Veelgestelde vragen energiecrisis en erfgoed
De Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed (RCE) krijgt regelmatig vragen over het dossier energiecrisis en verduurzaming in relatie tot erfgoed. Hieronder vindt u de antwoorden op de meestgestelde vragen.
Monumenteigenaren kunnen zich op deze winter voorbereiden door in ieder geval de bekende maatregelen zoals, tochtprofielen, dikke gordijnen sluiten, alleen de ruimtes verwarmen waarin je verblijft en de verwarming lager zetten. Ook is lokaal bijverwarmen door bijvoorbeeld een infraroodpaneel een tijdelijke oplossing. De huidige energieprijzen zijn voor velen een enorme confrontatie. Dit is een vervelende situatie. Structurele oplossingen kosten tijd, waar we ons al jaren voor inzetten. Het is wel verstandig om als eigenaar na te denken over hoe uw monument verduurzaamd kan worden. Wij en ook andere organisaties in de monumentensector kunnen eigenaren daarbij op weg helpen.
Het volledig uitschakelen van de centrale verwarming is in veel gevallen geen reden tot acute paniek. Monumentale gebouwen zijn robuust en bovendien ooit ontworpen zonder verwarming of er was slechts een enkele ruimte met verwarming. Het blijft wel belangrijk om de relatieve vochtigheid laag te houden, bij voorkeur onder de 65%. Dit kunt u doen door de temperatuur te verhogen, dus verwarmen, of met droge buitenlucht ventileren. Voor de bijzondere monumenten met bv. een waardevol interieur of collectie moet u hier voorzichtiger mee omspringen en is enige verwarming aan te raden.
De stelling dat veel musea een kwetsbare collectie hebben en daarom niet zomaar de verwarming een graadje lager kunnen zetten berust helaas op een misverstand. Een wat hogere temperatuur (18-22°C) is alleen voor mensen bedacht. Materialen (en daarmee museum objecten) hebben er veel meer baat bij (zijn veel comfortabeler) als het koeler is (12-18°C).
Voor veel materialen kan het eigenlijk niet koel genoeg zijn. Maar omdat bij een temperatuur onder de 12 °C olieverf op doek veel stijver en daarmee kwetsbaarder wordt, wordt dit als ondergrens geadviseerd. Maar het mag best kouder zijn. Pas dan wel op met het aanraken en vervoeren van schilderijen.
De RCE is kennisleverancier op het terrein van erfgoed. De RCE heeft, samen met provincies en gemeenten, de opdracht de verduurzaming van monumenten te stimuleren. Dat draagt bij aan de klimaatdoelen en verlaagt de energierekening. De verduurzaming is ook de aanleiding van het programma Erfgoed en Duurzaamheid. Dat is niet pas in gang gezet met de huidige energiecrisis, maar al een aantal jaar ervoor. Als we ons erfgoed voor de toekomst willen behouden zal er geïnvesteerd moeten worden in de verduurzaming ervan.
Om verduurzaming van monumenten te stimuleren heeft de RCE onder andere de richtlijnen met betrekking tot zonnepanelen in 2020 verruimd en zoekt het naar structurele oplossingen zoals de bestaande duurzaamheidssubsidies aanpassen, zodat monumenteigenaren hier ook gebruik van kunnen maken. Op dit moment zijn de isolatie eisen uit de subsidieregeling waar woningeigenaren gebruik van kunnen maken namelijk zo hoog dat dit in monumenten niet past. De RCE werkt aan aangepaste normen, zodat iets dunnere isolatiematerialen of bijvoorbeeld binnenvoorzetramen ook voor subsidie in aanmerking komen. De minister voor VRO (Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening) heeft recent toegezegd om in kaart te brengen welke aanpassingen er in de regelingen wenselijk zijn voor monumenten en op welke termijn de regelingen hierop aangepast kunnen worden. Hopelijk kan dit zo snel mogelijk, want dat zou voor monumenteigenaren echt het verschil kunnen maken.
Monumenten zijn van nationaal belang vanwege hun schoonheid, betekenis voor de wetenschap of geschiedenis. Dit gaat over het gebouw, maar kan ook gaan over het interieur, de omgeving of het gebruik. Deze gebouwen geven karakter, sfeer en historie aan steden en dorpen. Dit willen we in stand houden voor de volgende generaties en daarom is het belangrijk dat deze gebouwen ook verduurzamen.
Daarom is met de hele erfgoedsector de Routekaart Verduurzaming Monumenten in het najaar van 2018 vastgesteld met doelstellingen om energie te besparen. Met elkaar willen we naar 40% minder CO2 uitstoot in 2030 en 60% in 2040. Het Rijk onderschrijft en ondersteunt deze doelstelling. Samen met de partners van de routekaart geven we hier invulling aan. De RCE doet dit door uitvoering van het programma Erfgoed en Duurzaamheid.
Een energielabel geeft de energieprestatie van een gebouw aan, gebaseerd op de bouwkundige kenmerken van dat gebouw. Het label geeft ook inzicht in besparingsmogelijkheden. Monumenten zijn uitgezonderd van de verplichting om een energielabel te hebben. Dat geldt voor gemeentelijke, provinciale en rijksmonumenten. Het energielabel houdt namelijk geen rekening met monumentale waarden. De adviezen van het energielabel gaan uit van de procedures en kosten die gangbaar zijn voor niet-monumenten. Het is overigens wel mogelijk om een energielabel voor een monument op te stellen.
De uitzondering voor monumenten geldt ook voor gebouwen die in procedure zijn om aangewezen te worden als monument en waarvoor een zogenaamde voorbescherming geldt. Dit laatste betekent dat, zolang er niet definitief is besloten of het gebouw wel of geen monument wordt, het gebouw behandeld moet worden alsof het een monument is.
Bron: art. 2.2.b Besluit energieprestatie gebouwen, vanaf invoering Omgevingswet art. 6.28 Besluit bouwwerken leefomgeving.
Meer informatie over het energielabel en monumenten is hier te vinden.
Dat verduurzamen geld kost is duidelijk. Met de huidige energieprijzen is de terugverdientijd natuurlijk wel veel korter geworden. De investering is in die zin dan ook snel terugverdiend. Er zijn ook verschillende mogelijkheden om tegen lage rente – of soms zelfs renteloos – te lenen voor verduurzaming. Bijvoorbeeld via het Nationaal Warmtefonds: Verduurzaming voor iedereen - Warmtefonds. Daarnaast zijn er specifiek voor monumenten ook nog mogelijkheden via het Nationaal Restauratiefonds.
Voor maatschappelijk vastgoed in rijksmonumenten is dit al geregeld in de vorm van de DUMAVA subsidieregeling (duurzaam maatschappelijk vastgoed). Voor verhuurders is er de SEEH subsidie (subsidie energiebesparing eigen huis) en voor woningeigenaren zijn er oplossingen binnen de ISDE (Investeringssubsidie duurzame energie en energiebesparing). In het kader van de motie van Van Haga, is recent de toezegging gedaan dat er bezien gaat worden op welke manier deze beide subsidieregelingen aangepast kunnen worden, zodat ze qua voorwaarden beter aansluiten op de mogelijkheden van monumenten. Zie Kamerbrief reactie op motie isoleren monumenten.
De RCE gaat niet over financiële compensatie van de hoge energieprijzen of het instellen van prijsplafonds e.d. Het is aan het kabinet om daarover besluiten te nemen. Met Prinsjesdag zijn er wel maatregelen aangekondigd die burgers tegemoet komen in de hoge energielasten via een prijsplafond. Dit wordt nu uitgewerkt door de verantwoordelijke ministeries.
Dat er niets zou kunnen in monumenten qua verduurzaming herkent de RCE we niet. Er zijn inmiddels talrijke voorbeelden van verduurzaamde monumenten. In voorkomende gevallen zelfs nul-op-de-meter. Een flink aantal daarvan is ook te zien in de videoserie Zien Verduurzamen Doet Verduurzamen. Het klopt dat er meestal wel een vergunning nodig is voor het verduurzamen. Maar dat een vergunning nodig is, betekent natuurlijk niet dat iets niet mag. Het is een check of de plannen recht doen aan de monumentale waarde van het pand, maar ook of er niet ergens een verkeerde keuze wordt gemaakt dat potentieel nadelige gevolgen kan hebben voor het monument. Uiteindelijk is dit ook in het belang van de eigenaar.
In veel gevallen is het mogelijk om zonnepanelen te leggen op of bij een monument. Om ervoor te zorgen dat dat zorgvuldig gebeurt en er geen nadelige gevolgen zijn voor het monument, is daarvoor een vergunning nodig. Een vergunning (omgevingsvergunning voor een monument) vraagt u aan bij de gemeente. Daar kunt u ook informatie krijgen over de criteria die worden gehanteerd voor de beoordeling van uw aanvraag.
De Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed adviseert gemeenten over ingrepen aan monumenten. Daarbij hanteert de Rijksdienst een in 2020 aangepaste advieslijn. Kern van deze advieslijn is dat over zonnepanelen positief wordt geadviseerd tenzij de panelen een ernstige visuele verstoring vormen of schade toebrengen aan het monument. Op onze website treft u meer informatie aan over de mogelijkheden om elektriciteit op te wekken op of bij monumenten.
Voor beschermde stads- en dorpsgezichten geldt in grote lijnen hetzelfde, behalve dat zonnepanelen bij niet-monumenten vergunningvrij zijn op achterdakvlakken die niet gericht zijn op openbaar gebied. Ook hier geldt: neem contact op met uw gemeente.
De RCE is kennisleverancier en beleidsadviseur. De gemeente is echter het bevoegd gezag als het gaat om vergunningen. Dit betekent dat de gemeente richtlijnen en uitvoeringseisen opstelt als het gaat over het verduurzamen van monumenten. Een gevolg hiervan is dat er verschillen zijn tussen gemeentes onderling. De RCE heeft, als het gaat om zonnepanelen, beleid opgesteld waarbij geldt dat gemeentes niet verplicht zijn zich hier aan te houden, maar het wel mogen gebruiken.
De meeste verduurzamingsmaatregelen bij monumenten zijn vergunningplichtig, omdat je iets verandert aan het gebouw. Dit heeft mogelijk esthetische maar ook bouwfysische consequenties. Een omgevingsvergunning dien je in bij de gemeente, die beoordeelt het plan en verleent uiteindelijk de vergunning. Uitgangspunt hierbij is dat de verduurzaming en behoud van cultuurhistorische waarde samengaan en dat er geen risico’s zoals vochtophopingen ontstaan. Dat is ook in het belang van de eigenaar. De gemeente mag de RCE hierbij om advies vragen (en is dit alleen verplicht bij hele grote ingrepen).
Naast het bijdragen aan de Klimaatdoelen is verduurzaming van monumenten voor de langere termijn ook noodzakelijk voor de instandhouding ervan. Als de energierekening van monumenten onbetaalbaar wordt, dan wil niemand er meer wonen of werken. En met leegstand ontstaat verval. Iets vergelijkbaars hebben we in het verleden gezien bij de historische binnensteden. Die waren in de jaren zestig niet in trek en ontstond er leegstand en verval. Voor de instandhouding van erfgoed is het van belang dat het gebruikt blijft worden. Als het gebruikt wordt, dan wordt er ook in geïnvesteerd. De RCE draagt uit dat ook monumenten kunnen en moeten verduurzamen! Hierbij gaat de RCE er vanuit dat het erfgoed geen barrière is voor verduurzaming, maar dat het onderdeel is van de oplossing. Het is maatwerk, maar het kan wel! En ja, er zullen altijd hele bijzondere monumenten zijn waar het echt niet op te lossen valt, maar dat is eerder uitzondering dan regel. Mede in het licht van deze energiecrisis kijkt de RCE dus echt naar de opgave vanuit een ‘ja-tenzij houding’ en hoopt het dat andere partijen dat ook doen of gaan doen.
Er zijn meer dan 63.000 rijksmonumenten. De verdeling van de top 3 is: 51% woonhuizen en woningbouwcomplexen, 21% boerderijen, molens en bedrijven en 11% religieus (Kastelen, landhuizen en parken zijn 4%).