Hubertushuis/Moederhuis

De buitenkant van het gebouw.
Beeld: ©Wikimedia Commons / Ceescamel, CC BY-SA 4.0

In 1973, aan het begin van de tweede feministische golf en de opkomst van de vrouwenhulpverlening, ontwierp architect Aldo van Eyck in opdracht van de Sint Hubertus Vereniging het Moederhuis aan de Plantage Middenlaan in Amsterdam. Dit bood vanaf 1980 onderdak aan in nood verkerende ongehuwde moeders en hun kinderen. De zes verdiepingen hoge nieuwbouw was verbonden met de twee naastgelegen negentiende-eeuwse panden die al in het bezit waren van de opdrachtgever. Het nieuwe gebouw bestond uit twee delen: aan de straatkant een hoog deel en aan de achterkant een laag deel. Het dynamische gevelbeeld werd gekenmerkt door in- en uitspringende onderdelen. Trappen, erkers, passages, halfronde balkons, overdekte en onoverdekte dakterrassen moesten bijdragen aan een woon- en recreatieomgeving waarin de menselijke maat en de belevingswereld van moeders en kinderen centraal stonden. Het gebruik van glas en staal gaf het gebouw een transparant karakter en zorgde voor een optimale relatie tussen binnen en buiten. Voor de optische differentiatie werden in zowel het exterieur als het interieur regenboogkleuren toegepast. In 2001 werd het Moederhuis aangewezen als gemeentelijk monument. Vanaf 2008 was er een kinderdagverblijf in gehuisvest. In 2016 werd het in verval geraakte complex verkocht aan een privé-investeerder die het in 2018 een hotelfunctie gaf. Een groot gedeelte van de nieuwbouw staat echter al geruime tijd leeg.