Bescherming van groen erfgoed

Nederland telt ruim 1400 parken, tuinen en begraafplaatsen met een rijksbeschermde status. Ze worden beschermd vanwege de historische aanleg met bijzondere beplanting of andere elementen zoals beelden, tuinhuizen of vijvers. Bij de rijksmonumenten is er voor bepaalde werkzaamheden een vergunning vereist maar kan er ook subsidie worden aangevraagd. Groen erfgoed kan ook worden beschermd via een bestemmingsplan. Op deze pagina leest u meer over deze beschermingsmethoden en andere regelgeving.

Tuin vol met groen in Japanse stijl
Beeld: RCE
Japanse tuin van landgoed Clingendael te Den Haag.

Vergunningen

Voor wijzigingen aan een beschermde groenaanleg is vaak een omgevingsvergunning nodig op grond van de Wet Algemene Bepalingen Omgevingsrecht. De gemeente beoordeelt welke werkzaamheden hier onder vallen. Bij wijzigingen aan groen erfgoed vraagt de eigenaar daarom een omgevingsvergunning aan bij de gemeente.

Onderhoud

Voor gewone onderhoudswerkzaamheden aan groen erfgoed is meestal geen vergunning nodig. Met gewoon onderhoud worden werkzaamheden bedoeld die erop gericht zijn om te behouden wat er is; de aanleg en de soort beplanting mogen niet wijzigen. Onder onderhoud valt bijvoorbeeld wieden, grasmaaien en snoeien.

Wijzigingen

Voor onderhoud en wijzigingen met gevolgen voor de monumentale waarde is een vergunning nodig. Het kappen van één of enkele bomen in een bos wordt bijvoorbeeld meestal niet gezien als een wijziging, omdat de structuur van het bos ongewijzigd blijft. Het kappen van een solitaire boom is wel een wijziging van de groenaanleg en meestal ook van de monumentale waarde.

Indieningsvereisten [link] bij een omgevingsvergunning zijn een tuinhistorische rapportage, een opnametekening van de bestaande situatie en een plantekening van de nieuwe situatie.

Ruimtelijke plannen

De omgeving van een groen monument is vaak betrokken in het ontwerp. Het kan belangrijk zijn te zorgen dat de waarden van het groene monument tot uitdrukking komen in de ruimtelijke plannen zoals het bestemmingsplan, een structuurvisie of een omgevingsvisie.

Voorbeelden van relaties van het groene monument met de omgeving zijn:

  • De zichtlijnen van parken en buitenplaatsen kunnen naar een punt ver buiten de aanleg lopen, zoals naar een kerktoren; belemmering van die zichtlijn vermindert de beleving van het groene monument,
  • Bij verdedigingswerken en linies liggen schootsvelden en inundatiegebieden; vanuit historisch oogpunt zouden die vrij zouden moeten blijven van bebouwing,
  • Een goede waterkwaliteit en weinig fluctuerende grondwaterstand zijn essentieel voor de instandhouding van groen erfgoed.

Overige wetgeving

Het terrein van groene monumenten kan ook archeologische waarden bevatten. Voor wijziging van rijksbeschermde archeologische monumenten is een monumentenvergunning vereist. Daarnaast kan er sprake zijn van een beschermd stads- of dorpsgezicht.

Beheerders van groen erfgoed hebben vaak ook met andere wetten te maken zoals de flora- en faunawet, de boswet, de voorschriften van gemeente (zoals een bomenverordening), provincie en het waterschap.

Subsidie voor groene monumenten

Voor onderhoud van groene monumenten en voor tuinhistorisch onderzoek is subsidie beschikbaar: de instandhoudingssubsidie. De Rijkdienst voor het Cultureel Erfgoed wijst deze subsidie toe. 

Noodzakelijk onderhoud                    

De rijksoverheid verleent alleen subsidie voor het noodzakelijke onderhoud aan de hoofdstructuur en aan eventuele zeldzame onderdelen. Zo kunnen zoveel mogelijk eigenaren gebruikmaken van de subsidiegelden. De kosten voor het uitvoeren van een tuinhistorisch onderzoek vallen onder de subsidieregeling als dit samenvalt met het uitvoeren van onderhoudswerkzaamheden.

Subsidieaanvraag indienen

Kijk voor meer informatie over de Instandhoudingssubsidie (Sim) en het indienen van een aanvraag bij Subsidie instandhouding rijksmonumenten. Aanvragen kan jaarlijks tussen 1 februari en 31 maart.