Van herberg tot casino: 6 historische horecagelegenheden
Weblog
Deze zes historische horecaondernemingen vertellen een verhaal. Ze laten zien hoe onze horeca zich door de eeuwen heen heeft ontwikkeld en tot op de dag van vandaag van waarde is voor veel mensen. In deze bijzondere etablissementen lijkt soms of de tijd heeft stilgestaan.
Uit de rijke collectie van historische gebouwen waarin horeca is gevestigd, kozen de architectuurhistorici van de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed een aantal markante exemplaren. Als steun in de rug voor de horecasector.
1. Wapen van Baarderadeel - Sluytermanwei 27-29, Jorwert
Dit café in het Friese Jorwert, sinds 1826 bekend als Het Wapen van Baarderadeel, wordt in 1511 voor het eerst als herberg genoemd. Destijds werd er in de herberg ook recht gesproken voor lichte vergrijpen, maar het was vooral een belangrijk ontmoetingspunt voor de schippers en kooplui die boter en kaas naar Leeuwarden en Sneek vervoerden. Door de eeuwen heen hadden de uitbaters vrijwel altijd een tweede beroep zoals veehouder, timmerman of bakker.
Jorwert kreeg de afgelopen decennia steeds meer bekendheid door het jaarlijkse Iepenloftspul dat wordt gespeeld in de notaristuin achter het café. Beroemd werd het dorp door het boek ‘Hoe God verdween uit Jorwerd’ van Geert Mak (1995). Dit boek beschrijft hoe tussen 1945 en 1990 het dorp veranderde en het café komt er vaak aan de orde. Ook is Het Wapen van Baarderadeel de plek geweest waar in 1998 het boekenbal plaatsvond. Daarna werd het Jorwerter café regelmatig bezocht door nieuwsgierig geworden lezers van het boek van Geert Mak. Hoogtepunt was het incognito bezoekje van koningin Beatrix in 1998. Het café blijkt al 500 jaar onmisbaar als sociaal hart van het dorp.
2. Gouden Karper - Dorpsstraat 9, Hummelo
In het rijksbeschermde dorpsgezicht van Hummelo staat tegenover de kerk De Gouden Karper. Een hotel, café en restaurant waar de tijd al even stil lijkt te hebben gestaan. Het pand met rijksmonumentale status dateert uit de eerste helft van de 19e eeuw. Ook voorgangers van het ‘logement’ hadden een soortgelijke naam, zoals De Carp. Mogelijk vernoemd naar de karpers uit de vijvers van het naastgelegen Landgoed Enghuizen, waar de eigenaren het van pachtten.
In ons monumentenregister vinden we de een korte omschrijving van het pand: ‘deftig en chique bakstenen huis, met hoge Empireramen’. Het pand kenmerkt zich verder door de fraaie veranda, maar bovenal door de sfeer van het interieur en de inrichting uit verschillende perioden. In de ‘gelagkamer’ tref je nog steeds de pluchen kleedjes op tafel.
3. Café van Wegen - Lange Koestraat 15, Utrecht
Op de Lange Koestraat 5 vestigde in 1883 het café van Willem Koeman, aan wie door Burgemeester en Wethouders een vergunning voor het houden van een tapperij was verleend.
In 1891 kwam de tapperij in handen van Wouter van de Hoef, die getrouwd was met Marie van Wegen. Na het overlijden van Wouter bestierde Marie de uitspanning met haar broer Bertus en vader Cornelis. Bij het overlijden van Marie liet zij de tapperij en drankvergunning na aan Bertus en zijn vrouw Johanna. Dochter Riek werd in 1930 geboren.
Het café moest in 1950 door het verbreden van de straat (de huidige Jacobsstraat) verhuizen naar de Lange Koestraat 15. Sindsdien is in het café niets veranderd. Niek, de zoon van Riek, is tegenwoordig de kastelein van het café. Wat hij veranderd heeft? Enkel meer bieren op tap.
(bron: www.cafevanwegen.nl/geschiedenis)
4. Wiener Konditorei - Korte Poten 24, Den Haag
Een espressomachine: dat was in 1954 nog een noviteit. Willy Prager, eigenaar van de Wiener Konditorei, nam de automaat mee van een bezoek aan Wenen. De joodse Prager was Oostenrijk in 1934 ontvlucht en had werk gevonden in een zaak aan de Korte Poten, die hij later kon overnemen. Tijdens de Tweede Wereldoorlog speelde het etablissement een rol in de spionage. Prager zelf overleefde kampen en dodenmarsen. Hij wist de Wiener Konditorei daarna met succes uit te bouwen. Zowel ministers als kunstacademiestudenten kwamen voor de espresso met Weense lekkernijen zoals apfelstrudel en sachertorte. De zaak is nog altijd een geliefd adres vanwege de traditionele sfeer en recepten.
De Wiener Konditorei is gehuisvest in een 18e eeuws pand dat is aangewezen als gemeentelijk monument en staat in het beschermde stadsgezicht, op de hoek van Korte Poten en Apendans.
5. Kraantje Lek - Duinlustweg 22, Overveen
Op deze plek in Overveen is al bijna 500 jaar een herberg gevestigd. Zandvoortse vissersvrouwen stopten hier in de 17de eeuw al even om hun emmers met vis te vullen met fris duinwater. Na een ‘versnapering’ vervolgden ze hun tocht naar de markt in Haarlem om de verse vis te verkopen. Sinds 1739 heet de herberg ‘Kraantje Lek’ vanwege het frisse duinwater dat ter plaatse uit de grond sijpelt.
De uitspanning met speeltuin, klimduin en geheimzinnige holle boom was een geliefde bestemming voor schoolreisjes van vele generaties kinderen. Ook tegenwoordig is ‘Kraantje Lek’ nog steeds een favoriete plek voor jonge gezinnen.
6. Buitengoed Slavante - Slavante 1, Maastricht
Voor velen in Maastricht is het de favoriete plek om op zondag naartoe te gaan: wandelen op de Sint-Pietersberg en dan neerstrijken bij het Buitengoed Slavante. Als Casino Slavante werd deze voormalige buitensociëteit in 1846 gesticht en opgetrokken in Empire-stijl. Vanaf 1838 had de Groote Sociëteit, een militaire sociëteit in de stad, gevestigd aan het Vrijthof, hier al regelmatig concerten georganiseerd.
In 1973 en 2003 werd de goed bewaard gebleven uitspanning gerestaureerd. Tegenwoordig is het een voor iedereen toegankelijk café-restaurant met een groot terras en een kinderspeelplaats. De grote terrasdeuren komen uit op het overdekte terras dat op ranke gietijzeren zuilen met kleine kapitelen steunt. In het karakteristieke interieur zijn tal van lijsten en vergulde ornamenten, waaronder de rozetten van het plafond en de twee kroonluchters.