Nieuw platform om maatschappelijk vastgoed te verduurzamen
Er komt een kennis- en innovatieplatform om te helpen bij de verduurzaming van maatschappelijk vastgoed zoals scholen en sportverenigingen. Organisaties uit onderwijs, sport, zorg en monumenten en musea bundelen hun krachten. Zij gaan kennis over verduurzamen uitwisselen en vernieuwingen bevorderen. Zo ondersteunen zij bestuurders en gebouweigenaren in deze sectoren.
Het Kennis- en innovatieplatform Verduurzaming Maatschappelijk Vastgoed is mede mogelijk geworden door inspanningen van de ministeries van Binnenlandse Zaken en Koninkrijk, Volksgezondheid, Welzijn en Sport en Onderwijs, Cultuur en Wetenschap. Het platform is actief tot 2030.
CO₂-vermindering gebouwde omgeving
Het platform komt voort uit afspraken uit het Klimaatakkoord om de CO₂-uitstoot te verminderen. Het doel is in 2030 49% minder CO₂ ten opzichte van 1990. Voor monumenten geldt een percentage van 40%. Hiervoor moet de gebouwde omgeving flink verduurzamen. Een derde van het energieverbruik in de gebouwde omgeving komt van niet-woningen zoals kantoren, ziekenhuizen en scholen. De maatschappelijke sectoren willen het goede voorbeeld geven en het verduurzamen van gebouwen versnellen.
Kennis en innovatie bevorderen
TNO, Stimular/MPZ, Kenniscentrum Sport, Ruimte OK, Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed (RCE) en RVO werken samen binnen van het platform. Zij willen gezamenlijk kennis over bewezen maatregelen vergroten en onzekerheden over verduurzamen wegnemen. De betrokken kennisinstellingen zullen bijvoorbeeld praktijkvoorbeelden delen en vragen beantwoorden. Het kennisnetwerk bevordert ook de ontwikkeling van nieuwe technologieën.
Doorvertaling per sector
Naast gemeenschappelijke onderwerpen heeft iedere sector te maken met specifieke vragen. Een gebouweigenaar of bestuurder van een zorginstelling heeft bijvoorbeeld andere uitdagingen dan een bestuurder van een sportclub. En een monumenteigenaar heeft weer met heel specifieke eigenschappen van het gebouw te maken. Maar juist door ervaringen uit te wisselen en samen te werken kunnen de sectoren hun uitdagingen beter oppakken. Vervolgens zorgt elke betrokken kennisinstelling voor de vertaling van informatie naar de eigen achterban.