Een nieuw soort stadsmuseum - De Faro-werkwijze in het Stedelijk Museum Schiedam
Naar de kapper in het museum, of er samen werken aan een nieuwe bevrijdingsrok. Een beetje vreemd? Niet voor Stedelijk Museum Schiedam. Onder de noemer Mijn Schiedam bepalen inwoners van de stad mee wat er in het museum te zien en te doen is. Ze kunnen hun plannen indienen en meedenken over de uitwerking daarvan. Daardoor past Mijn Schiedam goed bij het Faro-gedachtegoed.
Waarom is Stedelijk Museum Schiedam gestart met Mijn Schiedam?
Vanaf 2016 zoekt het museum naar een manier om Schiedammers bij het museum te betrekken — ook degenen die niet uit zichzelf naar het museum komen. Dorien Theuns, stadsprogrammeur bij het Stedelijk Museum Schiedam: "We hebben een mooie collectie en we weten hoe we daarmee tentoonstellingen kunnen maken waar een landelijk publiek op af komt. Maar we willen ook een museum zijn voor Schiedammers. Een museum waar we met onze programmering de diversiteit van de stad weerspiegelen. Een plek waar Schiedammers zich thuis voelen en waar ze dingen in de programmering zien die hen aanspreken." Ook de gemeente zit als belangrijke financier van het museum op dit spoor. ‘Meer van betekenis worden voor Schiedammers’ was een van de voorwaarden die de gemeente in 2015 stelde.
Hoe gaat Mijn Schiedam te werk?
Mijn Schiedam onderzoekt, experimenteert én werkt nauw samen met Schiedammers. "Alleen door samenwerking met de gemeenschappen zelf, kunnen wij leren wat we voor hen kunnen programmeren en hoe dat moet", zegt Theuns. Het museum doet dus een beroep op de kennis en creativiteit van de stad. Het gaat nadrukkelijk niet alleen om publieksbereik, maar om samenwerking van het begin tot het eind van een programma. Het liefst werkt het museum in co-creatie, waarbij de inbreng geheel gelijkwaardig is en de inspanningen bijdragen aan zowel de missie van het museum als die van Schiedamse samenwerkingspartners.
Zo maakten de scholieren Isa en Lisa samen met het museum een tentoonstelling bij hun profielwerkstuk. Van het selecteren van kunstwerken tot het maken van nieuwe onderdelen en het schrijven van de teksten: ze waren overal actief bij betrokken. Tijdens de ramadan werd er een iftar, een vastenmaaltijd, in het museum gehouden en bij Coupe de Schiedam konden bezoekers hun haar laten knippen in ruil voor een praatje over familie. En afgelopen voorjaar konden Schiedammers lapjes én verhalen insturen voor een Schiedamse Vrijheidsrok. Ook verplaatste museumdirecteur Deirdre Carasso haar kantoor naar de winkelstraat die langs het museum loopt, met op het raam de oproep ‘Klop op het raam voor een praatje’. Onlangs klopte iemand aan, die het zo jammer vond dat er door corona geen groepsrondleidingen meer waren. Kunnen we geen rondleiding voor twee krijgen? Vanaf die week geeft het museum goedkopere ‘ tandem-rondleidingen’.
Is er veel animo vanuit de stad?
Het museum is verrast door het aantal Schiedammers dat met ideeën komt. Zelfs toen het museum in het voorjaar van 2020 enkele maanden haar deuren moest sluiten vanwege de coronacrisis.
Ongeveer de helft van de samenwerkingen is op basis van initiatief uit de stad. Uit deze initiatieven komen soms onverwachte programma’s voort. Zo nam de Schiedamse Batya Brown initiatief voor een festival voor Afrikaans mode, kunst en muziek, ter ere van de vruchtbare vrouw. Ze beschilderde haar eigen zwangere buik en die van andere vrouwen. Als het museum zelf initiatief neemt zoekt het actief de samenwerking. Theuns: "Er is bij de start nog nauwelijks een plan. We zoeken bijvoorbeeld contact met een partner die aansluit bij het thema van een tentoonstelling, of met een partner die bezig is met een thema dat relevant is voor de stad. Samen maken we dan een plan. Mensen met wie we samenwerken zijn vaak vereerd dat we dat willen of verrast dat wij hun ideeën serieus nemen. Niet alles is voor iedereen weggelegd, maar bezoekers reageren over het algemeen ook heel positief. Mensen vinden de programma’s bijzonder en ze vinden het leuk om andere mensen te ontmoeten tijdens programma’s."
Mijn Schiedam leverde dus al een aantal mooie programma’s en tentoonstellingen op. Wat leerde het museum hier tot nu toe van?
Bijvoorbeeld dat het behoorlijk wat tijd kost. "Alles is maatwerk, we doen geen twee keer hetzelfde", zegt Theuns. "We moet daardoor steeds alles opnieuw uitvinden. Maar dat maakt het natuurlijk ook geweldig leuk en interessant." Een andere les is dat je als museum er niet voor iedereen tegelijk kan zijn. Op zich is dat niet erg, zegt Theuns. "De ene keer geef je met de ene gemeenschap een programma vorm, de andere keer met een andere. Als je in één programma te maken krijgt met verschillende perspectieven en belangen is het lastiger. Daar is geen makkelijke oplossing voor, dat betekent veel praten, reflecteren en afwegen."
Ook zijn er nog vragen waar het museum mee worstelt. Hoe zorg je dat je relevant blijft voor Schiedammers met wie je samen hebt gewerkt of voor wie je een programma ontwikkeld hebt? Hoe houd je contact? Hoe ga je om met voorstellen en wensen van een samenwerkingspartner, waar je weinig voor voelt?
Voor het delen van ervaringen kan het museum terecht bij de OF/BY/FOR ALL-beweging. Dit initiatief van de Amerikaanse museumpionier Nina Simon is gericht op samenwerking met en relevantie voor lokale gemeenschappen. Het Stedelijk Museum Schiedam is vanaf het begin aangesloten bij deze beweging, als enige niet-Engelstalige organisatie.
Waarom past Mijn Schiedam zo goed bij het Faro-gedachtegoed?
Het Stedelijk Museum Schiedam bezit een mooie collectie kunst en historische objecten die passen bij de lokale geschiedenis. In Mijn Schiedam bepalen inwoners zelf op welke manier deze collectie, aangevuld door ander erfgoed, wordt geprogrammeerd. En ze delen er hun perspectief en verhalen bij. In de verschillende programma’s gaat het vooral om verbinding: verbinding tussen Schiedammers en het erfgoed, maar ook om verbinding tussen Schiedammers onderling. Zo draagt erfgoed bij aan het verwezenlijken van maatschappelijke doelen, iets dat ook een belangrijk onderdeel is van het Faro-programma.
*Muziek speelt* Beeldtekst: Het Verdrag van Faro in de praktijk Stedelijk Museum Schiedam Wij hebben een hele mooie connectie die een landelijk publiek aanspreekt. Maar het Schiedamse publiek kwam nog niet in grote getalen en we gaan echt samen met Schiedammers het onderzoek aan van, hoe kunnen we samen eigenlijk een nieuw soort stadsmuseum vormgeven waarin we samen aan een sterkere stad werken. Onze directrice die heeft haar kantoor verhuisd naar een winkelstraat die langs het museum loopt. Mensen kloppen ook gewoon echt aan dus dat zorgt ook voor een heel laagdrempelige verbinding. *Muziek speelt* De programmering is ongeveer voor de helft op basis van ons eigen initiatief en voor de helft komt het van Schiedammers. Vanuit het project ‘Mijn Schiedam’ hebben we eigenlijk een aantal jaar volledig de kans om daarmee te experimenteren. Vandaag hebben we bijvoorbeeld een Modest Fashion fair. Modest fashion kun je meer beschouwen als meer bescheiden kleding of bedekkende kleding. Het is een modefenomeen, het is erfgoed wat vanuit verschillende oogpunten, vanuit verschillende religies en verschillende motivaties gedragen wordt. En daarmee is het ook een heel geschikt onderwerp om juist over die verschillende perspectieven met elkaar in gesprek te gaan. En dat we dus uiteindelijk een programmering hebben die betekenisvol is voor meer Schiedammers. Logo Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed – Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap. Beeldtekst: Erfgoed maak je samen!
De RCE en het Faro-programma
De Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed (RCE) ziet Mijn Schiedam als voorbeeld van de Faro-werkwijze. Het Verdrag van Faro stelt niet het erfgoed maar de mens centraal en draagt als titel 'de waarde van erfgoed voor de samenleving'. De RCE is van mening dat participatie en initiatieven uit de samenleving een vanzelfsprekend onderdeel van de erfgoedpraktijk moeten zijn.