Registergegevens

Monumentgegevens

Monumentnummer
529989
Complexnummer
529988 - Borgharen
Inschrijving register
Kadaster deel/nr
82683/191
Internationaal kenteken
Ja
Kadastrale aanduiding
Borgharen A 983
Kasteelstraat 6, 6223 BJ te Maastricht

Omschrijving

Omschrijving onderdeel 1: HOOFDGEBOUW (Borgharen).

Op een vierkant omgracht terrein gesitueerd kasteel bestaande uit een in oorsprong 13de-eeuwse hoofdvleugel van een souterrain en twee bouwlagen op een half ovaal grondplan, die verschillende malen tot in de 18de eeuw is verbouwd, en twee laat-15de-eeuwse vierkante torens van drie bouwlagen. In 1895 heeft architect P.J.H. Cuypers het kasteel onder handen genomen. Op de torens sluiten twee vooruitspringende, lagere deels 16de-eeuwse, deels 17de-eeuwse zijvleugels aan die een cour d'honneur omvatten.

De hoofdvleugel met vlakke frontgevel heeft een ovaal afgeronde achterzijde (west), deels gevormd door een restant van de ringmuur van de oorspronkelijk 13de-eeuwse burcht, waarvan ook het in het huis opgenomen restant van de vierkante donjon deel uitmaakt (de donjon werd in 1318 grotendeels verwoest). Deze westgevel heeft een steile plint van zwaar muurwerk van grote zandsteenblokken waartussen afdeklagen - hetzelfde geldt voor de donjon - daarboven op circa 1.70 meter hoogte regelmatig gelaagd breuksteenwerk (van na 1318) van zandsteen afgedekt door een geprofileerde 16de-eeuwse lijst waarboven twee bouwlagen van het mergelstenen muurwerk (van na 1555). In het plintgedeelte bevinden zich ronde geprofileerde schietgaten in vierkante hardstenen omlijstingen en ronde vensters waarvan één een 16de-eeuwse smeedijzeren afsluiting bezit. In de twee bouwlagen verschillende soorten vensters gevat in onregelmatig geblokte, hardstenen omlijstingen, in gladde hardstenen omlijstingen en in uit oudere fragmenten samengestelde lijsten; boven enkele vensters zijn sporen van vroegere driehoekfrontons. De symmetrische voorgevel (oost) van zeven vensterassen is in de 18de eeuw in Franse trant vernieuwd en opnieuw met mergel bekleed met een hardstenen trapbordes, dat over de gehele breedte gedragen wordt door hardstenen segmentbogen op pijlers. In het trapbordes is opgenomen een dubbele toegangstrap met smeedijzeren leuningen in Lodewijk XVI stijl. Ook het met leien beklede mansardedak dateert uit deze periode. Vensters in rechthoekige hardstenen omlijstingen; centraal de toegangsdeur onder een balkon met smeedijzeren hek in Lodewijk XVI stijl met het jaartal 1785 en het alliantiewapen De Rosen en Van Buel; raamhekjes en bordesleuning met initialen dRvB. In 1895 is het kasteel onder leiding van Cuypers ontpleisterd en zijn de vensters gewijzigd.

De vierkante torens aan weerszijden van de hoofdvleugel zijn vermoedelijk na 1483 toegevoegd en vervolgens na 1555 en in de loop van de 17de eeuw aan de toen heersende smaak aangepast. De toren is opgebouwd uit een zandstenen plint, bouwlagen van mergelblokken en een bakstenen bovenverdieping onder met leien gedekte ingesnoerde tentdak, waarvan de bekroningen, volgens jaartallen op de windvanen in 1821-1822 zijn hersteld en wellicht gewijzigd (de kap van de rechtertoren is thans in 2000 niet meer aanwezig). De bovenverdieping is uitgevoerd in Maaslandse renaissance met mergelstenen sierdelen van hoekblokken, sporen van cartouches en daklijst met consoles; vensters met tussendorpels en in- en uitgezwenkte zijpenanten onder halfronde mergelstenen ontlastingsbogen.

De lage zijvleugels van twee bouwlagen onder met leien gedekte schilddaken zijn opgetrokken uit baksteen met mergelstenen hoekblokken, banden en consoles; de achtergevel is voor een groot deel bekleed met hardsteen waarin schietspleten. De plinten van de kopse gevels zijn bekleed met gebosseerde hardsteenblokken, die rusten op de keermuur aan de gracht. De gevels aan de pleinzijde van deze in oorsprong 16de-eeuwse vleugels werden in de 17de eeuw in Maaslandse renaissancestijl herbouwd (1648-1669). Op de begane grond hardstenen geblokte vensters met tussendorpels en hardsteen omlijste deuren; op de verdieping horizontale tweelichtvensters; voor de latere vensters hardstenen fragmenten. In de linker zijvleugel was het koetshuis annex paardenstal gevestigd, herkenbaar aan de twee dubbele rondboogdeuren (thans vernieuwd) en in het interieur aan de ijzeren ruiven en hardstenen waterbakken; verder troggewelfjes.

In het INTERIEUR is ondermeer van belang de 18de-eeuwse rijke aankleding en decoratie in Lodewijk XVI stijl grotendeels van de hand van de Limburgse architect Matthias Soiron met centrale hal en trappenhuis met eikenhouten balustertrap met rijk versierde trappaal in Lodewijk XV stijl en op het bordes een huisaltaar in wandkast met antependium en rentabel door M. de Lovinfosse uit 1781 en 1801. Om de centrale hal zijn de verschillende vertrekken gegroepeerd: eetzaal ('witte zaal' genoemd) in Lodewijk XVI stijl onder meer met lambrisering, stucplafond, schoorsteenmantel met spiegel en gestuukte bovendeurstukken;

grote zaal met lage lambrisering, stucplafond, marmeren schoorsteenmantel met bovenboezem voorzien van spiegel en decoratiefstucwerk (oorspronkelijk met geschilderd behang uit 1790 van de hand van M. de Lovinfosse);

een halfronde vestibule geeft toegang tot de Blauwe kamer met ronde plattegrond, rijk stucwerk, marmeren schoorsteenmantel en een alkoof met koepelvormig plafond;

en de Romaanse kamer met rijk stucwerk en een alkoof (oorspronkelijk was deze kamer voorzien van wandschilderingen uit circa 1890);

ook schilderingen in de zogenoemde Chinese kamer. In het gouvernantevertrek eenvoudige stucdecoraties in rococovormen.

In de linker toren een archiefkamer geheel ingericht door architect Cuypers in 1895 met een moer- en kinderbalkenplafond voorzien van wapens van de families, donkerhouten lambrisering waarin een archiefkast is opgenomen, eikenhouten vloer, een schouwpartij. Vanuit deze kamer oorspronkelijk toegang tot een kas.

Kelders onder de donjon met muren van een breedte van 2 tot 2,30 meter, zijn overkluisd door een tongewelf evenals de westelijk gelegen wijnkelder met kleine afgescheiden ruimte die ooit dienst deed als grafkelder van familie Philibert van Isendorn à Blois (1677); zuidelijke kelder heeft kappen op segmentbogen; noordelijk (keuken) troggewelven, zandstenen schouw, hardstenen gootsteen.

Waardering

Het HOOFDGEBOUW (Borgharen) is van algemeen belang:

- vanwege de ouderdom;

- vanwege de bouw- en ontwikkelingsgeschiedenis;

- vanwege de 13de-eeuwse restanten van de vroegste bouwperiode (ringmuur en donjon);

- vanwege het gaaf bewaarde 18de-eeuwse interieur met interieuronderdelen van M. Soiron;

- voor het oeuvre van architect P.J.H. Cuypers;

- vanwege de functioneel-ruimtelijke relatie met de andere onderdelen van de buitenplaats.

Dit monument maakt onderdeel uit van complexnummer 529988. Hier vindt u meer informatie over het complex en de bijbehorende monumenten.

Overige gegevens

Oorspronkelijke functies

Hoofdfunctie Hoofdcategorie Subcategorie Functie Verbijzondering Toelichting
Ja Kastelen, landhuizen en parken Kasteel, buitenplaats Kasteel

Bouwtypen

Hoofdcategorie Subcategorie Bouwtypen Toelichting
Kastelen, landhuizen en parken Kasteel, buitenplaats

Bouwstijlen

Bouwstijl Zuiverheid Toelichting Rijksmonumentnummer
n.v.t.
niet van toepassing