Registergegevens

Monumentgegevens

Monumentnummer
523416
Inschrijving register
Kadaster deel/nr
82946/172
Kadastrale aanduiding
Zutphen B 1644
Zutphen B 1482
Zutphen B 1483
Deventerweg 67, 7203 AD te Zutphen
Deventerweg 69, 7203 AD te Zutphen
Deventerweg 71, 7203 AD te Zutphen

Omschrijving

Inleiding

WOONBLOK bestaande uit drie aaneengesloten herenhuizen (oneven NRS. 67-71) in overgangsarchitectuur waarvan de voorgevels sterk zijn beïnvloed door de Jugendstil. Een ijzeren TUINHEK scheidt de voortuin van de straat.

Het woonblok (1908), is waarschijnlijk gebouwd naar ontwerp van de aannemer/ architect H.J. VAN DER KLIP (1861-1938) die voor de bouw van verscheidene woningen in de periode 1903-1914 aan deze zijde van de Deventerweg verantwoordelijk is geweest. De als aannemer geschoolde Van der Klip signeerde als architect zijn bouwtekeningen, hetgeen overigens in die tijd wel meer gebruikelijk was.

De huizen zijn ten noorden van de Deventerweg gesitueerd, aan de noordoost grens van de bebouwde kom van Zutphen en zijn met hun gevel op één rooilijn gelegen. Zij bestaan uit een vaste indeling met souterrain, bel-etage, tweede bouwlaag en een zolderverdieping en lijken op het eerste gezicht aan elkaar identiek. Van de drie, door zadeldaken gedekte woningen, bezitten de buitenste alleen aan de straatgevel een afgewolfd dakschild. Naast de overeenkomstige geveltop van beide hoekwoningen, wordt hun symmetrie door spiegelbeeldige gelijkheid duidelijk in de driezijdige erker, identiek fries en de decoratieve vullingen van de boogvelden. De middelste woning bezit een rechthoekige erker en onder meer afwijkende decoratieve vullingen in friezen en boogvelden.

De ruimtelijke tweebeukige indeling is het duidelijkst te zien in de eerste bouwlaag in de smalle as (a) met een trap die leidt naar de voordeur en in de brede as (b) een naastgelegen erker waarboven een balkon. In het woonblok ontstaat aldus een ritme ba-ab-ab.

De straatgevel van het woonblok vertoont duidelijke Jugendstil kenmerken zoals de a-symmetrie. Daarnaast kent de gevel een zeer rijke uitvoering waarbij voor de details gebruik is gemaakt van plantenmotieven in de glas-in-loodramen, friezen en ijzeren hekwerken. Verder zijn de gevels in rode verblendsteen uitgevoerd met oranje banden in hetzelfde materaal; is in deuren, kozijnen, klossen en beschot fijn gedetailleerd houtsnijwerk toegepast en zijn decoratieve patronen in verschillende kleuren in boogtrommels en friezen aangebracht in natte cement met behulp van een sjabloon. De architect wilde hiermee de sgraffito-techniek imiteren die omstreeks 1900 veelvuldig werd toegepast in België. In de beschrijving wordt deze techniek aangeduid met de term imitatie-sgraffito.

De voorgevels staan in sterk contrast met hun sobere uniforme achtergevel met houten serre waarboven een balkon en de traditionele aankleding van het interieur. Het woonblok toont aan dat de voorgevel het 'gezicht' naar buiten was waaraan het aanzien af te lezen was. De vooruitstrevende voorgevels grenzen alle met hun korte voortuin aan de parallelweg van de Deventerweg. Aan de achterzijde van de woningen bezitten zij een diepe achtertuin en bevindt zich een spoorwegemplacement en bedrijventerrein.

Omschrijving

De drie in baksteen (kruisverband) opgetrokken herenhuizen bezitten een traditionele rechthoekige plattegrond en worden zoals eerder vermeld, elk door een (al dan niet afgewolfd) zadeldak met gesmoorde kruispannen gedekt. De daken bezitten een bakgoot die rust op de uitstekende gordingen van de kap.

Op de zij- en scheidingsmuren komen een of twee schoorstenen voor.

De gevelindeling is voor de drie huizen tenzij anders vermeld nagenoeg identiek met één muuropening op iedere verdieping van iedere beuk. De wijze waarop deze muuropeningen in de voorgevel zijn ingevuld varieert van openslaande (dubbele balkon)deuren met boven- en zijlichten met meervoudige roedenverdeling tot een eenvoudig schuifraam. De VOORGEVEL wordt gekenmerkt door een trappartij en erker boven een souterrain met vaste- en stolpramen. De steektrap met eenvoudige buisleuning is in granito uitgevoerd en leidt naar de rijk in hout bewerkte voordeur, die geometrisch door panelen en deurruitjes is ingedeeld. In de voordeur van het middelste huis komen twee ellipsvormige bogen voor waarvan de vorm als beëindiging terugkomt in de zij- en bovenlichten van de voordeur en als ruitindeling in de openslaande dubbele deuren van de erker. Het bovenlicht van de voordeur bestaat uit een gedeeld raam; het zijlicht bevat twee ramen onder elkaar met al dan niet gekleurd kathedraalglas. Een latei sluit het deurkozijn dat rust op hardstenen neuten en dito dorpel af. In het segmentboogvormige boogveld boven de deur is een imitatie-sgraffito aangebracht. Alleen in het middelste huis is boven het boogvormig afgesloten kozijn van zij- en bovenlicht van de deur een echte sgraffito aangebracht met een voorstelling van twee pauwen. In de driezijdige erkers komen in elke zijde schuiframen voor met glas in lood ramen in de bovenlichten die alleen nog in de linker hoekwoning aanwezig zijn. De rechthoekige erker van de middelste woning bezit naar binnen slaande deuren die samen met de zijlichten van een boogvormige ruitindeling zijn voorzien. Bijna alle hier besproken vensters bevatten hun oorspronkelijke rolluiken. Boven de erkers bevindt zich een balkon met gemetselde kolommen waarop een dekplaat rust. Aan de voorzijde bevindt zich een ijzeren balkonhek met zwierige vormen waarbij dat van het middelste huis enigszins afwijkt, evenals de op het balkon aansluitende deuren met zij- en bovenlichten die hier door muurdammen tot zijvensters zijn verzelfstandigd. In de twee boogvelden boven de zijvensters komt hier het jaartal in de imitatie-sgraffito voor: 'ANNO' en '1908'. De geveltop wordt ingevuld door drie naast elkaar geplaatste vensters waarvan het middelste raam oorspronkelijk een stolpraam betreft. De bovenlichten zijn alle gedeeld. De fries langs de geveltop van de twee hoekwoningen wordt gevormd door uitgemetselde, onderling verbonden kolommen (die corresponderen met de uitstekende gordingen van de kap) met in de aldus ontstane vakken een kalkzandstenen vulling. In het middelste huis bestaat de vulling in de fries uit imitatie-sgraffito en is het gedeelte onder de kruin van de topgevel van een houten beschot voorzien.

De LINKER ZIJGEVEL bestaat uit de buitenmuur van de hoekwoning nr. 67 en bevat de uit de voorgevel doorlopende plint. Hierboven zijn links en rechts een schuifraam geplaatst overeenkomstig het raam in de driezijdige erker met bovenlicht. Het rechter is met glas in lood ingevuld, het linker bevat kathedraalglas. Een rollaag van rode verblendsteen sluit het met imitatie-sgraffito uitgevoerde boogveld af. Zowel de oranje verblendstenen band als de fries lopen vanuit de voorgevel in deze gevel door.

De ACHTERGEVEL van de drie woningen wordt bepaald door de boven het souterrain aanwezige drie houten serres met bovenliggend balkon. Vanuit de serre, die op een ijzeren puibalk rust, leidt een houten steektrap naar de tuin. Van de twee hoekwoningen zijn het souterrain verbouwd (nr. 67) en de serre uitgebouwd (nr. 71). De serre staat uit zes vensterassen (alleen bij nr. 67 worden er vijf! geteld) waarboven een twee- of drieruits bovenlicht met kathedraalglas. Het balkonhek van de drie woningen dat uit latten bestaat loopt ononderbroken door. Op het balkon sluiten twee paar dubbele deuren aan met oorspronkelijk drie- en vierruits bovenlichten onder een ellipsvormig gecementeerd boogveld door een steens boog afgesloten. Over de gehele achtergevel komt ter hoogte van wisseldorpel en kalf van de ramen respectievelijk een enkelvoudige en dubbele oranje verblendstenen band voor. Een T-schuifraam met drieruits bovenlicht (dat alleen bij nr 71 is gewijzigd) onder een ellipsvormig boogveld beëindigt de gevel. De hoeken van de buitenste woningen worden door oranje verblendsteen gemarkeerd.

De RECHTER ZIJGEVEL betreft de buitenmuur van de woning nr. 71. De licht vooruitspringende voetmuur is beraapt. Deze muur is geheel blind uitgevoerd en bezit enkel een fries die evenals in de linker zijgevel, zich uit de voorgevel heeft voortgezet.

Het INTERIEUR bevat veel goed bewaarde onderdelen. De vestibule wordt van de hal gescheiden door een tochtportaal waarin veelal meerruits kathedraalglas. De paneeldeuren zijn merendeels gespaard gebleven. In het souterrain bevindt zich de oorspronkelijke keuken, een kamer en een stookhok. Vanuit het souterrain is de tuin bereikbaar. In de brede beuk op de bel-etage bevinden zich de kamers en suite, die zijn voorzien van een geornamenteerd stucplafond en twee veelal natuurstenen schouwen. In de smalle beuk bevindt zich de gang, toilet en kwartslagtrap. Op de eerste verdieping komen houten schouwen en eenvoudige stucplafonds voor; aan de straatzijde zijn de kastjes voor de rolluiken in de eerste en tweede bouwlaag aanwezig.

Het ijzeren TUINHEK aan de straatzijde vormt met die van de andere huizen in deze rij, die overigens alle goed zijn bewaard, één geheel. De sierlijk welvende spijlen van het hek komen per drie bovenaan samen en worden boven één van de twee regels van het hek door een ornament bekroond.

Waardering

WOONBLOK, met TUINHEK, bestaande uit drie aaneengesloten woonhuizen aan de Deventerweg 67-71 van de aannemer/ architect H.J. VAN DER KLIP in 1908.

- Van architectuurhistorische waarde als goed en gaaf bewaard voorbeeld van een woonblok, waarbij binnen de gevel een bewuste asymmetrie is toegepast. De woningen hebben hun karakteristieke bouwvolume, architectuur, Jugendstil decoratie en materiaalgebruik goed behouden. Zij vormen een zeldzaam voorbeeld in Nederland van een rijke vorm van voorgevels in Jugendstil, op redelijk grote schaal, bewaard gebleven. In het interieur bevinden zich veelal de oorspronkelijke paneeldeuren, schouwen en stucplafonds.

- Van stedenbouwkundige waarde als voorbeeld van een woonblok bestaande uit drie aaneengesloten herenhuizen die langs de uitvalsweg van Zutphen naar Deventer zijn gebouwd binnen een stadsuitbreiding in de periode 1903-1914 en spelen daarin een beeldbepalende rol. Zij vormen daarnaast een goed voorbeeld van het type herenhuis met korte voortuin en diepe achtertuin dat door een ijzeren tuinhek (Jugendstil) van de stoep, bakstenen ventweg en hoofdstraat wordt gescheiden.

- Van cultuurhistorisch belang als goed voorbeeld van drie herenhuizen als onderdeel van een complex van woningen van de gegoede burgerij die zich omstreeks 1900 buiten de stad vestigden.

Overige gegevens

Oorspronkelijke functies

Hoofdfunctie Hoofdcategorie Subcategorie Functie Verbijzondering Toelichting
Ja Woningen en woningbouwcomplexen Woonhuis(K) Woonhuis
Nee Woningen en woningbouwcomplexen Woonhuis(K) Woonhuis
Nee Woningen en woningbouwcomplexen Woonhuis(K) Woonhuis
Nee Woningen en woningbouwcomplexen Woonhuis(K) Woonhuis

Bouwactiviteiten

Werkzaamheid Van Tot Nauwkeurigheid Toelichting
vervaardiging
1903
1914
globaal

Bouwtypen

Hoofdcategorie Subcategorie Bouwtypen Toelichting
Woningen en woningbouwcomplexen Woonhuis(K) Rijtjeshuis

Bouwstijlen

Bouwstijl Zuiverheid Toelichting Rijksmonumentnummer
Overgangsarchitectuur
invloeden
Jugendstil en traditioneel
Overgangsarchitectuur
invloeden
Jugendstil en traditioneel
Overgangsarchitectuur
invloeden
Jugendstil en traditioneel

Ambachten

Vakman Beroep Toelichting
Klip, H.J. van der ; Gelderland
aannemer / uitvoerder