Omschrijving

ARBEIDERSWONING van het krimpjestype, gebouwd omstreeks 1920 en gelegen ten noorden van de boerderij. De woning, die aan beide zijden een krimp heeft, is opgetrokken in een rode baksteen op een trasraam van klinkers. Het pand heeft een driezijdig wolfdak, gedekt met een cementpan, tegen een rechte voorgevel met strakke windveren. Op de nok twee gemetselde schoorstenen; goot op houten klossen. De entree bevindt zich in de oostgevel en bestaat uit een houten deur met bovenlicht en strek; links van de entree twee T-vensters. De zuidgevel heeft zowel op de begane grond als in de top twee T-vensters en de westgevel heeft een samengesteld venster. Alle T-vensters zijn voorzien van een strek. Het achterdeel van de woning heeft in beide krimpen een klein venster, in de oostgevel een driedelig venster en een dichtgezet keldervenster met strek, en in de noordgevel twee vensters met zijlicht (niet origineel) en een klein venster. Al deze vensters hebben een rollaag.

Waardering

Arbeiderswoning uit omstreeks 1920 van algemeen belang vanwege cultuurhistorisch waarde

- vanwege de karakteristieke vormgeving met krimpen

- vanwege de vrij hoge mate van gaafheid van het exterieur

- vanwege de functionele en ruimtelijk-visuele relatie met de boerderij

- vanwege de kenmerkende ligging aan het begin van de oprijlaan langs de doorgaande weg.