Boormonster nr.100
Weblog
In Nederland zijn ruim 3200 bronzen (geregistreerde) voorwerpen uit de bronstijd bekend. Het zijn archeologische vondsten van zwaard tot bijl, en van armband tot mantelspeld. Van veel van die vondsten, soms tot wel 4000 jaar oud, weten we niet waar het materiaal vandaan komt. Een nieuw onderzoeksproject wil daar nu verandering in brengen. In een serie blogs neemt het projectteam ons mee in hun onderzoek. Blog drie staat in het teken van het 100ste boormonster.
Sinds de officiële start van het #Let’sHubNL-project zijn we inmiddels ruim een half jaar bezig met het verzamelen van de monsters voor het onderzoek. Dit gaat gepaard met het benaderen van eigenaren, het verkrijgen van toestemming voor het nemen van de monsters en alle logistieke zaken die hierbij komen kijken.
Drive, drill, fill, repeat
Het projectteam is het hele land door gereden om objecten in bruikleen te nemen en om op locatie te bemonsteren. In totaal zijn er meer dan 30 verschillende eigenaren bereid gevonden om aan het onderzoek deel te nemen. We zijn erg blij met de fijne samenwerking met alle metaalzoekers, depothouders en museummedewerkers. Overal zijn we hartelijk ontvangen. Er zijn monsters verzameld aan de keukentafel bij metaalzoekers thuis, in de gangen van provinciale depots, achter de schermen bij de diverse musea en in het laboratorium van de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed in Amersfoort.
Een mijlpaal
Het verzamelen van de monsters vordert gestaag en zorgt ervoor dat we inmiddels de meest uiteenlopende en unieke bronstijdvoorwerpen in handen hebben gehad. Van een kleine priem uit Houten-Hofstad tot zwaarden uit Borger, van een brilfibula uit Texel tot een sikkel uit Breda. Ook bezochten we het depot van het Drents museum in Assen. Het museum heeft een rijke collectie aan bronzen die we tot ons grote geluk mochten bemonsteren. We bemonsterden er zwaarden, dolken, randbijlen, speerpunten en een scheermes. Om deze van dichtbij te bewonderen en te mogen vasthouden was al gedenkwaardig, maar daarnaast bereikten we ook een mijlpaal; namelijk het 100ste boormonster!
Dit namen we uit een zwaard van het Wohlde-type dat in 1922 bij de Oostermoerse Vaart in Buinen is gevonden. Zwaarden van dit type dateren uit de eerste fase van de midden-bronstijd, tussen 1800 en 1500 voor Christus. Daarmee is het een van de oudste zwaarden die we in Nederland kennen. Zoals bij elk voorwerp is het de kunst om het materiaal op een onopvallende locatie uit het voorwerp te halen. Zwaarden maken een monstername soms een uitdaging omdat het metaal niet zo dik is. Toch lukte het om een onopvallend gaatje te boren, aan de zijkant van het gevestdeel. Naderhand hebben we het gaatje met microkristallijne gedicht en is het met het blote oog niet meer te zien.
In de voetsporen van Jay Butler
Deze mijlpaal betekent dat we inmiddels meer dan 100 glazen en plastic buisjes hebben met daarin 7 tot 10 mg bronsslijpsel. Alle buisjes zijn voorzien van een uniek databasenummer, op basis waarvan we weten welk monster van welk object afkomstig is. Die database is ooit opgezet door Jay Butler (1921-2014), Nederlands grootste bronstijdonderzoeker van de vorige eeuw. Elk bronstijdvoorwerp is daarin precies omschreven, samen met informatie over waar en wanneer het object is gevonden en eventuele tekeningen en literatuurverwijzingen.
Het databestand wordt nog altijd actief bijgehouden en aangevuld door Hannie Steegstra en Stijn Arnoldussen. Het is bijzonder dat we bij ons onderzoek nog gebruik kunnen maken van boorslijpsels die Jay in de jaren zestig en zeventig zelf van een aantal voorwerpen heeft genomen. Zijn nalatenschap is nog steeds van grote waarde.
De volgende fase
Inmiddels is de eerste groep monsters overgedragen aan de projectleden van de Vrije Universiteit Amsterdam, zodat ook de volgende stap in het onderzoek van start kan gaan: de analyse van de monsters op bronssamenstelling en loodisotopen. De komende maanden gaan we nog even door met het verzamelen van boormonsters en ook staan er enkele sessies gepland waarbij we objecten met laserablatie gaan bemonsteren. Eind juni is het dan vervolgens gedaan met het bemonsteren en verwachten we de eerste resultaten van de analyse binnen te krijgen.
Deze blog is geschreven door Judith van der Leije en Joris Brattinga (Archol bv)