Glas-in-loodramen uit de Rijkscollectie RCE te zien in Lunteren

Weblog

In de moderne vleugel van Museum Lunteren voor Kunst en Cultuur­historie zijn 23 glas­ramen uit de Rijks­collectie RCE tot 4 maart 2023 te zien. Daarmee wordt het werk van een aantal heden­daagse glas­kunstenaars in een historische context geplaatst. Dit blog geeft uitleg over een aantal van deze glas-in-loodpanelen. In een volgend blog komt het proces van restauratie van de panelen aan bod.

Collage van foto's op de opening van Kunst in glas met onder andere het museum, twee glas in loodpanelen en een spreker
Beeld: ©RCE
Collage van foto's die tijdens de opening van 'Kunst in glas' zijn gemaakt.

Gesloopte gebouwen en proeframen

Glas-in-loodpanelen zijn in de meeste gevallen gemaakt voor een specifiek gebouw, waarbij rekening is gehouden met het doel en de functie ervan. Daarin blijven de panelen zitten, tenzij het pand gemoderniseerd of onverhoopt gesloopt wordt. Veel gebouwen uit de eerste helft van de twintigste eeuw en uit de wederopbouwperiode naderen het eind van hun functionele levensduur waarna in sommige gevallen afbraak volgt. Tenzij de panden een monumentenstatus hebben of er een andere functie voor wordt gevonden. Soms worden de glas-in-loodramen die verloren dreigen te gaan uitgenomen en ‘gered’. Mede als gevolg van een afspraak tussen de beheerders van de rijkscollectie, de Rijksgebouwendienst en de Dienst der Domeinen, zijn in de loop van de tijd diverse panelen in de Rijkscollectie RCE terecht gekomen. Dankzij tussenkomst van genoemde diensten zijn dus onroerende goederen uit de oorspronkelijke locatie en context verwijderd en roerend geworden. Het betreft series (grote) ramen van belangrijke Nederlandse ontwerpers. Ook heeft het rijk ook door aankopen en via de Beeldende Kunstenaars Regeling (BKR) ramen in de collectie opgenomen. In totaal beheert de RCE zodoende ruim driehonderd ramen die buiten de architecturale context functioneren. Idealiter krijgen de ramen weer een nieuwe functie door een passende herplaatsing in een ander gebouw, zoals bij twee series glaspanelen uit een voormalige PTT-gebouw in Den Haag. Dat is de meest ideale situatie, maar vele leiden een verborgen bestaan in depots.

Ramen van groot formaat laten zich niet zo makkelijk in musea plaatsen en zijn beter op hun plek in een architecturale context.

Glasramen in een museum

De Rijkscollectie RCE wordt uitgeleend aan honderden musea, rijksgebouwen en niet-museale instellingen. Een deel van de glasramencollectie is geschikt om in musea getoond te worden, zoals in Lunteren voor het eerst op grote schaal gebeurt. Na een slapend bestaan in depot is de glasramencollectie zo’n 17 jaar geleden wakker gekust. Een glas-in-loodrestaurator beoordeelde de conditie van de ramen, een registrator en conservator bewerkten de objectgegevens en de ramen werden gefotografeerd. Daarna volgde in 2009-2010 het Glasramenproject waarbij alle ramen op hun cultuurhistorische waarde zijn beoordeeld en waarbij beschrijvingen van betekenis zijn gemaakt. Op grond daarvan is er een onderverdeling gemaakt tussen ramen die geschikt zijn voor herplaatsing en ramen die zich vooral lenen voor museale doeleinden. Ramen van groot formaat laten zich niet zo makkelijk in musea plaatsen en zijn beter op hun plek in een architecturale context. Maar om een grotere mobiliteit van museale glasramen teweeg te brengen moeten ook instrumenten worden ontwikkeld. Daarom is destijds een begin gemaakt met de inventarisatie van glasramencollecties bij musea in Nederland om te kunnen beoordelen welke collecties behouden moeten blijven en ook om een referentiekader op te bouwen.

Driedelige compositie met de Passiewerktuigen of Arma Christi, dewapenen van Christus, die het lijden van Jezus Christus uitbeelden.
Beeld: ©RCE
Heinrich Campendonk, Passievenster, 1937, 57.5 x 168 cm. Gebrandschilderd glas-in-lood- raam. Driedelige compositie met de Passiewerktuigen of Arma Christi (wapenen van Christus) die het lijden van Jezus Christus uitbeelden.

‘Kunst met glas’

De keuze van de panelen voor de expositie in Lunteren is redelijk pragmatisch tot stand gekomen. Enerzijds is rekening gehouden met de beschikbare ruimte en mogelijkheden om de ramen geplaatst te krijgen in frames en op beschikbare lichtbakken. Anderzijds met de wens van de museummedewerkers om een doorsnede te kunnen tonen van ramen met een bijzonder verhaal die in de afgelopen eeuw vervaardigd zijn. Van gebrandschilderde ramen met een religieuze iconografie tot helder gekleurde ramen met een abstracte voorstelling. 

Een van de weinige ramen met een kerkelijke oorsprong uit de Rijkscollectie RCE is het laat negentiende-eeuwse gebrandschilderde glas-in-loodraam waarop Maria en Johannes zijn afgebeeld die het dode lichaam van Christus bewenen. De nijptang en doornenkroon die op de voorgrond liggen verwijzen naar het leven en lijden van Christus. Deze zijn ook te zien op het Passievenster dat zo’n veertig jaar later ontstaan is, maar dan in een geheel andere stijl. Dit bijzondere drieluik van Heinrich Campendonk was te zien op de Wereldtentoonstelling van 1937 in Parijs en behaalde de Grand Prix, een belangrijke internationale prijs.

[Tekst gaat verder onder de foto]

Beeld: ©RCE
Roland Holst, 1925, 134.5 cm x 117 cm. Gebrandschilderd glas-in-loodraam, licht uitgehaald in de grisaille. Non-figuratieve compositie samengesteld uit afgeronde vormen in blauw en geel. Maakt deel uit van een set van twee ramen die spiegelbeeldig boven elkaar geplaatst horen te worden, het onderste met de gotische bogen naar beneden. Hoogstwaarschijnlijk betreft het een tweetal ramen die in de aula van de Rijksakademie in Amsterdam hebben gezeten in daar in de jaren vijftig bij een modernisering verwijderd zijn.

Van Roland Holst is een venster uit 1925 in de tentoonstelling te zien dat de RCE heeft verworven via de Rijksakademie van Beeldende Kunsten waar Holst hoogleraar en later directeur was. Het is niet bekend voor welk gebouw het glasraam is vervaardigd, maar de vormentaal is vrijwel gelijk aan die van een raam in de UB van Amsterdam. Holst ontwierp de kartons, beschilderde vervolgens zelf de glasscherven waarbij hij uitsluitend azijnverf gebruikte. Het glas werd gebrand en technisch uitgevoerd door atelier Bogtman in Haarlem.

Eén van de kunstenaars die is beïnvloed door Roland Holst is Femmy Schilt-Geesink. Muziek, wiskunde en mystiek vormden haar inspiratiebronnen. Het ging om de drie-eenheid melodie, harmonie en ritme en de overeenkomst tussen klank en kleur. De iconografie sloot aan bij functie van het gebouw. In de tentoonstelling zijn drie gebrandschilderde glas-in-loodpanelen van Schilt-Geesink te zien op een lichtbak. Geen van die ramen hebben in een gebouw gezeten. Mogelijk waren het proefpanelen of voorstudies voor opdrachten die uiteindelijk niet zijn uitgevoerd. Haar echtgenoot Johan Schilt werd haar glazenier en samen heeft het echtpaar een grote hoeveelheid ramen en wandkunst gemaakt voor wederopbouwarchitectuur en voor kerken.

Vervolg

Door de expositie ‘Kunst met glas’ werd het mogelijk om 23 glasramen uit de Rijkscollectie RCE uit het depot te halen en door middel van restauratie toonbaar te maken voor publiek. De tentoonstelling ‘Kunst met glas’ is tot en met 4 maart 2023 te zien in Museum Lunteren. In een volgende blog wordt ingegaan op de bijzonderheden van de restauratie van de glas-in-loodpanelen. 

Dit blog is een bijdrage van Geertje Huisman, specialist roerend erfgoed bij de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed.