Vrouwen in de Rijkscollectie: onbekende verhalen en bijzondere vrouwen
Weblog
Onder de paraplu ‘Vrouwen in de Rijkscollectie’ zijn artikelen geschreven, podcasts ontwikkeld en informatie over onderzoek en aanpak uitgewisseld met musea. Kortom: vrouwen zijn een thema bovenaan de lijst van de Rijkscollectie RCE. In dit blog wordt het lopende onderzoek naar vrouwen in de Rijksollectie RCE toegelicht met voorbeelden van bijzondere bruiklenen.
Aanleiding voor onderzoek
Tot voor kort was niet duidelijk of de vervaardiger van een van de 122.000 objecten uit de Rijkscollectie RCE een man, vrouw, non-binair of een bedrijf was. De ingevulde term ‘female’ was niet consequent geregistreerd als voorkeursnaam, meisjesnaam of gehuwdennaam, om maar niet te spreken van hun pseudoniem of kunstenaarsnaam. Om van de bijna 12.000 bekende namen van vervaardigers de identiteit te achterhalen was een project nodig dat al decennia op de plank lag en dat werd beschouwd als te groot, te complex en geen methodiek voorhanden om dit digitaal aan te pakken. In september 2021 besloten Fransje Kuyvenhoven (conservator/onderzoeker), Nathalie Menke (bruikleenspecialist) en Gabriëlle Negrón (zelfstandig kunsthistoricus) dat een handmatige aanpak wellicht soelaas kon bieden. Met behulp van automatiseringsdeskundige Vincent Slootjes lukte het om in een half jaar nagenoeg alle vervaardigers te voorzien van een geslachtsaanduiding. De Rijkscollectie RCE bleek werk van bijna 1.600 vrouwen te bevatten, van 9.000 mannen, van 1.500 bedrijven en 194 waarvan de identiteit onbekend is, slechts 2% van het totaal. Met dit uitvoerige collectie-onderzoek is de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed (RCE) koploper op gebied van onderzoek naar vrouwelijke kunstenaars in eigen collectieregistratie.
Nieuwe perspectieven
De RCE heeft geen eigen tentoonstellingsruimte en is daarom afhankelijk van instellingen die werk uit de Rijkscollectie RCE willen tonen. Dergelijke samenwerkingen zorgen met regelmaat voor bijzondere vondsten. Zo vroeg het Amsterdam Museum in 2018 om een samenwerking aan de tentoonstelling “1001 vrouwen in de 20ste eeuw” waar bijna 200 bekende en minder bekende vrouwen letterlijk in beeld werden gebracht. Naast werken en portretfoto’s van de vrouwen waren ook objecten, documenten en gebruiksvoorwerpen (zoals brillen, kledingstukken en schaatsen) te zien die de bijzondere verhalen en de uitdagingen in de tijd waarin zij leefden toonden.
Van de Rijkscollectie RCE kwamen twee grote wandkleden in bruikleen, van Wil Fruytier en Anna Verschuure. Beide vrouwelijke kunstenaars waren pioniers in de naoorlogse Nederlandse textielkunst. Zij maakten de weg vrij voor werken in textiel, dat traditioneel gold als typisch vrouwelijke huisvlijt, artistiek in te zetten. De tentoonstelling was het uitgelezen moment om de kleden te reinigen en te onderzoeken. De kleine bolling in Spletenkleed van Fruytier was een bedoeld gevolg van de vervaardigingswijze en geen onvolkomenheid. Nader onderzoek naar Blokkenkleed van Verschuure bewees dat het al die tijd ondersteboven in het depot had gehangen en zo ook was gepubliceerd.
[Tekst gaat verder onder de foto]
Verstopt naakt
“Kunst in liefde bloeiende?” was een tentoonstelling met vrouwelijke kunstenaars uit de wederopbouwperiode in Museum Valkenburg. Het museum toonde bruiklenen van onder andere Varpu Sproncken-Tikanoja (1928-1983) en een landschap van Marijke Stultiens-Thunnissen (1927). Tijdens de restauratie van een werk van de laatste stuitte de restaurator op een aangename verrassing: aan de binnenzijde van de afdekplaat een tweede voorstelling van een naakte vrouw tegen. De ontdekking werd gedeeld met de toen 95-jarige kunstenaar die kon vertellen dat zij in de beginjaren van haar carrière weinig geld had en de achterzijde van schilderijen gebruikte voor haar studies. Het was eind jaren veertig op de Jan van Eyckacademie waar ze haar opleiding volgde, waar zojuist was toegestaan dat men naar naaktmodel mocht werken. Hierdoor had de RCE met deze voorstelling van Martha als model een primeur!
Schot in de roos
Eind 2021 benaderde het Singer Museum Laren de RCE over de tentoonstelling “De Nieuwe Vrouw”. Het concept was de veranderende maatschappelijke positie van de vrouw in de Nederlandse kunst vanaf het einde van de 19e eeuw. Tijdens gesprekken over een portret van Nelly van Doesburg (1899-1975) werden ook portretten van Esseline Polanen en Johanna Goudstikker-Bray voorgedragen. Beide vrouwen hebben een band met Suriname. Polanen (1909-2004) studeerde als eerste Surinaamse vrouw van kleur in 1935 af aan de Geneeskundige School in Paramaribo en zette daar een apotheek en een optiekzaak op. De in Paramaribo geboren Johanna Bray had een ‘Spiegel Historiael’ bedacht om geld in te zamelen voor de Wereldbond voor Vrouwenkiesrecht en Gelijk Staatsburgerschap. Bray kreeg 38 vrouwen geïnteresseerd om zich voor haar crowdfundingactie te kleden als beroemde figuren zoals koningin Victoria, Kenau Simonsdochter Hasselaar, Maria de Medici, Betje Wolff en Jeanne d’Arc. De nieuwe voorstellen voor portretten en restauraties die de RCE kon aanbieden maakten het aantrekkelijk de bruikleen uit te breiden.
Ensembletentoonstellingen
Ook Museum Dr8888 en Museum De Wieger wisten de Rijksdienst te vinden. Van juli 2022 tot november 2022 hielden beide instellingen een wisseltentoonstelling met meer dan 100 werken van 24 vooruitstrevende bekende en minder bekende Nederlandse kunstenaars. Schilderijen van Else Berg (1877-1942), Charly Toorop (1891-1955), leden van de Nederlandse avant-garde, Greet Feuerstein (1893-1986), Lou Loeber (1894-1983) en Edith van Leckwyck (1899-1987) kwamen tevoorschijn uit het depot van de Rijkscollectie RCE. Deze tentoonstelling werd in december 2022 overgenomen door Kunsthal Rotterdam en is nog te bezoeken tot 9 april 2023. Daarnaast is in de ontvangsthal van het Ateliergebouw in Amsterdam het majestueuze kleed van Grete Kaeler te zien waarop het nog steeds lezenswaardige boek van Teun de Vries, ‘De vrijheid gaat in het rood gekleed’ wordt verbeeld.
De toekomst
Begin 2023 is het veldwerk op orde. De data zijn in beeld gebracht en de verdieping van de resultaten is de volgende stap. Verder onderzoek naar vrouwelijke makers en geportretteerden liggen in het verschiet. Wie zijn al die ‘echtgenoten van’ op onze portretten, welke vrouwelijke kunstenaars kunnen we interviewen, over wie kunnen we op Wikipedia schrijven? Hadden de vrouwelijke commissieleden die meebeslisten over de rijksaankopen vanaf 1945 een stem in het kapittel? Wat was de invloed van de leidende vrouwelijke ambtenaren op het ministerie op onze voorgangers en wat kochten onze vrouwelijke conservatoren? Komende jaren zal nog verder in de collectie worden gezocht naar onbekende verhalen van bijzondere vrouwen.
Dit blog is geschreven door conservator Fransje Kuyvenhoven, bruikleenadviseur Nathalie Menke en zelfstandig kunsthistoricus en onderzoeker Gabriëlle Négron. Informatie over de collectie en mogelijke bruiklenen kan worden opgevraagd door te e-mailen naar bruikleenservice@cultureelerfgoed.nl.