Minister formuleert aanvullend beleid voor vier erfgoedthema's
Op 28 april heeft minister Van Engelshoven in een brief aan de Tweede Kamer aanvullend beleid gepresenteerd voor de erfgoedthema’s archeologie, militair erfgoed, herinneringserfgoed en erfgoed van na 1965 (Post 65). De voornemens in de brief zijn gebaseerd op vier verkenningen over deze thema’s die de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed samen met het erfgoedveld in 2019 heeft uitgevoerd. De betreffende rapporten had de Tweede Kamer afgelopen november al ontvangen, samen met een brief over het erfgoed van de Tweede Wereldoorlog (zie onder voor de links).
Naast het gericht aanwijzen van monumenten en de bescherming van erfgoed via de ruimtelijke ordening, ligt de nadruk nu ook op het beschermen van erfgoed door betekenisgeving: “Inzetten op het vertellen van verhalen van, voor en door de samenleving beschouw ik als een aanvullend middel om erfgoed te beschermen. [..] Wie de verhalen achter het erfgoed kent, wil het graag doorgeven.” Deze benadering heeft een directe relatie met de wens van de minister om Nederland het Verdrag van Faro te laten ratificeren, dat specifiek gaat over de verhalen en betekenissen die mensen aan erfgoed hechten. Voor alle thema’s geldt dat de minister meer ruimte wil bieden voor het perspectief van vrijwilligers en betrokken burgers.
Erfgoed en verhalen
Historische gebouwen en plekken zijn belangrijke dragers van gebeurtenissen en verhalen. De verkenning herinneringserfgoed laat zien dat de samenleving vraagt om meer aandacht voor erfgoed als drager van gedeelde herinneringen, juist bij bijzondere historische ’onderwerpen zoals de Tweede Wereldoorlog, het slavernijverleden of de Watersnoodramp. Ook in de archeologie is er meer aandacht voor het verhaal en vraag naar publieksparticipatie. Voor het erfgoed van na 1965 (Post-65) wordt vooral ingezet op grotere bewustwording via kennisontwikkeling.
Aanwijzing van rijksmonumenten
Het aanwijzen van monumenten is nog steeds een belangrijk en waardevol instrument om erfgoed te behouden. Er is daarbij geen aanleiding voor een grote inhaalslag, maar wel voor verbetering en aanvulling door enkele gerichte acties. Voor militair erfgoed zijn er verbeterprogramma’s nodig voor enkele lacunes (Belgische Opstand, de beide wereldoorlogen) en een beperkt aanwijzingsprogramma voor het militaire en civiel-militaire erfgoed van de Koude Oorlog. Bij het herinneringserfgoed is er geen omvangrijke beschermingsopgave, maar een incidentele aanwijzing blijft mogelijk, zoals de recent aangekondigde aanwijzing van het Oranjehotel en de Waalsdorpervlakte. Ook op het gebied van archeologie is een verbeterprogramma noodzakelijk.
Bij Post 65-erfgoed is er nog geen sprake van grootschalige bedreiging, al vragen bepaalde categorieën, zoals kunst in de openbare ruimte en religieus erfgoed, nu al om aandacht.
Erfgoed en leefomgeving
Het feit dat erfgoed voor een belangrijk deel het karakter en de kwaliteit van onze leefomgeving bepaalt, is aanleiding om bij de belangrijke planologische processen het erfgoed goed in beeld te houden. Voor die gebiedsgerichte erfgoedzorg gaat het op dit moment onder andere om de nieuwe Omgevingswet, de Nationale Omgevingsvisie (NOVI) en enkele andere rijkstrajecten. Op het gebied van erfgoed en leefomgeving is de samenwerking met gemeenten en provincies van bijzonder belang, zeker in het kader van de implementatie van de Omgevingswet. In dat kader wordt een pilot-project opgezet in drie gemeenten om te onderzoeken waarbij hoe het Post 65-erfgoed op lokaal niveau geanalyseerd en gewaardeerd kan worden en hoe dit een plaats kan krijgen in gemeentelijke omgevingsvisies en omgevingsplannen.
Kennisontwikkeling en samenwerking
Uit de verkenningen wordt duidelijk dat op een aantal vlakken verdere kennisontwikkeling nodig is, vooral naar het erfgoed uit de perioden die dicht bij ons staan: Post 65 en de Koude Oorlog. Er komt een platform over archeologisch onderzoek naar de Tweede Wereldoorlog en een kenniskader over conflictarcheologie. Verder laten de vier verkenningen mogelijkheden zien voor vernieuwde structurele samenwerking binnen de rijksoverheid voor erfgoed. Zoals nieuwe raakvlakken tussen de terreinen van Defensie en cultureel erfgoed, bijvoorbeeld als het gaat om samenwerking voor scheepswrakken en vliegtuigbergingen. Ook met het Rijksvastgoedbedrijf wordt de samenwerking verder verdiept, waarbij gebruik wordt gemaakt van de nieuwe Leidraad voor het afstoten van rijksmonumenten die de Rijksbouwmeester heeft opgesteld. Deze is als bijlage bij de brief opgenomen.
Erfgoed door, voor en van mensen
Aan het slot van de brief wijst de minister op het belang van erfgoed voor mensen, juist in deze tijd van crisis: “Nu met de Corona-crisis de nood aan de man is, gaat het in de eerste plaats om mensen en niet om dingen en stenen. Dat spreekt voor zich. Maar erfgoed (immaterieel en materieel) is door, voor en van mensen en laat ons juist nu de continuïteit en veerkracht van de samenleving door de eeuwen heen zien. Ik vind dat een mooie gedachte waar we moed en kracht uit kunnen putten.”