Selecteren: archeologie wel of niet behouden
Nadat er onderzoek is gedaan naar de aanwezige archeologie en advies is gegeven over de waarde ervan, neemt de gemeente (of soms een andere bevoegde overheid) een besluit over hoe er met een vindplaats moet worden omgegaan. Gaan we het in de bodem beschermen, opgraven of vrijgeven? Dit besluit is van invloed op het wel of niet verlenen van een omgevingsvergunning.
Het besluit
In de praktijk wordt dit besluit van het bevoegde gezag ook wel aangeduid als ‘selectiebesluit’. Bij het nemen van een besluit speelt niet alleen het selectieadvies van het onderzoeksbureau een rol, maar ook factoren van maatschappelijke, politiek-beleidsmatige en financiële aard.
Zo speelt specifiek archeologiebeleid een rol. De ambities van de gemeente ten aanzien van archeologie - welke archeologische waarden waardevol zijn voor een gemeente en hoe daarmee moet worden omgegaan – zijn hierin vastgelegd. Ook de structuurvisie voor de ruimtelijke ordening van de gemeente, provincie en rijksoverheid spelen mee in het besluit.
Omgevingsvergunning wel of niet verlenen
Wanneer een besluit van de gemeente over een bepaald plangebied gaat, resulteert dit in het wel of juist niet verlenen van een omgevingsvergunning.
- De vergunning wordt verleend:
Dit is het geval als een gemeente beslist dat er geen sprake is van een behoudenswaardige vindplaats binnen het plangebied. De vindplaats wordt dan vrijgegeven. In dit geval kan aan amateurarcheologen de mogelijkheid worden gegeven onderzoek te doen. - De vergunning wordt geweigerd:
Dat gebeurt wanneer de gemeente beslist dat de vindplaats behoudenswaardig is. De vindplaats wordt dan in de (water)bodem (in situ) behouden.
Het kan voorkomen dat de vindplaats behoudenswaardig is, maar dat behoud in de (water)bodem niet mogelijk of wenselijk is. In dat geval kan besloten worden tot het opgraven van de vindplaats. Dit wordt behoud ex situ genoemd. - Omgevingsvergunning met voorschriften:
Wanneer in een gebied met archeologische onderzoeksverplichting, een bodemverstorende ruimtelijke planontwikkeling plaatsvindt, kan de gemeente besluiten om aan de omgevingsvergunning voorschriften te verbinden, zoals de verplichting tot opgraven of aangepast bouwen. In het uiterste geval kan de gemeente de vergunning ook weigeren.
Input voor bestemmingsplan
De gemeente kan ook een selectiebesluit nemen voor een geheel gemeentelijke grondgebied. Dat besluit wordt vertaald in het bestemmingsplan. Het bestemmingsplan is het toetsingskader en vormt de juridische basis waardoor bodemverstoorders verplicht kunnen worden tot archeologisch onderzoek of het treffen van technische maatregelen. Bodemingrepen zijn dan (omgevings)vergunningplichtig.