Registergegevens

Monumentgegevens

Monumentnummer
532417
Complexnummer
532413 - NHW-Lunet I
Inschrijving register
Kadaster deel/nr
82788/190
Internationaal kenteken
Nee
Kadastrale aanduiding
Utrecht O 337
Utrecht, Lunet I

Omschrijving

Cluster 44. Groepsschuilplaatsen Type P.

NIEUWE HOLLANDSE WATERLINIE

Inleiding

TWEE GROEPSSCHUILPLAATSEN TYPE P op Lunet I, als 20ste-eeuwse, in serie gebouwde toevoegingen aan de bestaande verdediging. De twee groepsschuilplaatsen binnen Complex Lunet I liggen niet ver van elkaar aan de zuidzijde van het werk. Dergelijke werken maakten deel uit van de modernisering van de verdediging door middel van zogenoemde 'levende veldversterking', die meestal een verspreid karakter bezat. Groepsschuilplaatsen Type P zijn volgens min of meer uniform of standaardontwerp in de jaren 1939-1940 op meerdere plaatsen in Nederland gebouwd. Het totaal aantal gebouwde exemplaren bedraagt circa 700, waarvan in de Nieuwe Hollandse Waterlinie ongeveer 570; het merendeel (ca. 400) hiervan bestaat nog. Het bouwprogramma van de Groepsschuilplaatsen Type P was bij het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog niet afgerond en van een aantal exemplaren is bekend dat ze nooit zijn voltooid. Type P (vanwege de markante vorm ook wel 'de piramide' genoemd) is vermoedelijk het meest bekende type betonnen verdedigingswerk in Nederland. Het type kwam voort uit het zogenoemde VIS 77 (Voorschrift Inrichten Stellingen no. 77), uit 1928, en had onder meer als bestemming deel uit te maken van de verdediging van een aantal bestaande en nieuwe accessen, waaronder vooral (autosnel)wegen en (geëlektrificeerde of te elektrificeren) spoorwegen. De Groepsschuilplaats Type P kwam gewoonlijk tot stand in de directe nabijheid van reeds bestaande of in dezelfde tijd gerealiseerde kazematten, geschutsopstellingen, versterkingen of loopgraven. Doordat de loopgraven en andere (aard)werken later vrijwel overal zijn geëffend of gesloopt, liggen de betonnen schuilplaatsen tegenwoordig nogal eens voor een deel beneden het maaiveld. De van oudsher geheel gesloten voorzijde of frontzijde van de Groepsschuilplaatsen Type P was in veel gevallen gedekt door aardwerken die deel konden uitmaken van een glacis ter bescherming van de loopgraaf of een gedekte weg. Deze aardwerken zijn thans meestal niet meer aanwezig of nog slechts met moeite herkenbaar, maar met name op forten of in anderszins geaccidenteerd terrein zijn ze soms nog wel aanwezig. Er bestaan diverse varianten van het Type P, zowel qua maatvoering en dekkingsklasse als in uitvoering en detaillering. Zo zijn er exemplaren gebouwd in de dekkingsklassen W 15-21 en W 21-28 bij maten die uiteenlopen van circa 5.50 x 7.20 x 4.70 m tot 6.50 x 8.20 x 4.90 m (b x d x h). Er zijn talrijke exemplaren van het Type P gebouwd in inundeerbare gebieden, waarbij in een aantal gevallen een zichtbaar geworden paalfundering is toegepast, terwijl vaak een keermuur en incidenteel een trog met trap ter kering van inundatiewater is ingebracht in de dan hoog gelegen, vierkante toegang en bij nog weer andere is een rondom uitstekende betonnen funderingsplaat aanwezig. De westelijke van de twee exemplaren op Lunet I is later gesloten door een eenvoudige houten deur.

Omschrijving

De TWEE GROEPSSCHUILPLAATSEN TYPE P op Lunet I liggen aan de zuidzijde van het werk, tussen de flankkazemat en de wal. Ze zijn één bouwlaag hoog, uitgevoerd in gewapend beton van ca. 1.00 tot 1.80 m dik en ze vormden een granaatvrij, militair onderkomen, dat beschutting kon bieden aan 10-12 manschappen infanterie / artillerie, bij dekkingsklasse W 21-28. De Groepsschuilplaatsen Type P zijn gebouwd op een rechthoekig grondplan, bij maten van ongeveer 5.50 x 720 x 4.70 m (b x d x h). De beide blinde zijgevels en de keelzijde zijn verticaal uitgevoerd. Daarboven gaan deze gevels met een knik van ongeveer 45 0 naar binnen, om vervolgens over te gaan in een vlakke dekking. Rechts in de keelzijde is op plaatselijk verschillende hoogte boven maaiveld een toegangsopening. De in zijn geheel verticale, gesloten frontzijde weerspiegelt de hoeken van 45 0 en eindigt dus als een 'afgeknotte puntgevel'. In de gevels van de westelijke van de twee zijn ijzeren haken of beugels meegegoten die konden dienen ter bevestiging van camouflagemateriaal. Het interieur van de Groepsschuilplaatsen Type P bestaat uit een korte gang en een van daaruit naar links gerichte 'sluis' die afgrendelbaar moest zijn door een (uit meerdere delen bestaande) zware, stalen deur met grendels. Via een tweede, vergelijkbare deur kon rechtsom een achterliggende, vrijwel vierkante ruimte worden bereikt, de echte schuilplaats. De toegang kon vanuit deze ruimte worden bestreken door een geweerschietgat. De stalen deuren zijn echter zelden of nooit geplaatst en de ingangen zijn later vaak dichtgezet met baksteen en gepleisterd. De op circa twee meter boven vloerniveau gelegen plafonds zijn vlak en rechthoekig. Er zijn nog interieuronderdelen aanwezig, zoals (resten van) de deurophanging.(duimen e.d.) en verder ook voorzieningen bij de schietgaten.

Waardering

De TWEE GROEPSSCHUILPLAATSEN TYPE P op Lunet I zijn van algemeen belang vanwege:

* Cultuurhistorische waarden als onderdeel van de Nieuwe Hollandse Waterlinie zoals deze is ontworpen door C.R.T. Kraijenhoff en in eerste aanleg vanaf 1815 door hem, Jan Blanken en majoor-ingenieur Willem Offerhaus is aangelegd en daarna door anderen gedurende ongeveer 125 jaar is versterkt en verbeterd.

* Architectuurhistorische waarden, in het bijzonder als uiting van de militair-strategische bouwkunde, die gebaseerd is op: a. het systeem van inundatie en accesverdediging (20ste eeuw), b. de wedloop met de zich versterkende offensieve middelen (20ste eeuw), c. het systeem van 'levende' veldversterking in de diepte (20ste eeuw).

Het betreft hier twee voorbeelden van gewapend betonnen manschappenschuilplaatsen op een lunet, zonder aarden dekking, uit de periode 1939-1940.

* Ensemblewaarde en situationele waarden als onderdelen van de Nieuwe Hollandse Waterlinie. Tevens vanwege de functionele en fysieke samenhang met de overige onderdelen van het complex.

* De onderdelen zijn representatief (karakteristiek) omdat ze duidelijk herkenbaar zijn toegevoegd aan het bestaande fortificatiestelsel.

* De onderdelen zijn tamelijk gaaf bewaard en laten zich als gebouwde elementen nog goed op het werk herkennen.

Dit monument maakt onderdeel uit van complexnummer 532413. Hier vindt u meer informatie over het complex en de bijbehorende monumenten.

Overige gegevens

Oorspronkelijke functies

Hoofdfunctie Hoofdcategorie Subcategorie Functie Verbijzondering Toelichting
Ja Verdedigingswerken en militaire gebouwen Bomvrij militair object

Bouwtypen

Hoofdcategorie Subcategorie Bouwtypen Toelichting
Verdedigingswerken en militaire gebouwen Bomvrij militair object

Bouwstijlen

Bouwstijl Zuiverheid Toelichting Rijksmonumentnummer
n.v.t.
niet van toepassing