgemaakt in de bollenteelt. Daaruit is te verklaren, dat men zo'n dure kerk heeft kunnen bekostigen. Het betrof de vervanging van een 19de-eeuws, te klein geworden kerkgebouw. Nadat er in de kerkeraad was gesproken over verbouwing, besloot men toch tot nieuwbouw over te gaan. Als architect werd de Groningse architect Egbert Reitsma aangetrokken. De gereformeerde kerk van Weesp (ook van Reitsma) had de doorslag gegeven bij de uiteindelijke architectenkeuze. In januari 1929 kwam Reitsma met een plan ter tafel dat f.120.000,- ging kosten, terwijl er 'maar' f.90.000,- uitgetrokken was. Men wilde de bouwkosten drukken door het weglaten van de toren, hetgeen een besparing van f.15.000,- zou opleveren. In februari 1929 diende Reitsma een herziene begroting in van f.100.000,- met een toren van veertig meter hoog. Hoe veel belang hij hechtte aan de realisatie van een toren, bleek toen hij in de onderhandelingen aanbood voor het bouwen van de toren geen honorarium te rekenen. In een nog later stadium droeg hij f.1000,- bij aan de bouw. Uiteindelijk stemde de commissie toe in de bouw. Op 27 maart 1929 vond de aanbesteding plaats. De eerste steenlegging vond plaats op 25 juli van dat jaar. De bouw vorderde echter langzaam. Door de economische wereldcrisis viel de export van bloembollen grotendeels weg, hetgeen zijn weerslag had op de verwerving van fondsen. Op 3 september 1930 werd de ingebruikname gevierd (J.J. Falize, 'De kerkbouw tussen de wereldoorlogen. De Amsterdamse School' in "Honderdvijftig jaar gereformeerde kerkbouw", red. R. Steensma en C.A. van Swigchem; en doctoraalscriptie van J.J. Falize, Rijksuniversiteit Groningen). Het kerkorgel werd gebouwd door de firma Spiering rond 1930, uitgaande van een oudere kern. N.B. Het orgel-instrument valt niet onder de bescherming.

Omschrijving

Aan de oostzijde van Middenweg gelegen complex van de Gereformeerde Gemeente te Andijk, bestaande uit de zuid-noordgerichte reeks bouwvolumes van pastorie, kerk, toren met daarin ondergebracht de kosterswoning, zalen en een bergplaats. De pastorie ligt daarbij het meest zuidelijk, zalen en bergplaats het meest noordelijk. Alle bouwvolumes zijn aan elkaar vastgebouwd en gegroepeerd langs een noord-zuid-as evenwijdig aan de Middenweg, die weer loodrecht op de IJsselmeerdijk staat.

De kerk met annexe bouwvolumes is geheel vrij gelegen, op enige afstand van de IJsselmeerdijk en van de Middenweg, in een eigen omgeving. Door terugplaatsing van de rooilijn is een ruimte tussen kerk en weg ontstaan die in beslag wordt genomen door een kerkplein en een grote tuin.

De afzonderlijke bouwvolumes hebben alle een interne constructie van een betonskelet, in het exterieur bekleed met mondsteen. De rijke textuur van deze baksteen wordt nog verhoogd door toepassing van verschillende bijzondere metselverbanden: zo is de plint gemetseld in blokverband, waarmee rustica wordt geïmiteerd. De verschillende bouwvolumes hebben alle zeer steile, hoog opgaande schild- of zadeldaken, gedekt met leien in maasdekking. Tussen de bouwvolumes van zalengedeelte en kerk rijst de toren op, die trapsgewijs verjongt en die bekroond wordt door een met leien gedekte naaldspits. Klokkenstoel met klok van Van Bergen, 1929, diam. 137,2 cm. Mechanisch torenuurwerk van M. van de Kerkhof, 1873.

De kerkruimte is een centraalbouw op een kruisvormig grondplan, bestaande uit twee kruisende delen: een oost-westgerichte rechthoek haaks op de Middenweg en een noord-zuidgerichte rechthoek met afgeschuinde hoeken evenwijdig aan de Middenweg. Laatsgenoemde rechthoek vormt de basis voor het kerkgedeelte met de kerkbanken, afgesloten door twee polygonale gedeelten. De haaks op de Middenweg staande rechthoek vormt de basis voor de hoofdingang (west), bankenplan (midden) en kansel (oost). Verder zijn er ingangen aan de noord- en zuidzijde. In het exterieur zijn de twee haaks op elkaar staande delen te herkennen aan de dakvorm. De noord-zuidgerichte rechthoek met afgeschuinde hoeken wordt afgesloten door een schilddak met noklijn evenwijdig aan de Middenweg. De rechthoek haaks op de Middenweg wordt bekroond door een hoog opgaand zadeldak dat het voornoemde schilddak in het midden doorklieft. De westgevel van de kerk heeft een groot ingangsportaal en is compositorisch opgebouwd uit een aantal elkaar oversnijdende driehoeken, steeds met dezelfde basis. Vooraan de driehoek met de ingang, daarboven de driehoek van de kerkeraadskamer. Daarachter een steilere driehoek, die de glazen lichtschepping voor het schip draagt en daarachter de zeer hoge geveltop met de schuingeplaatste lintvoegen. De vensters van de kerkeraadskamer en het schip bestaan uit een risalerende driehoekige glazen opbouw. Op de hoeken van het kerkgebouw staan steunberen, waarin rondbogige doorgangen zijn uitgespaard. De hoge smalle vensters worden door wimbergen bekroond. Deze vensterpartijen komen behalve in het bouwvolume van de kerk ook in de pastorie en het zalengedeelte voor.

In het interieur bevinden zich aan weerszijden van de hoofdingang (west) de trappenhuizen naar de galerijen. Het aantal zitplaatsen bedraagt 1200. De banken zijn in een halve cirkel rond de kansel (oost) gegroepeerd. Boven de kansel staat op een balkon het (op zichzelf niet beschermenswaardige) orgel in een open opstelling. In uitvoering en in relatie tot de kansel maakt het orgelfront een nadrukkelijk element van de inrichting uit. Het interieur wordt verlicht door ramen in de onderbouw en een groot raam boven de ingang, tegenover de kansel. De benedenramen hebben gebrandschilderd glas met voorstellingen van handel, techniek, landbouw, scheepvaart en dergelijke, eveneens naar ontwerp van Reitsma. De ruimte wordt overwelfd door een parabolisch gewelf. Het centrale gedeelte wordt gevormd door een tongewelf tussen twee gemetselde scheibogen. Aan dit middenvak op rechthoekige plattegrond sluiten links en rechts straalgewelven aan over de polygonale gedeelten (vijfzijdige 'absiden'). De gewelfaanzetten zijn omkleed met houtsculpturen in de vorm van een geometrisch patroon van houten blokjes, geschilderd in felle kleuren. De gewelfvelden zijn gedeeltelijk beschilderd met geometrische motieven, vanaf de geboorte van het houten gewelf tot ongeveer halve hoogte. Alleen langs de graten lopen de motieven iets verder naar boven.

Waardering

De gereformeerde kerk met annexe gebouwen is van algemeen belang wegens cultuur- en architectuurhistorische waarde als gaaf bewaard voorbeeld van kerkelijke bouwkunst uit het tweede kwart van de 20ste eeuw in de expressionistische bouwtrant van de Amsterdamse School. Daarnaast heeft de kerk met annexe gebouwen ensemblewaarde door de gaaf bewaard gebleven samenhang tussen de diverse onderdelen en door de beeldbepalende situering van het geheel in het Noordhollandse polderland. Tevens is de kerk met annexe gebouwen van belang als een van de belangrijkste werken uit het oeuvre van architect Egbert Reitsma.

Overige gegevens

Oorspronkelijke functies

Hoofdfunctie Hoofdcategorie Subcategorie Functie Verbijzondering Toelichting
Ja Religieuze gebouwen Kerk en kerkonderdeel Kerk Geref. Kerken in Nederland

Bouwactiviteiten

Werkzaamheid Van Tot Nauwkeurigheid Toelichting
vervaardiging
1929
1930
exact

Bouwtypen

Hoofdcategorie Subcategorie Bouwtypen Toelichting
Religieuze gebouwen Kerk en kerkonderdeel Centraalbouw

Bouwstijlen

Bouwstijl Zuiverheid Toelichting Rijksmonumentnummer
Expressionisme
invloeden

Ambachten

Vakman Beroep Toelichting
Reitsma, E. ; Noord-Holland
architect / bouwkundige / constructeur