Wie leest, die blijft (in een bibliotheek)

Weblog

Van 16 tot en met 24 maart is het Boekenweek. Daarom lichten onze architectuurhistorici deze keer vijf bijzondere bibliotheken uit. Boeken zijn sinds mensenheugenis van groot belang voor mensen, maar ze waren vaak alleen voor een kleine elite beschikbaar. Hier kwam verandering in met de oprichting van openbare bibliotheken, die nu niet meer uit de samenleving zijn weg te denken.

Librije Enkhuizen
Beeld: ©RCE / Jos Stöver
Librije te Enkhuizen

De librije: eerste openbare stadsbibliotheken

In de Middeleeuwen was boekbezit nauw verbonden met de kloosters en kerken. Aanvankelijk waren de boekcollecties vrijwel exclusief beschikbaar voor de geestelijkheid. Vanaf de zestiende eeuw ontstaan er nieuwe boekverzamelingen. Steden als Gouda, Alkmaar en Edam hadden een aan de kerk verbonden librije, oftewel een stadsbibliotheek. Librije is afgeleid van het Latijnse libris, dat boek betekent.

De librije was fysiek aan het kerkgebouw gekoppeld, maar de collectie stond ten dienste van de (bovenlaag van) de samenleving. Alleen in Zutphen (1564) en Enkhuizen (1614) bevinden zich vandaag de dag nog librijes waar de oude boekencollecties nog steeds op hun plaats staan. Een bezoek aan deze instellingen is als een reis terug in de tijd. De relatief kleine ruimtes volgestopt met in leer gebonden handschriften, vroeg drukwerk en vermaarde atlassen geven inzicht in hoe boeken bijdroegen aan de verspreiding van kennis. Ook krijg je er een gevoel hoe exclusief de toegang tot boekenkennis in het verleden geweest moet zijn. Tegenwoordig zijn beide librijes voor iedereen te bezoeken.

Bibliotheca Thysiana Leiden
Beeld: ©RCE / Jos Stöver
Bibliotheca Thysiana te Leiden

Ken je klassiekers

Aan het Rapenburg in Leiden staat de oudste openbare bibliotheek van Nederland: de Bibliotheca Thysiana. Het gebouw is herkenbaar aan twee gevelstenen met de opschriften IOANNIS THYSII en BIBLIOTHECA. De bibliotheek is in 1655 gebouwd voor de boeken- en pamflettenverzameling van jurist Johannes Thysius (1622 -1653). Zoals het de elite betaamde, ging Thysius na zijn studie op Grand Tour door Frankrijk en bezocht ook Oxford. Tijdens zijn reis kwam hij in aanraking met het classicisme, een hernieuwde belangstelling voor de klassieke oudheid. Ongetwijfeld schafte hij ook boeken aan voor zijn verzameling.

In zijn testament liet Thysius vastleggen dat zijn boeken- en pamflettenverzameling tot nut van het publiek (i.e. de geleerden van Leiden) moest dienen en dat met zijn nagelaten kapitaal een bibliotheek moest worden gebouwd. De Leidse stadsarchitect Arent van ’s Gravesande ontwierp een bibliotheek in de stijl van het Hollands classicisme, een Hollandse interpretatie van de klassieke bouwkunst. De bibliotheek bevindt zich op de eerste verdieping. In het midden staan een grote leestafel en een boekenmolen. De boekenkasten staan opgesteld tegen de wanden. De archiefkast heeft een omlijsting van pilasters met ionische kapitelen en een driehoekig fronton, als ware het een klassieke tempel. Een waardig onderkomen voor Thysius’ verzameling.

Buma bibliotheek Leeuwarden
Beeld: ©Wikimedia Commons / Gijsvl, CC BY-SA 4.0
Buma bibliotheek te Leeuwarden

Klassiek mecenaat

In 1876 overleed de Friese wetenschapper dr. Lieuwe Annes Buma. Buma was een groot kenner en liefhebber van de klassieke oudheid. Zijn boeken en een flink geldbedrag schonk hij aan de Staten van Friesland om in Leeuwarden een openbare bibliotheek voor de Griekse en Latijnse taal- en letterkunde op te richten.

De boekencollectie van Buma werd ondergebracht in het Paleis van Justitie en later in de Provinciale Bibliotheek. Daarna kreeg de collectie een eigen pand aan de Grote Kerkstraat 29 in Leeuwarden. Het statige jaren ’30 gebouw werd ontworpen door Dirk Wouda, hoofdingenieur bij Provinciale Waterstaat en vooral beroemd vanwege zijn ontwerp voor een stoomgemaal bij Lemmer uit 1920, sinds 1947 het Ir. D.F. Woudagemaal.

De Buma-bibliotheekcollectie trok in 1967 opnieuw in bij de Provinciale Bibliotheek van Friesland. Het gebouw van aan de Grote Kerkstraat biedt tegenwoordig onderdak aan kantoorruimtes en appartementen.

Monument van de toekomst

Nabij de villabebouwing aan de rand van de oude stad verrees in 1975-1976 de gloednieuwe bibliotheek van Doetinchem. Het structuralistische ontwerp is van architect Wim Davidse. Door het toepassen van verschillende vormen en verticale accenten wist hij deze nieuwe architectuur in beton goed in te passen in het straatbeeld. Hierbij werden ook betonnen tuinmuren, traptreden en plantenbakken toegepast.
In het interieur is het beton ook duidelijk zichtbaar, met als tegenhanger warm hardhout in de trappen, kozijnen, kasten en de tijdschriftbakken die in de balustrades zijn verwerkt. Op de begane grond van het gebouw is een grote open ruimte te vinden met centraal een daklicht en rondom vides voor de verbinding met de verdieping. Het gebouw moest uitnodigen tot ontmoeting en interactie.
Al kort na de bouw werd de bibliotheek in tijdschriften bestempeld als ‘monument van de toekomst’. Deze kwaliteit zagen ook een aantal Doetinchemse ondernemers, die het gebouw wilden herbestemmen tot een innovatiecentrum voor bedrijven. Met een aantal aanpassingen die het oorspronkelijke karakter versterken is dit gelukt. De boeken hebben inmiddels plaatsgemaakt voor innovatieve bedrijven en hun werknemers. Maar centraal staat nog steeds de ontmoeting en interactie tussen de gebruikers.

[tekst gaat verder onder afbeelding]

Voormalige bibliotheek Doetinchem
De voormalige bibliotheek te Doetinchem

De glazen waterval

De Centrale Bibliotheek aan de Hoogstraat in Rotterdam is een bijzonder Post 65 icoon in de Rotterdamse binnenstad. Het gebouw werd in 1983 opgeleverd naar ontwerp van Jaap Bakema en Hans Boot. De bibliotheek ligt in het hart van de stad en vormt een ensemble met de Laurenskerk, de Markthal en het Blaakse Bos (de kubuswoningen). Het gebouw is vormgegeven als een open huis voor de stad en staat bekend als ‘de glazen waterval’. Achter de gevel, die trapsgewijs naar beneden loopt, bevindt zich de verticale verbinding tussen de publieke plint en de gestapelde binnenpleinen op de verdiepingen. Door de gele buizen die vanaf het dak langs de glazen gevel naar beneden lopen wordt de bibliotheek vaak vergeleken met het Centre Pompidou in Parijs.

Het gebouw biedt een basis voor aanpassingen aan veranderende behoeftes. De grootste transformatie komt er nu aan. Na bijna 40 jaar als één van de drukstbezochte culturele instellingen van de stad, wordt het gebouw de komende jaren gemoderniseerd.

Centrale bibliotheek Rotterdam
Beeld: ©RCE / Jos Stöver
Centrale bibliotheek Rotterdam