Registergegevens

Monumentgegevens

Monumentnummer
514750
Complexnummer
527007 - Gemaal "Buma"
Inschrijving register
Kadaster deel/nr
82861/111
Kadastrale aanduiding
Noordoostpolder F 1878
Gemaalweg 25, 8313 PR te Rutten

Omschrijving

Inleiding

Het electrisch GEMAAL behorende bij het gemaalcomplex "Buma" werd gebouwd in 1939-1941 in opdracht van Rijkswaterstaat, Afdeling Rijksdienst IJsselmeerpolders (R.IJ.P.). Het is één van de oorspronkelijk drie gemalen die zijn gebouwd voor de bemaling van de "Noordoostelijke Polder". De andere twee zijn de qua vormgeving sterk verwante gemalen bij Urk (Vissering) en De Voorst (Smeenge). Met de voorbereidende werkzaamheden aan het complex - de aanleg van een werkhaven met opslagterrein - werd al begonnen in 1936. Het ontwerp voor de in een functionalistische stijl opgetrokken behuizing van het gemaal was van ir. D. Roosenburg (Den Haag). Verantwoordelijk voor de constructie van het complex was de Dienst der Zuiderzeewerken afdeling Noordoostpolderwerken. Het staalskelet van de bovenbouw (met baksteenvulling) voor de "brand-, bom- en scherfvrije" bovenbouw van het gemaal is vervaardigd door de N.V. Machinefabriek Braat te Rotterdam. De slakkenhuizen met de zuig- en persleidingen van de centrifugaalpompen zijn gemaakt van gewapend beton. Het afwerken van zowel het gemaal, als het transformatorgebouw en de twee dienstgebouwtjes aan de kop van de sluis werd in 1940 gedaan door de fa. Rietveld & Verdoorn's Aannemersbedrijf (Papendrecht). In het eigenlijke gemaalgebouw werden uiteindelijk drie pompen en hun electromotoren ondergebracht. De drie centrifugaalpompen met waaiers van 2,5 m. diameter werden vervaardigd en opgesteld door N.V.Werkspoor, Amsterdam. De pompen hebben elk een capaciteit van 550 m3 per minuut. De vervaardiging en opstelling van de machinale inrichting van synchrone asynchroon-draaistroommotoren met vertikale assen en een capaciteit van 850 pk elk was in handen van N.V. Electrotechnische voorheen Willem Smit (Slikkerveer) in samenwerking met N.V. Werkspoor (Amsterdam), voorzover het de pompen betreft. Het electrotechnische gedeelte werd verzorgd door de N.V. Heemaf te Hengelo. (Gemaalgebouw plus op perskokers gefundeerde transformator-/schakelgebouw). Op 7 januari 1941 werden de pompen in werking gesteld, waarmee kon worden begonnen met de bemaling van de polder. In oktober 1941 werd uiteindelijk de brug over de zuigmond van het gemaal aanbesteed.

Omschrijving

Het onderkelderde, vanuit een voornamelijk rechthoekige plattegrond opgetrokken gebouw is voorzien van een stalen geraamte, waarbinnen muren van schone baksteen in kruisverband zijn opgetrokken. Het gemaalgebouw bevat voornamelijk rechtgesloten gevelopeningen en heeft door het hoogteverschil aan de langsgevelzijden alleen aan de noordzijde en aan de westelijke kopse kant een onderbouw met een granieten bovenrand. Het gebouw staat onder uitkragende, met verbeterde Hollandse pannen gedekte zadeldaken. De nokken van de dakdelen kragen verder uit en vormen een stompe punt. De betonnen onderkanten van de uitkragende dakdelen zijn voorzien van cassettevormige uitsparingen. De gevels worden geleed door de groen en wit geschilderde stalen skeletdelen. Aan de wegzijde (polderzijde) een lange, boven een granieten rand staande en door stalen stijlen en regels doorsneden vakwerkgevel met een iets terugliggend rechter deel. Hierin een deur, een hoog driedelig venster en een kleiner rechthoekig venster, beide met aluminium ramen en evenals de deur onder rollaag. Brede, tussen hoge, uitpandige, opgemetselde schoorstenen staande linker gevelpartij. De vrijwel blinde onderste helft van de gevel bevat slechts twee kleinere vensters met aluminium ramen in het rechter gevelveld. De bovenste helft van de gevel bevat een doorlopende reeks, binnen stalen omlijstingen geplaatste vensters met ramen van aluminium, die de oorspronkelijke stalen ramen hebben vervangen. Tussen de vensters staan zeven gemetselde penanten. De stalen stijlen aan weerszijden van de vensters zijn tevens de spantbenen van de spantconstructie. Hieraan zijn acht eveneens stalen luifelspanten bevestigd, die een stalen balk (rail) dragen. Deze constructie dient voor de ophanging van de noodschuif van het gemaal. De linker (westelijke) kopgevel van dit hoger opgaande hoofdvolume is blind. Het tegen deze gevel aanstaande lagere bouwdeel bevat een vierkant, tussen rollagen staand rooster. Op de granieten rand van de iets bredere onderbouw van de kopgevel staan drie kleine vensters met aluminium ramen. Evenals een stalen deur in deze gevel staan ze onder rollaag. Het gemaalgebouw heeft aan de noord-westzijde een brede, minder hoog opgaande en onder uitkragend lessenaarsdak staande uitbouw. De ongelede onderbouw is blind en wordt afgedekt door een granieten rand. Hierboven wordt de gevel geleed door stalen stijlen en bevat vier, in de bredere gevelvelden geplaatse ronde vensters met stalen ramen en betonnen lekgootjes. Tussen het lessenaarsdak van deze uitbouw en de kap ligt in het hoofdvolume een fries van samengestelde vensters met smalle penanten van tussen stalen stijlen staande baksteen. De linker hoek van de uitbouw wordt geaccentueerd door een ijzeren staander. Het geveldeel links van de uitbouw heeft een kleine, lage rechthoekige uitbouw en een op de granieten rand van de onderbouw staand venster onder rollaag. Het iets terugliggende linker geveldeel is boven de onderbouw, horizontaal in tweeën gedeeld en bevat drie smalle vensters in het onderste en één groter venster in het bovenste deel van de gevel. De oostelijke kopgevel heeft in de middentravee een grote, dubbele stalen deur en daarboven een breed venster. Het onderste deel van de rechter travee bevat een klein, smal venster. Het venster in het muurvlak hierboven is groter. De linker travee is voorzien van een hoog venster met driedelig raam als die in de zuid-oostgevel. Het gemaal heeft aan de polderzijde drie zuigopenigen met krooshek en aansluitende vleugelmuren naar de sluis. Het gemaal heeft aan de IJsselmeerzijde drie persbuizen met bijbehorend uitmondingscomplex. Het inwendige van het gemaal valt buiten de bescherming van rijkswege.

Waardering

Het gemaal is van algemeen belang vanwege de cultuurhistorische en architectuurhistorische waarde.

- Het gemaal heeft grote cultuurhistorische waarde omdat de bouw ervan het begin van de Noordoostpolder markeert en tot de oudste nog bestaande bouwwerken in de Noordoostpolder behoort. Het gemaal is tevens van belang vanwege de plaats die het inneemt in de technische en typologische ontwikkeling van het gemaal in Nederland.

- Het gemaal is van architectuurhistorisch belang vanwege de specifieke, voor de bouwtijd karakteristieke vormgeving en constructie van het gebouw, vanwege de bijzondere inventaris en als belangrijk werk uit het oeuvre van een vooraanstaand bouwkundige. - Het gemaal heeft ensemblewaarde vanwege de bijzondere visuele en functionele samenhang met de overige onderdelen van het complex en vanwege de specifieke locatie, waarmee het onverbrekelijk is verbonden.

- Het gemaal is van belang vanwege de herkenbaarheid en de gaafheid van het exterieur.

Dit monument maakt onderdeel uit van complexnummer 527007. Hier vindt u meer informatie over het complex en de bijbehorende monumenten.

Overige gegevens

Oorspronkelijke functies

Hoofdfunctie Hoofdcategorie Subcategorie Functie Verbijzondering Toelichting
Ja Boerderijen, molens en bedrijven Gemaal (M) Gemaal(M3)

Bouwactiviteiten

Werkzaamheid Van Tot Nauwkeurigheid Toelichting
vervaardiging
1939
1941
exact

Bouwtypen

Hoofdcategorie Subcategorie Bouwtypen Toelichting
Boerderijen, molens en bedrijven Gemaal (M) Pompgemaal

Bouwstijlen

Bouwstijl Zuiverheid Toelichting Rijksmonumentnummer
n.v.t.
niet van toepassing