Registergegevens

Monumentgegevens

Monumentnummer
531113
Complexnummer
531112 - NHW-Fort Rijnauwen
Inschrijving register
Kadaster deel/nr
82788/55
Kadastrale aanduiding
Bunnik C 248
Bunnik C 247
Bunnik C 272
Vossegatsedijk 3, 3981 HS te Bunnik
Vossegatsedijk 5, 3981 HS te Bunnik

Omschrijving

Cluster 40.

Inleiding

FORTAANLEG MET AARDWERKEN EN HOOFDWAL, WAARIN (RESTEN VAN) GESCHUTSOPSTELPLAATSEN, REMISES EN FLANKBATTERIJEN, MET TERREPLEIN, GLACIS WAARIN SCHUILPLAATSEN EN RESTEN VAN LOOPGRAVEN EN BINNEN- EN BUITENGRACHT, MET (OMLEIDINGS- EN ONDERHOUDS-)WEGEN EN MET OORSPRONKELIJK DOOR GRENSPALEN AANGEDUIDE ZONE als basale onderdelen van een gesloten verdedigingswerk. Het Fort bij Rijnauwen is een van de tot de Nieuwe Hollandse Waterlinie behorende polygonale forten die voorzien zijn van typerende aarden en aangeaarde onderdelen. Forten en vergelijkbare werken werden gewoonlijk geconstrueerd op basis van vooraf aangebrachte aardlichamen, die als een fundering fungeerden en wegzakken in (een natte en slappe) bodem moesten voorkomen. Bij de bouw van de werken is, behalve dit gewoonlijk tactisch 'voorgevormde' aardlichaam - dat op zichzelf reeds een weerbare rol vervulde of kon vervullen - ook nog een specifieke aanleg gerealiseerd die bedoeld was om de defensieve kracht te vergroten, de veiligheid van de bezetting te waarborgen en intern en extern transport en verkeer te vergemakkelijken. Zo ontstonden er onder meer aarden dekkingen voor verschillende bouwwerken, om ze minder kwetsbaar te maken voor inslagen van vijandelijk vuur, aarden wallen die de bebouwing en open terreinen dekten en de contouren bepaalden, gedekte toegangen, bestrate paden en appelplaatsen. De aardwerken zijn in sterk van elkaar verschillende grondplans aangelegd, vaak met een of meer bastions, die eveneens in vorm konden verschillen. Rond het aardlichaam kwam - indien mogelijk - een natte gracht te liggen, terwijl de werken gewoonlijk waren omgeven door een militaire begrenzing, die was aangeduid met grenspalen. Over de gracht lag gewoonlijk een (deels opneembare) brug - verschillende typen komen voor - maar soms bestond een vaste oeververbinding, bijvoorbeeld in de vorm van een dam. Bruggen of dammen konden deel uitmaken van het wegenstelsel. Langs de buitenzijde van de grachten lag vaak een weg of pad. Deze konden zowel in de vorm van een gedekte weg zijn aangelegd, als ook wel gelijk met of zelfs boven maaiveldniveau liggen. Deze wegen of paden konden verschillende functies hebben, uiteenlopend van openbare weg tot onderhoudspad, en ook van militaire gedekte weg tot exclusieve toegangsweg naar het fort. Buiten de natte gracht bevindt zich bovendien vaak een (van oudsher en soms nog ten dele) met grenspalen als zodanig aangemerkte zone waarover het Ministerie van Oorlog zeggenschap had: de Militaire Landgrond. Het Fort bij Rijnauwen wijkt niet principieel af van dit algemene beeld; zeldzaam zijn echter de deels dubbel uitgevoerde gracht en het vijfhoekige reduit als laatste verdedigingspunt, alsmede het stelsel van flankbatterijen voor de nabijverdediging. Het grondplan van Fort bij Rijnauwen is een onregelmatige vierhoek. Het voorfront en de zijfronten zijn enigszins naar buiten gebroken in verband met de schootsvelden van de flankbatterijen. Het hoofdwerk is omgeven door diep gelegen binnen- en buitengrachten. De hoge buitenwal fungeerde als glacis, waarin op verschillende plaatsen kleine betonnen werken, zoals (groeps)schuilplaatsen, zijn aangebracht. Het terreplein is met jonge bomen beplant en met paden doorsneden. Het fort is in de Tweede Wereldoorlog gebruikt door de Duitse bezetter. Vanwege executies zijn in 1946 op het terreplein een bakstenen gedenkmuur en een begraafplaats voor gefusilleerde Nederlanders ingericht. Zeven gedenkstenen met in totaal tientallen namen en teksten dateren uit 1981 en een bijhorende klokkenstoel uit 1985.

Omschrijving

FORTAANLEG MET AARDWERKEN EN HOOFDWAL, WAARIN (RESTEN VAN) GESCHUTSOPSTELPLAATSEN, REMISES EN FLANKBATTERIJEN, MET TERREPLEIN, GLACIS WAARIN SCHUILPLAATSEN EN RESTEN VAN LOOPGRAVEN EN BINNEN- EN BUITENGRACHT, MET (OMLEIDINGS- EN ONDERHOUDS-)WEGEN EN MET OORSPRONKELIJK DOOR GRENSPALEN AANGEDUIDE ZONE Het Fort bij Rijnauwen is als vooruitgeschoven fort gesticht als onderdeel van de zogenoemde tweede fortenkring rondom Utrecht, die werd gebouwd in de periode 1867-1871. Het fort bestaat uit een binnenterrein - het terreplein - omgeven door een hoge wal - de hoofdwal - met daaromheen een gracht. Deze gracht sluit aan de westzijde aan op een half cirkelvormig restant van de gracht rond het reduit. Ongeveer driekwart rond het fort een glacis, waarin aan de oostzijde resten van loopgraven uit de jaren 1914-1918 en van een groepsnest. Het glacis is grotendeels door een buitengracht omgeven. Aan de oostzijde van het fort bevindt zich voor de hoofdwal - frontwal genoemd - een caponnière of vooruitgeschoven verdedigingswerk. Naar de caponnière loopt een poterne, of overdekte gang. De beide zijden (facen) van de caponnière, die in de punt een hoek van 60 0 vormen, worden vanuit de frontwal geflankeerd door twee Reiche-flankbatterijen (genoemd naar de Duitse vestingbouwkundige Reiche). Verder is op elk der hoekpunten van de hoofdwal een flankbatterij uitgebouwd, alles aardgedekt. Achter de poterne is de aardgedekte, bomvrije kazerne gesitueerd, opgetrokken van rode baksteen met versierende onderdelen in gele steen en geblokte bakstenen lisenen. In de westelijke hoofdwal twee als wachthuizen met poternes uitgevoerde toegangen met gevels, in baksteen uitgevoerd, met versieringen in gele steen en gekoppelde lisenen met bossagewerk. Tussen deze twee toegangen het pentagonale reduit met vijf rondeelvormige uitbouwen op de hoeken, het geheel oorspronkelijk omgeven door een smalle gracht en een glacis. Voorts op het binnenterrein een wegenstelsel en vijf van oorspronkelijk enkele meer) remises. Alle bouwwerken uit de periode 1869-1880 zijn opgetrokken uit metselwerk, bestaan voornamelijk uit gewelfde ruimten en zijn toegedekt met zand- en grondpakketten. In de bouwwerken vernuftig geconstrueerde stelsels ter afvoering en bewaring van het hemelwater. Op de hoofdwal vijftien emplacementen voor geschut. Op en / of rond het fortlichaam resten van emplacementen, terwijl ook resten of sporen van loopgraven en andere werken aanwezig (kunnen) zijn. Op het terreplein een uit 1946 daterende bakstenen gedenkmuur met gedenkplaat en reliëf met een staande vrouwenfiguur met gebogen hoofd en een kleine begraafplaats voor gefusilleerde Nederlanders. De gedenkmuur bevat de tekst: 'OPDAT WIJ NOOIT VERGETEN.' De begraafplaats is omsloten door een hekwerk. Langs de grachten zijn een omleidingsweg en resten van een onderhoudspad aanwezig. De oorspronkelijk met grenspalen als zodanig aangemerkte zone waarover het Ministerie van Oorlog zeggenschap had, de zogenoemde Militaire Landsgrond, is op de bij dit document behorende kaart aangeduid.

Waardering

FORTAANLEG MET AARDWERKEN EN HOOFDWAL, WAARIN (RESTEN VAN) GESCHUTSOPSTELPLAATSEN, REMISES EN FLANKBATTERIJEN, MET TERREPLEIN, GLACIS WAARIN SCHUILPLAATSEN EN RESTEN VAN LOOPGRAVEN EN BINNEN- EN BUITENGRACHT, MET (OMLEIDINGS- EN ONDERHOUDS-)WEGEN EN MET OORSPRONKELIJK DOOR GRENSPALEN AANGEDUIDE ZONE is van algemeen belang vanwege:

* Cultuurhistorische waarden als onderdeel van de Nieuwe Hollandse Waterlinie, zoals deze is ontworpen door C.R.T. Kraijenhoff en in eerste aanleg vanaf 1815 door hem, Jan Blanken en majoor-ingenieur Willem Offerhaus is gerealiseerd en daarna door anderen gedurende ongeveer 125 jaar versterkt en verbeterd.

* Krijgshistorische waarden als onderdeel van een aaneengesloten militaire verdedigingslinie tussen de voormalige Zuiderzee en de Biesbosch. Deze bestond hoofdzakelijk uit een samenhangend systeem van inundatievelden en bijbehorende inundatiemiddelen en van schootsvelden. Dit systeem werd aangevuld met diverse, uit verschillende perioden daterende typen gebouwde of aangelegde (verdedigings)werken die dienden tot of bijdroegen aan afsluiting van niet te inunderen terreinen of andere accessen.

* Architectuurhistorische waarden, in het bijzonder als uiting van de militair-strategische bouwkunde, die gebaseerd is - op het systeem van inundatie en accesverdediging (19de eeuw) - en op de wedloop met de zich versterkende offensieve middelen (19de en 20ste eeuw).

Het betreft hier een complex uit de periode 1867-1886, deel uitmakend van de tweede fortificatiering rondom Utrecht. Het complex is tevens van architectuurhistorische waarde als voorbeeld van een compleet fort van het caponnièrestelsel, dus als vooruitgeschoven verdedigingswerk.

* Ensemblewaarde en situationele waarden vanwege de ligging binnen het systeem van de Nieuwe Hollandse Waterlinie in het algemeen en tevens vanwege de functionele en fysieke samenhang tussen de onderdelen van het complex. Ten slotte is hier sprake van een gave relatie van de aardwerken met het schootsveld.

* Archeologische waarden vanwege mogelijk nog aanwezige resten en sporen van loopgraven en andere werken.

* Het complexonderdeel is representatief (karakteristiek) omdat het nog steeds de eigen fysieke kenmerken en de belangrijkste omgevingskenmerken vertoont die destijds tot de bouw aanleiding waren.

* Het complexonderdeel is tamelijk gaaf bewaard omdat qua structuur en fysiek voorkomen de hoofdzaken van de toestand in de jaren '80 van de 19de eeuw zijn bewaard.

Dit monument maakt onderdeel uit van complexnummer 531112. Hier vindt u meer informatie over het complex en de bijbehorende monumenten.

Overige gegevens

Oorspronkelijke functies

Hoofdfunctie Hoofdcategorie Subcategorie Functie Verbijzondering Toelichting
Ja Verdedigingswerken en militaire gebouwen Fort, vesting en -onderdelen

Bouwactiviteiten

Werkzaamheid Van Tot Nauwkeurigheid Toelichting
vervaardiging
1867
1872
globaal

Bouwstijlen

Bouwstijl Zuiverheid Toelichting Rijksmonumentnummer
n.v.t.
niet van toepassing