Registergegevens

Monumentgegevens

Monumentnummer
531286
Complexnummer
531285 - Paleis Soestdijk
Inschrijving register
Kadaster deel/nr
82703/21
Internationaal kenteken
Nee
Kadastrale aanduiding
Baarn D 673
Amsterdamsestraatweg 1, 3744 AA te Baarn

Omschrijving

Onderdeel 1. Hoofdgebouw.

HOOFDGEBOUW (Paleis Soestdijk) van de historische buitenplaats Soestdijk. Op enige afstand van de Amsterdamsestraatweg staat het paleis dat in verschillende fasen tot stand is gekomen en waarvan het huidige aanzien in Empirestijl dateert uit 1815-1821. Het uiterlijk van het gepleisterde gebouw is thans nagenoeg eenkleurig wit. De kern van het paleis wordt gevormd door een corps de logis ter breedte van 5 traveeën, dat in 1674 of kort daarna is opgetrokken. Dit rechthoekige bouwvolume is tussen 1674 en 1678 voor koning-stadhouder Willem III uitgebreid met vleugels aan weerszijden en een achter(tuin)zaal naar ontwerp van architect Maurits Post in sobere Hollands classicistische stijl. Het 17de-eeuwse corps de logis is nog goed herkenbaar (bouwmassa, constructie, plattegrondindeling, kelders). In het interieur werden wanden en plafonds beschilderd met jachttaferelen van Melchior d'Hondecoeter, landschappen van Johannes Glauber en mythologische voorstellingen van Gerard de Lairesse -de meeste schilderingen bevinden zich nu in het Rijksmuseum. De twee kleine uitbouwen aan weerszijden van de tuinzaal dateren uit 1806-1808 en zijn gebouwd in opdracht van Lodewijk Napoleon. Architect Jean Thomas Thibault trad hierbij op als ambtelijk chef van de Koninklijke bouwdienst. Zijn assistent Jan David Zocher sr. was de architect feitelijk de architect voor het paleis. Het werk behelsde voorts ondermeer de uitbreidingen met een kapel en een bibliotheek, diverse interne verbouwingen, het bepleisteren van de gevels en het wijzigen van de vensters. Tenslotte vindt van 1815 tot 1821 onder leiding van architect Jan de Greef en Zeger Reijers de grootschalige uitbreiding plaats met aan weerszijden paviljoens en gebogen zijvleugels met zuilengalerijen. Ook is toen het hoofdgebouw van een belvédère voorzien en het gehele pand witgepleisterd. In de daarop volgende jaren is een aantal verbouwingen uitgevoerd. Rond 1900 werden de open zuilengalerijen met glaspuien dichtgezet. Een grootscheepse verbouwing en modernisering van de noordelijke vleugel vond plaats in 1936-1939 door architecten J. de Bie Leuveling Tjeenk en A.J. van der Steur.

Het dertien traveeën brede corps de logis bevat een souterrain, twee bouwlagen, een attiek onder een met pannen gedekt schilddak bekroond door een belvédère. De voorgevel heeft een middenrisaliet ter breedte van vijf traveeën met centraal de ingangspartij aan een halfrond bordes. Aan weerszijden van de hoofdpartij sluit een kleine vleugel van één bouwlaag met souterrain aan op een dwarsgeplaatst paviljoen van twee bouwlagen onder een met pannen gedekt dak. De kopse gevel van deze tussenpaviljoens eindigt in een fronton. Aansluitend staat een gebogen vleugel bestaande uit een souterrain, één bouwlaag en een attiek. De vleugels zijn aan de voorzijde voorzien van een colonnade met Dorische zuilen en worden beëindigd door een paviljoen dat vrijwel gelijk is aan de tussenpaviljoens, zij het minder diep. De achtergevel wordt afgesloten door drie rechte muren onder een flauwe hoek.

INTERIEUR

De monumentale waarde van het interieur met vaste onderdelen en roerende zaken (meubilering en aankleding) is uitzonderlijk hoog. De inrichting van de vertrekken in het corps de logis en korte zijvleugels dateren uit de periode 1815-1821. Tweede verdieping plafondschildering met jagermeester en meute (ca.1677-1678), oorspronkelijk het plafond van de vestibule en in 1816 verplaatst; kamer boven de vestibule met plafondschildering ca.1676-1677. Soestervleugel bevatte 3 appartementen (ondermeer van Prins Hendrik). Ook de Baarnse vleugel bevatte drie appartementen. In de jaren 30 van de 20ste eeuw is de indeling en inrichting van deze vleugel ingrijpend gewijzigd ten behoeve van het verblijf van Juliana en Bernard.

Voor de decoratie en inrichting van de vertrekken zijn vier belangrijke periodes van inrichting te onderscheiden gekoppeld aan belangrijke bewoners van het paleis:

I. 1816-1821 onder Willem II De belangrijkste (laatempire) vertrekken naar ontwerp van architect Jan de Greef zijn de

* Benedenvestibule, het trappenhuis en bovenvestibule -statievolle laatempire entreepartij en ceremoniële opgang naar de stuczaal met onder meer lichtkroon (1816-'21) en Deventer traploper.

* Stuczaal -belangrijkste ontvangstzaal in laatempire afwerking uitgevoerd in marmer, stucwerk en scagliola (imitatiemarmer). Waarschijnlijk is het stucwerk van C. Castoldi uit Rotterdam en scagliolawerk van J.F. Gigel uit Doorn-

* Waterloozaal - representatieve ontvangstruimte met authentiek inrichting en decoratie als herinneringsmonument, schilderij van J.W. Pieneman, 'De Prins van Oranje tijdens de slag bij Quatre-Bras' en zeldzaam papierbehangsel in de betimmering. Als semi-openbare herdenkingsvertrek uniek in Nederland-

* de witte eetzaal met antichambre -de officiële eetzaal laatempire architectuur-

* Jachtkamer -laatempire architectuur uit 1816-1821 met 17de-eeuws beschilderd plafond -

II. 1850-1851 onder Anna Paulowna

* Leuvenzaal -representatieve ontvangstruimte met thematisch karakter en laatempire afwerking -

* Jachtkamer -laatempire architectuur uit 1816-1821 met 17de-eeuws beschilderd plafond en verdere afwerking uit de periode 1850-1851. Als semi-openbare herdenkingsvertrekken uniek in Nederland-

* Witte eetzaal - de officiële eetzaal laatempire architectuur naar ontwerp van de Greef, verder ingericht door Anna Paulowna (1850-1851) en Koningin Emma (1879-1934)-

* Kanonnenkamer -samenstelling van twee historiserende vertrekken uit ca.1850, opnieuw ingericht rond 1900-

III. 1879-1936 onder Willem III en Emma/Wilhelmina

* Empiresalon - neo-Lodewijk XVI stijl met beschilderde betimmeringen en plafond, en onderdelen in carton-pierre (in mallen geperst karton)-

* Passage - met unieke beschildering uit ca. 1879 in de stijl van het antieke Pompeï en verder met behoud van de laatempire architectuur van De Greef uit 1816-1821-

* Salon en Antichambre Wilhelmina -neo-Lodewijk XVI stijl met betimmering voorzien van beschildering en vergulding, beschilderd plafond en bovendeurstukken-

* Slaapkamer Wilhelmina -laatempire architectuur met 18de-eeuwse neoclassicistische schoorsteenmantel-

* Witte eetzaal de officiële eetzaal laatempire architectuur naar ontwerp van de Greef, verder ingericht door Anna Paulowna (1850-1851) en Koningin Emma (1879-1934)-

* Kanonnenkamer -samenstelling van twee historiserende vertrekken uit ca.1850, opnieuw ingericht rond 1900-

IV. 1936-2004 onder Juliana en Bernard

* Blauwe gang met trappenhuis -verbindingsgang tussen de prinselijke vertrekken (onderdeel van het Nationaal Huldeblijk, 1937) naar ontwerp van architecten J. de Bie Leuveling Tjeenk en A.J. van der Steur in op de Parijse smaak georiënteerde internationale stijl met vaste kastenwand, een gedeeltelijk glas-in-lood beglaasd plafond, een deel met een beschilderd cassetteplafond en een bronzen portaal-

* Eetkamer - privé eetkamer (onderdeel van het Nationaal Huldeblijk, 1937) naar ontwerp van architecten J. de Bie Leuveling Tjeenk en A.J. van der Steur in op de Parijse smaak georiënteerde internationale stijl met betimmering en stucplafond, indirecte verlichting en stucreliëfs van F.J. van Hall

* Werkkamers

* Bibliotheek - privé zitkamer (onderdeel van het Nationaal Huldeblijk, 1937) naar ontwerp van architecten J. de Bie Leuveling Tjeenk en A.J. van der Steur in op de Parijse smaak georiënteerde internationale stijl met notenhouten betimmeringen voorzien van beglaasde boekenkasten, stucplafond en haardpartij

* Filmzaal - bescheiden variant op de traditionele hofschouwburg (onderdeel van het Nationaal Huldeblijk, 1937) met Gispen-armstoelen en een filminstallatie

Waardering

HOOFDGEBOUW (Paleis Soestdijk) van algemeen belang vanwege:

- de cultuurhistorische waarde door zijn ontstaan- en bewoningsgeschiedenis in het bijzonder vanwege onlosmakelijke verbintenis met het Huis van Oranje;

- de architectuurhistorische waarde als belangrijk voorbeeld van een koninklijk woonverblijf in Nederland en de wijze waarop dit tot uiting komt in de bouw- en ontwikkelingsgeschiedenis en de duidelijk afleesbare stijlperioden met de daaraan verbonden respectievelijke architecten en kunstenaars;

- het bijzondere belang van de hoge ensemblewaarde van het interieur en de interieuronderdelen door zijn uniciteit, historische continuïteit, samenstelling en totaalontwerp, de compleetheid, de symbool- en ijkfunctie.

- de ensemble waarde tot uiting komend in de functioneel-ruimtelijke relatie van het hoofdgebouw, de tuinaanleg en overige onderdelen van de buitenplaats.

Dit monument maakt onderdeel uit van complexnummer 531285. Hier vindt u meer informatie over het complex en de bijbehorende monumenten.

Overige gegevens

Oorspronkelijke functies

Hoofdfunctie Hoofdcategorie Subcategorie Functie Verbijzondering Toelichting
Ja Kastelen, landhuizen en parken Kasteel, buitenplaats Paleis

Bouwactiviteiten

Werkzaamheid Van Tot Nauwkeurigheid Toelichting
vervaardiging
1674
1821
globaal

Bouwstijlen

Bouwstijl Zuiverheid Toelichting Rijksmonumentnummer
n.v.t.
niet van toepassing