Coöperatie pakt onderhoud houtsingels Westerkwartier op
De boeren hadden zelf geen tijd en geld meer om het historische houtsingellandschap te onderhouden. Een bijzonder cultuurlandschap van grasland omgeven door elzensingels, dreigde teloor te gaan. Maar nu zorgt de gebiedscoöperatie voor het onderhoud en de daarvoor benodigde subsidie. En blijven de houtsingels en hagen van het Zuidelijk Westerkwartier in de provincie Groningen duurzaam behouden.
Schaalvergroting leidde tot verval cultuurlandschap
Al in de vroege Middeleeuwen trokken boeren naar het relatief hooggelegen zuidwesten in de provincie Groningen om daar hun vee te houden. Hun kavels scheidden ze van elkaar met sloten en houtsingels. Deze elzensingels fungeerden als een soort prikkeldraad.
Tot aan de Tweede Wereldoorlog waren de groene houtsingels nog overal in het landschap aanwezig. Maar daarna raakte het karakteristieke landschap in verval en verdwenen veel singels en hagen.
Oorzaken waren de naoorlogse schaalvergroting in de landbouw en het niet meer hoeven gebruiken van de oogst uit de houtsingels. Boeren bezitten vaak meerdere kavels en hebben geen tijd meer voor het arbeidsintensieve ‘afzetten’ (snoeien) van de houtsingels.
Dat afzetten is wel nodig. Elzen moet je elke 7 jaar snoeien. Doe je dat niet, dan gaan ze veel eerder dood. Gevolg van de verwaarlozing was dan ook dat er van de 1100 kilometer aan elzensingels honderd jaar geleden, tot voor kort nog maar 300 kilometer in beheer over was.
Op zoek naar nieuwe beheerstrategie
Er waren vanaf begin deze eeuw wel landbouwsubsidies beschikbaar om het onderhoud te financieren, maar het aanvraagproces was ingewikkeld en kostte veel tijd, waardoor het onderhoud steeds meer werd nagelaten. Kortom: een nieuwe manier van beheer was nodig.
De agrarische natuurverenigingen Boer & Natuur Zuidelijk Westerkwartier, de Eendracht en Landschapsbeheer Groningen kwamen in 2011 met het voorstel om het landschapsonderhoud collectief uit te voeren. De provincie en 3 gemeenten sloten zich hierbij aan.
Door schaalvergroting was landschapsbeheer te kostbaar en tijdrovend geworden.
Gebiedscoöperatie verzorgt onderhoud en subsidie
Met steun van de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed richtten de partijen een gebiedscoöperatie op die het beheer en onderhoud van de houtsingels in het Westerkwartier op zich nam. In de huidige situatie heeft de gebiedscoöperatie de regie. Individuele eigenaren van de kavels – de boeren – hoeven niet meer zelf het onderhoud te regelen. Ook vrijwilligers, zoals natuurverenigingen, kunnen bij de gebiedscoöperatie terecht. Zo houdt één organisatie het overzicht.
Gebiedscoöperatie Westerkwartier werkt volgens een beheerstrategie – een methodiek die beschrijft wanneer en waar de elzen gesnoeid worden. Dankzij dit stelselmatige inplannen behoudt het Westerkwartier het klassieke houtsingellandschap.
De coöperatie is ook verantwoordelijk voor het verwerven van de subsidies. De boeren hoeven niet individueel bij te dragen. Subsidies worden verkregen van de Europese Unie en van de provincie Groningen. De maatschappelijke en politieke waardering voor agrarische cultuur- en natuurlandschappen groeit. Daardoor is de verwachting dat subsidiëring ook op de langere termijn mogelijk moet blijven.
De gebiedscoöperatie zorgt voor beheer, middelen en continuïteit.
Resultaten meten en aanpak bevestigen
Daarnaast is het belangrijk dat de coöperatie de resultaten van de beheerstrategie meet. En daarmee antwoord geeft op vragen zoals: wat betekent het beheerplan voor de ecologie van het landschap? Brengt het onderhoud diersoorten terug? Schieten er nieuwe soorten flora en fauna op in het houtsingellandschap?
Dat levert bevestiging van de juistheid van de aanpak op, meer draagvlak onder de boeren, bewijs richting subsidieverstrekkers dat het geld goed wordt besteed en een duurzaam cultuur- en natuurlandschap dat goed is voor de biodiversiteit en aantrekkelijk voor recreatie.