Vredespaleis, Den Haag

Het Vredespaleis in Den Haag huisvest in zijn kostbare interieurs 2 internationale gerechtelijke instanties en is doortrokken van symboliek over vrede en recht.

Carnegie

Als Andrew Carnegie in 1901 zijn in Amerika opgebouwde staalbedrijf verkoopt, behoort hij in één klap tot de rijkste mensen op aarde. Het grootste deel van zijn fortuin schenkt hij aan goede doelen, waaronder het Vredespaleis in Den Haag. Door deze gift aan de Nederlandse staat kan het paleis voor het Permanente Hof van Arbitrage worden gesticht met een bibliotheek voor internationaal recht. Kort na de opening in 1913 wordt het hof van de Volkenbond daaraan toegevoegd, de voorloper van het Internationaal Gerechtshof van de Verenigde Naties. 

Het Vredespaleis symboliseert de gemeenschappelijke wil van de betrokken naties om tot vrede te komen. Vele landen leveren een bijdrage in de vorm van kostbare bouw- en afwerkingsmaterialen en vakkundige ambachtslieden. De Franse architect Louis Marie Cordonnier wint de internationale ontwerpwedstrijd en start in 1907 met de bouw. De gehele uitvoering (1907-1913) vindt plaats onder leiding van architect Johan van der Steur.

Vele landen leveren kostbare bouw- en afwerkingsmaterialen en vakkundige ambachtslieden

Beeld: ©RCE / Ronald Tilleman
Kleine zittingzaal, Vredespaleis

Vrede en recht

Alle interieurafwerkingen vertellen het verhaal over vrede en recht, en ook de aankleding en inrichting van de vertrekken doen hierin mee. Van der Steur en zijn ontwerpteam van de kunstenaars Marius Mesker, Willem Retera en Herman Rosse bepalen het iconografische programma en geven de geschenken uit de diverse landen een passende plaats. Nederlandse bedrijven leveren meubilair (de firma’s Mutters en Pander), tapijten en stoffering (de Deventer en Haagsche tapijtfabriek en de Hengelose Trijpweverij).

Ontvangsthal

In de centrale entree wordt de bezoeker ontvangen door een marmeren beeld voorstellende Vrede door Recht. Het beeld is een geschenk van Amerika. Om het beeld staan 5 kleurrijke Vredesvazen, die de Koninklijke Plateelbakkerij Rozenburg heeft gemaakt naar aanleiding van de Eerste Haagse Vredesconferentie in 1899. De vazen zijn gedecoreerd in jugendstil met bloemen en bladmotieven en voorzien van een beschildering die te maken heeft met de Vredesconferentie. De grote vestibule en staatsietrap zijn verder ingericht met vergulde lichtarmaturen, geschonken door Oostenrijk. Tezamen met de symbolische motieven en voorstellingen in het mozaïek van de vloer en de glasschilderingen vormt het interieur van de ontvangsthal één grote verwijzing naar gerechtigheid en vrede.

Beeld: ©RCE / Ronald Tilleman
Portretten juristen in de rode kamer, Vredespaleis

Rechtszalen

In de grote en de kleine rechtszaal hangen schilderstukken van Franse kunstenaars die de vrede verheerlijken. Grenzend aan de grote rechtszaal liggen de raadkamer en de spreekkamer, respectievelijk de rode en de groene salon, met wandbespanningen van velours d’Utrecht, een geschoren velours, en bijpassende gordijnen in dezelfde kleuren. Aan de wanden hangen de portretten van rechters. De gebeeldhouwde kasten en meubelen zijn door de Haagse firma Mutters gemaakt naar ontwerpen van Van der Steur.
In de vergaderzaal voor de Raad van Beheer combineert hij de zijden wandbespanningen met fijnzinnige Japanse borduursels met betimmeringen, deuren en tafels van palissanderhout uit Brazilië. Op de vloer ligt een Turks vloerkleed en in de 4 hoeken staan cloisonné-vazen uit China.

De symbolische waarde van het paleis is niet alleen van betekenis voor Nederland, maar voor de hele internationale gemeenschap van betrokken landen

Beeld: ©RCE / Ronald Tilleman
Borstbeeld Carnegie met keramieken wandtableau van Rozenburg, Vredespaleis

Synergie

De samenhang in het interieur is de verdienste van Van der Steur, die een bijzondere synergie tot stand bracht tussen aankleding, geschenken en meubilair. Het internationale interieurensemble is in één tijdsbestek, de vroege 20ste eeuw, samengebracht en wordt door de allesbepalende thematiek tot een geheel samengesmeed. De symbolische waarde van het paleis is niet alleen van betekenis voor Nederland, maar voor de hele internationale gemeenschap van betrokken landen, vandaar dat het gebouw het Europese Erfgoedlabel draagt. Het vredesideaal wordt nog steeds uitgedragen door de Carnegie-stichting, die eveneens in het paleis haar zetel heeft en sinds de oprichting in 1904 het gebouw en de gronden beheert.

Meer informatie

Meer informatie of het Vredespaleis bezoeken? Kijk op vredespaleis.nl.

Bronnen

  • Eyffinger, A. (1988). Het Vredespaleis 1913-1918. Amsterdam: Sijthoff
  • Jager, A.C. (ca. 1920). Gids door het Vredespaleis. Rotterdam: Nijgh& Van Ditmar

Tekst: Dorothée Koper
Foto’s: Ronald Tilleman

Lees ook de verhalen achter andere interieurensembles