Uitstel- en handhavingsbeleid rapportageplicht
Overeenkomstig de Erfgoedwet overlegt een certificaathouder binnen twee jaar na voltooiing van een archeologische opgraving een rapport, waarin de resultaten van de opgraving zijn beschreven. Hij doet dit aan de minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, aan de eigenaar en aan burgemeester en wethouders van de gemeente waar de opgraving is voltooid.
Aan het op tijd beschikbaar komen van deze rapportage wordt groot belang gehecht. Er kunnen zich echter omstandigheden voordoen, waardoor een certificaathouder niet (tijdig) aan de rapportageplicht kan voldoen.
Met het Uitstel- en handhavingsbeleid rapportageplicht Erfgoedwet kan de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed namens de minister tijdelijke of definitieve ontheffing van de rapportageplicht verlenen.
In het beleid staat
- een aantal gronden voor het al dan niet verlenen van de ontheffing
- de procedure van een verzoek tot ontheffing
- hoe de Rijksdienst de naleving van de rapportageplicht handhaaft.