Interieurensembles en de Erfgoedwet
Volgens de Erfgoedwet kan een interieur in samenhang met een rijksmonument worden aangewezen als ensemble, wanneer de samenhang van bijzondere cultuurhistorische of wetenschappelijke betekenis is. Deze vermelding in de Erfgoedwet is een erkenning voor de groeiende aandacht voor de binnenkant van monumentale gebouwen.
Interieurensemble
Nederland kent een paar duizend bijzondere monumenten met een inrichting die daar nauw mee samenhangt. Soms omdat het samenspel zo is bedacht en gemaakt. De architect ontwierp niet alleen het gebouw zelf, maar ook de meubels, tafelzilver en lampen. De meeste interieurs echter zijn historisch gegroeid. Dit bijzondere culturele erfgoed wordt ‘interieurensemble’ genoemd. Meer informatie vindt u op de pagina Interieurensembles.
Informatiesysteem
In de Erfgoedwet is vastgelegd dat er een informatiesysteem zal worden opgezet met gegevens over interieurensembles. Vanwege privacy en veiligheid kunnen eigenaren beperkingen stellen aan de op te nemen gegevens over de roerende onderdelen. Op dit moment werkt de RCE aan een aanwijzingsprogramma voor de interieurensembles in een beperkt aantal rijksmonumentale kerkgebouwen.
Geen verandering rechtsgevolg
Het gebouw is met zijn bestanddelen, zoals plafonds, vloeren, trappen, schouwen, orgel(balkon)s, schoepenrad of een steenoven in de steenfabriek, beschermd als rijksmonument. Dat is niet veranderd met de Erfgoedwet. De opname van een interieurensemble in het informatiesysteem heeft geen rechtsgevolgen voor de eigenaar. Er geldt geen wettelijke bescherming voor de roerende zaken door een instandhoudingsplicht, geen vergunningplicht bij wijziging aan het ensemble en evenmin een mogelijkheid tot het aanvragen van instandhoudingssubsidie. De wetgever beoogt bescherming te bewerkstelligen door het vergroten van kennis en waardering voor historische interieurensembles in de samenleving.