Registergegevens

Monumentgegevens

Monumentnummer
520976
Inschrijving register
Kadaster deel/nr
82757/40
Kadastrale aanduiding
Noordbroek I 730
Zuiderstraat 34, 9635 AM te Noordbroek

Omschrijving

Inleiding

RENTENIERSWONING met aangebouwd KOETSHUIS, volgens de gevelsteen gebouwd in 1910 in opdracht van E. Engels. De architect was waarschijnlijk G. Kruizinga uit Oostwold. Engels liet de in een Overgangsstijl opgetrokken woning bouwen aan de overkant van zijn boerderij (Zuiderstraat 61). Sinds de bouw is er weinig aan het pand veranderd. Onder andere is in 1970 een douche in de woning gebouwd en is de oorspronkelijke dakbedekking vervangen door namaakleien.

Het pand is markant gelegen aan de Zuiderstraat te midden van een aantal monumentale panden. Een ijzeren HEK bestaande uit regels en stijlen met Art Nouveau motieven, scheidt de voortuin van de openbare weg. In het hek twee beweegbare delen, gemarkeerd door twee gebogen hoofdpijlers met punt.

Omschrijving

RENTENIERSWONING opgetrokken in een bruine baksteen met gesneden voeg op een gepleisterd trasraam. Het samengestelde dak is gedekt met namaakleien (niet origineel) en heeft een gemetselde schoorsteen op de nok, decoratieve windveren en aan de voorzijde een kleine dakkapel van blik met een gebogen dakje met piron en een oeil de boeuf. Onder de geprofileerde goot met consoles een decoratief fries van pleisterwerk en rode en witte baksteen. De gevelhoeken worden geaccentueerd door gepleisterde accenten met diamantknoppen, evenals de dorpels van vensters en deuren. De hoofdentree bevindt zich aan de noordzijde en bestaat uit een gelakte paneeldeur met Art-Nouveau decoraties en een kijkgat met smeedwerk, onder een bovenlicht met gekleurd glas-in-lood; voor de deur een granieten stoep (drie treden) met bordes en ijzeren hekwerk, bestaande uit ijzeren stijlen en een houten leuning; op het bordes een gietijzeren, decoratieve pilaar die een betonnen luifel, waaraan een houten raamwerk met glas-in-lood ruitjes is bevestigd, ondersteund. Links in de entreepartij een gevelsteen met: "E.E., A.O., 1910" en erboven een H-venster met drieruits bovenlicht en gepleisterde latei. Rechts van de entree een H-venster met glas-in-lood bovenlicht onder een segmentboog met gepleisterde aanzetstenen en een sluitsteen met leeuwenkop, en een boogtrommel van geverfd blik; eronder een keldervenster met diefijzer. In de topgevel met wolfeind een venster met getoogd glas-in-lood bovenlicht binnen een hoefijzerboog met gepleisterde sluit- en aanzetstenen en boogtrommels met siermozaïek.

De voorgevel (west) heeft een driestrooksvenster met glas-in-lood bovenlichten onder een segmentboog en een risalerend deel met topgevel met piron, waarin een gepleisterde gebogen erker met drie H-vensters, alle met glas-in-lood bovenlicht onder een gepleisterde segmentboog met leeuwenkop als sluitsteen en een blikken boogtrommel. Op de erker een gebogen balkon met gepleisterde balusters en leuning, en een ijzeren hekwerk; in de topgevel een paar openslaande deuren met bovenlicht onder een segmentboog met leeuwenkopsluitsteen en gepleisterde aanzetstenen en een boogtrommel van geverfd blik; zijlichten onder glas-in-lood bovenlichten in halve boogvorm.

De zuidgevel heeft een houten serre met plat dak op een gepleisterd trasraam. De serre heeft aan alle zijden ramen met glas-in-lood bovenlichten en in het midden twee deuren met een gietijzeren stoep ervoor (drie treden). In de topgevel met wolfeind en piron van keramiek een paar openslaande deuren met zijlichten onder glas-in-lood bovenlichten, samengevat onder een segmentboog met leeuwenkopsluitsteen en gepleisterde aanzetstenen en een boogtrommel van geverfd blik. Voor de openslaande deuren een klein gepleisterd balkon met ijzeren hekwerk tussen gepleisterde balusters en leuning. Aan weerszijden van de serre een H-venster met glas-in-lood bovenlicht onder een segmentboog met leeuwenkopsluitsteen, gepleisterde aanzetstenen en een boogtrommel, en een keldervenster met diefijzer. Boven de H-vensters een decoratief gepleisterd rechthoekig vlak.

De achtergevel (oost) heeft een veranda met lessenaarsdak op de hoek met de zuidgevel, bestaande uit een houten raamwerk met bovenin een roedenverdeling en bewerkt glas; op de vloer decoratieve zwart-wit tegels. In de gevel (oostzijde) een driestrooksvenster met glas-in-lood bovenlichten onder een segmentboog met leeuwenkopsluitsteen en een boogtrommel van blik; in de zuidzijde een schuifdeur met een bovenlicht van glas-in-lood onder een segmentboog met trommel. Rechts van de veranda een H- venster met glas-in-lood bovenlicht.

Aan de oostgevel een aangebouwd KOETSHUIS, opgetrokken in een bruine baksteen op een gepleisterd trasraam. Het heeft een schilddak, gedekt met namaakleien (niet origineel), met een ijzeren goot en een gepleisterd fries. Aan de noordzijde een risalerend deel met topgevel met strakke windveren. De topgevel (noord) heeft dubbele houten schuifdeuren met getoogde drieruits deurlichten onder een gepleisterde latei met segmentboog en gepleisterde boogtrommel. In de top een drielichtvenster met bovenlichten met verticale roeden; de beide korte ramen hebben een gepleisterde latei met rollaag, de langere een segmentboog met gepleisterde trommel. Rechts van het risalerende deel twee H-vensters en een w.c venster, alle met gepleisterde latei. Aan de westzijde een afgesnoten hoek, waarin een smal H-venster met tweeruits bovenlicht en gepleisterde latei. De oostgevel heeft twee dubbele T-vensters met een drieruits bovenlicht onder een segmentboog met gepleisterde latei en boogtrommel. De zuidgevel heeft een zelfde dubbel T-venster en een enkel T-venster.

In het INTERIEUR zijn onder meer van belang: in de hal de deuren met decoratieve houten omlijsting en glas-in-lood deurlicht en het vierruits glas-in-lood bovenlicht binnen een omlijsting met Art Nouveau motieven. In de voor- en achterkamer de suitedeuren (schuifdeuren) met glas-in-lood deurlichten met roedenverdeling; de plafonds met op linnen geschilderde Art Nouveau motieven tussen houten lijsten; de marmeren schouw. In de eetkamer de houten schouw en het decoratieve plafond met houten omlijsting. In de kelder de decoratieve zwart-wit tegelvloer en de bogen.

Waardering

Rentenierswoning met aangebouwd koetshuis en hek van algemeen belang vanwege cultuur- en architectuurhistorische waarde:

- als voorbeeld van een rentenierswoning met koetshuis en hek uit 1910 in Overgangsstijl

- vanwege de opvallende detaillering en ornamentiek

- vanwege de fraaie interieuronderdelen, grotendeels met Art Nouveau motieven

- vanwege de hoge mate van gaafheid van het exterieur en grote delen van het interieur

- vanwege de historische en ruimtelijk-visuele relatie met de boerderij Zuiderstraat 61, aan de overzijde van de weg

- vanwege de opvallende ligging aan de Zuiderstraat te midden van andere monumentale woningen en boerderijen

Overige gegevens

Oorspronkelijke functies

Hoofdfunctie Hoofdcategorie Subcategorie Functie Verbijzondering Toelichting
Ja Woningen en woningbouwcomplexen Woonhuis(K) Woonhuis

Bouwactiviteiten

Werkzaamheid Van Tot Nauwkeurigheid Toelichting
vervaardiging
1910
1910
exact

Bouwtypen

Hoofdcategorie Subcategorie Bouwtypen Toelichting
Woningen en woningbouwcomplexen Woonhuis(K) Rentenierswoning

Bouwstijlen

Bouwstijl Zuiverheid Toelichting Rijksmonumentnummer
Overgangsarchitectuur
invloeden