Aanvullende middelen voor cultuursector uitgewerkt
De uitbraak van het coronavirus heeft grote gevolgen voor kunstenaars, makers en organisaties in het culturele en creatieve veld. Het kabinet heeft daarom verschillende maatregelen genomen, waar instellingen en makers in de sector gebruik van kunnen maken. Dit betreft kabinetsbrede generieke maatregelen, specifieke maatregelen voor de sector en een aanvullend pakket van 300 miljoen euro.
Uitwerking aanvullend pakket van € 300 miljoen
Om het unieke Nederlandse artistieke product te waarborgen en daarnaast te investeren in de werkgelegenheid in deze sector is € 300 miljoen beschikbaar gesteld. Met een aanvullende subsidie of een lening worden instellingen, makers en ondernemers in de culturele en creatieve sector door de financieel zware eerste maanden heen geholpen en worden zij in staat gesteld om te investeren voor het volgende seizoen. De verwachting is dat de aanvullende subsidies in juni uitgekeerd worden. Ook neemt minister Van Engelshoven het advies van de Raad voor Cultuur (18 mei jl.) over, wat onder meer inhoudt dat er ook in subsidiejaar 2021 in brede zin coulance is voor de sector. Het pakket bestaat uit vijf onderdelen.
- € 113 miljoen is bestemd voor instellingen die onderdeel zijn van de basisinfrastructuur 2017-2020 en een beperkt aantal instellingen dat uit andere onderdelen van de begroting van het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap wordt gefinancierd. Voor de instellingen en festivals die meerjarige subsidie van de zes Rijkscultuurfondsen ontvangen wordt € 40 miljoen beschikbaar gesteld. Hiervan is €5 miljoen bestemd voor filmproducenten via het Filmfonds.
- € 50 miljoen is bestemd voor de ` Opengestelde Monumenten-Lening' bij het Nationaal Restauratiefonds. Het betreft krediet voor eigenaren van rijksmonumenten zoals kerken, kastelen en buitenplaatsen, industrieel erfgoed, molens, stadsherstelorganisaties en museale monumenten die inkomsten mislopen vanwege de coronacrisis.
- € 48,5 miljoen wordt beschikbaar gesteld om gemeenten en provincies te ondersteunen die regionale musea, (pop)podia en filmtheaters extra ondersteunen. Het gaat dan om instellingen met een regionale functie en een landelijk belang. Voor de subsidieregeling voor musea bij het Mondriaan Fonds komt € 16 miljoen beschikbaar en voor de regeling voor (pop)podia bij het Fonds Podiumkunsten is maximaal € 29 miljoen beschikbaar. Voor filmtheaters is via het Filmfonds € 3,5 miljoen beschikbaar.
- € 30 miljoen gaat naar de Cultuur Opstart Lening. Deze is voor organisaties in de culturele en creatieve sector waarvan het verdienmodel vooral is gericht op eigen inkomsten en die geen gebruik kunnen maken van de andere maatregelen uit dit pakket. De lening is bedoeld voor het ontwikkelen van publieksgerichte producties, programma's, tentoonstellingen of projecten.
- € 16,8 miljoen wordt geïnvesteerd in de Rijkscultuurfondsen en het steunfonds rechtensector, waarmee specifiek makers ondersteund worden.
Lees het volledige nieuwsbericht op Rijksoverheid.nl.