Subsidiemogelijkheden
Bouwhistorisch onderzoek wordt doorgaans door de eigenaar of initiatiefnemer betaald, zoals dat ook geldt voor archeologisch onderzoek en milieuonderzoek.
Voor rijksmonumenten geldt dat bouwhistorisch onderzoek subsidiabel is in het kader van een instandhoudingsplan binnen de Subsidieregeling Instandhouding Monumenten (SIM, voor niet-woonhuizen). Bij het woonhuis van een particuliere eigenaar is het onderzoek subsidiabel via de woonhuisregeling. Ook bij de subsidieregelingen voor restauratie die provincies hebben, is bouwhistorisch onderzoek subsidiabel.
Daarnaast kent het Rijk een subsidieregeling om herbestemming te bevorderen. Hieruit kan ook bouwhistorisch onderzoek worden betaald.
In sommige gemeenten bestaat een subsidieregeling, waarbij een gedeelte van de onderzoekskosten subsidiabel is. Ook zijn er gemeenten met gemeentelijke bouwhistorici, die onderzoek kunnen doen.
Dendrochronologisch onderzoek
De Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed (RCE) biedt ondersteuning bij het uitvoeren van dendrochronologisch (jaarring)onderzoek. Het gaat met name om kleine objecten en onderzoeken van interessante monumenten en objecten, waar dendrochronologisch onderzoek een relatief grote investering is en dat anders achterwege zou blijven. Bij grotere objecten met grotere budgetten, en waarbij tientallen monsters vereist zijn, hoort dendrochronologisch onderzoek te zijn opgenomen in de planvorming bij het bouwhistorisch onderzoek.
In principe kan voor elk historisch waardevol gebouwd object een aanvraag worden ingediend. Voorwaarde is dat er voldoende monsters kunnen worden genomen om een onderbouwde onderzoeksvraag te beantwoorden en dat het dendrochronologisch onderzoek in dienst staat van een breder bouwhistorisch onderzoek. In de regel moet worden uitgegaan van minstens vijf houtmonsters om tot een betrouwbare datering van een bouwfase te komen, afhankelijk van de aard van het hout en het object. Het dateren van individuele monsters wordt daarom niet ondersteund. Ook onderzoeken van grotere omvang waarbij tientallen monsters worden genomen en geanalyseerd (denk bijvoorbeeld aan kerkkappen met meerdere bouwfases) komen om eerder genoemde redenen niet voor financiering in aanmerking.
De bouwhistoricus die het onderzoek nodig heeft, kan contact opnemen met de RCE via ons contactformulier. Er zijn met twee dendrochronologische bureaus afspraken gemaakt en bij positief besluit krijgen die vanuit de RCE groen licht, waarna de aanvrager daar contact mee kan opnemen.