Onderdeel 14

Omschrijving

BOSWACHTERSWONING MET TIMMERLOODS behorende tot de buitenplaats Nijenhuis.

Ten zuiden van de huisplaats ligt een voormalige boswachterswoning met timmerloods. De onderkelderde rood bakstenen woning (noordzijde) met loods (zuidzijde) bestaat uit één bouwlaag en een kapverdieping onder een schilddak, gedekt met gesmoorde Hollandse pannen. De gevels worden afgesloten door een gootlijst op klossen. In de symmetrische noordelijke eindgevel centraal de ingang in een licht getoogde portiek, gedecoreerd met wit geschilderde sluitstenen en een wit geschilderde lijst, voorafgegaan door een kleine stoep van enkele treden, begeleid door lage gemetselde rood bakstenen muurtjes met hardstenen afdekplaat; ter weerszijden van de portiek een T-venster, waarvan het bovenlicht een kleine roedenverdeling heeft; op het niveau van de kelder aan beide kanten een tweelicht; op het dak een kapel met fronton en wangen, waarin een dubbel draairaam met kleine roedenverdeling. In de westelijke zijgevel ter hoogte van de woning drie vensters als in de noordgevel, daarop aansluitend een afwijkend venster en ter hoogte van de loods een deur met meeruits bovenlicht en vier schuifvensters, waarvan het onderlicht een grote en het bovenlicht een kleine roedenverdeling heeft; op het dak twee kapellen als in de noordgevel. Tussen het eerste en het tweede venster, gerekend vanuit het noorden, een kelderingang, afgesloten door een dubbel houten luik dat op twee schuine gemetselde muurtjes rust; onder het derde venster een getralied raam als aan de voorzijde. De zuidelijke eindgevel verschaft direct toegang tot de loods. Centraal een dubbelbrede hoge deur met onregelmatige roedenverdeling; links een venster als in de westgevel met daaronder een opening afgesloten door een luik; rechts een eenvoudige toegangsdeur; op het dak een kapel als in de noordgevel. In de oostelijke zijgevel ter hoogte van de woning twee vensters als in de noordgevel en een toegangsdeur met bovenlicht, bovendien een kelderingang als aan de westzijde. Ter hoogte van de loods twee schuifvensters met kleine roedenverdeling, twee getoogde stalvensters en een klein vierkant venster; tegen de gevel zijn twee bakken gemetseld met een borstwering van circa een halve meter hoog en schuin oplopende zijwanden, mogelijk broeibakken. Halverwege de gevel een aanbouw met open zijkant. De boswachterswoning met timmerloods dateert in oorsprong vermoedelijk uit het begin van de 19de eeuw (reeds aangegeven op kaart huisarchief uit ca. 1830).

Waardering

De BOSWACHTERSWONING MET TIMMERLOODS behorende tot de buitenplaats Nijenhuis is van algemeen belang:

- vanwege de ouderdom;

- vanwege de eenvoudige, harmonieuze en doelmatige vormgeving;

- vanwege de functioneel-ruimtelijke relatie met de andere onderdelen van de buitenplaats.